Hoofdstuk 10 - Adem

56 6 1
                                    

'Sinds het ongeluk voel ik me vreemd, alsof ik niet meer mezelf ben. Het klinkt raar, maar ik heb ook het gevoel dat ik pas recent... hoe moet ik het zeggen... in mijn eigen leven ben terechtgekomen. Ik weet heel veel dingen gewoon niet meer en mijn herinneringen komen te langzaam terug. Ik begin te denken dat het misschien niet gewoon door een hersenschudding komt.'

Ik sla mijn hoofd neer en kan mijn tranen niet meer tegenhouden. Alles wat me de laatste dagen is overkomen... Mijn moeder komt nu ook in de zetel zitten en geeft me een stevige knuffel. Het voelt vertrouwd, en ik weet heel goed dat het de juiste beslissing was het haar te vertellen.

'En nog iets. Ik weet niet hoe ik uit het ziekenhuis gekomen ben. Een paar dagen geleden werd ik gewoon in mijn eigen bed wakker alsof er nooit een ongeluk was geweest.'

'Je bent al bijna een week thuis.' zei mijn moeder,  'Een week nadat je wakker geworden was hebben ze je uit het ziekenhuis ontslagen. Ik was aan het werk dus heb ik uitzonderlijk aan je vader moeten vragen je op te halen en thuis te brengen.'

Mijn vader? Ik heb hem al niet meer gezien sinds hij ons vier jaar geleden verlaten heeft...

'Hij schrok toen hij hoorde dat je in het ziekenhuis lag en heeft je hierheen gebracht. We hebben ook een nummer gekregen van een therapeut die je zou helpen als er nog iets aan de hand was. Misschien kun je eens met haar praten? Zij zal je wel goed kunnen helpen.' Ze stopt even met praten als ze ziet dat het voor mij nogal veel is om in een keer te verwerken.

'We zullen wel een oplossing vinden', fluistert mijn moeder. Ze drukt me nog eens tegen zich aan en geeft mij een kus op mijn voorhoofd. Ik leg mijn hoofd op haar schouder en sluit mijn ogen. De tranen vloeien nog steeds over mijn wangen, maar niet alleen meer door mijn verdriet, maar ook door opluchting. Ik ben heel blij dat ik het haar heb verteld.

'Ja, ik hoop het.'

Lost soulWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu