Ik opende mijn ogen. Geërgerd stond ik op. Het geluid van mijn wekker bleef door gonzen in mijn oren zelfs nadat het irritante gepiep was gestopt. Zuchtend liep ik naar de badkamer. Met een nat washandje maakte ik mijn gezicht snel even wakker. Ik had mooi geen zin in weer deze saaie routine van een dag. In de keuken maakte ik mijn lunch en ontbijt klaar.
Ik zette mijn dienblad neer op de grote ontbijttafel naast mijn enige vriendin in het weeshuis. Het was eigenlijk al overdreven om het een weeshuis te noemen. Het weeshuis bestond alleen uit twee loodsen die door een aantal vrijwilligers waren gekocht. Een had een groot aantal niet bij elkaar passende tafels samen met een erg minimale keuken. De andere moest dienen als slaapzaal met een nog kleinere badkamer dan de keuken al was. De jongens en meisjes lagen apart, alleen gescheiden door een muf ruikend gordijn. Buiten hadden we gelukkig meer ruimte, hoewel de speeltuin voor de kleinere kinderen verder dan vervallen is, hebben we wel een klein bos vlak naast de rand van de loods. Ik kwam er vaak, vooral omdat er bijna niemand kwam, zelfs niet uit de stad vlakbij. Ondanks het feit dat ik al bijna mijn hele leven (in ieder geval zolang ik me kan herinneren) in het weeshuis woon, is mijn leven redelijk normaal. Ik ga net zoals alle andere kinderen naar school (iedereen van het weeshuis gaat naar dezelfde school. Het is een erg bijzondere school, meer gericht op dingen die je echt nodig gaat hebben als je ouder wordt. We leren alles wat iedereen leert, maar hebben ook lessen die ons in ieder geval verder kunnen helpen in de wereld. Aangezien we allemaal wezen zijn hebben maar weinigen van ons het geld en de mogelijkheid om te studeren. Bijna elk van ons gaat bij het weeshuis zelf of het "kleine bedrijf" dat de eigenaren van het weeshuis ook in hun bezit hebben). Ik werk momenteel zelf ook in dat bedrijf, maar natuurlijk nog niet met een al te belangrijke functie.
Zera, mijn vriendin stootte tegen me aan. Ik zeg vriendin, maar eigenlijk is ze meer mijn zus, we werden door dezelfde mensen op dezelfde dag bij het weeshuis geleverd en zelfs zonder een officiële DNA-test is het duidelijk dat we verwant aan elkaar zijn. We hebben beiden krullend zwart haar en zeegroene ogen.
'Ga je dat nog opeten of blijf je de hele dag op die paar happen van je boterham leven?' vroeg Zera plagend aan mij.
Ik keek naar de grote klok aan het einde van de zaal, een van de weinige decoratie in de complete loods. Het was al acht uur. Zera had gelijk, zoals moet ik helaas toegeven vaker. Zera zelf was natuurlijk al klaar. In tegenstelling tot mijzelf weet zij al om zeven uur op te staan, terwijl ik uit ervaring mijn wekker pas om half acht heb gezet. Ik at snel de rest van mijn droge boterham op en pakte mijn tas (ofwel een kunststof boodschappentas van een of andere supermarkt) in.
Helaas zouden we nooit genoeg fietsen kunnen krijgen voor iedereen, dus moeten we allemaal de stad door. Onze school staat precies aan de andere kant van de met bossen omringde stad. Net zoals het weeshuis dichtbij een bos. Of eigenlijk meer in het bos. Het was vanuit de stad niet eens zichtbaar meer en ik betwijfelde of de meeste mensen wel weten dat daar überhaupt een school staat. Precies om half negen liep ik mijn lokaal (nu zonder Zera die een klas hoger zit) binnen. Ik liep meteen naar mijn tafel aan de andere kant van de klas. Op de tafel stond niks en er plakte alleen een briefje met mijn naam aan.
Mirum stond er in mijn niet erg nette handschrift. Ik gaapte en maakte mijn borst al vast nat.
Ik probeerde op te letten, ik meen het, maar het was zo saai en ik wist bijna alles al. Vandaag hield ik het maar een half uur vol tot ik alweer aan het fantaseren was over de pauze. Mijn leraar, een oude man genaamd Andrei had dan ook een erg monotone stem en hij liet ons nooit zelf een opdracht uitvoeren, wat niet erg verrassend is, maar toch! Het maakte het natuurlijk ook niet beter dat hij zoals hij het zelf zegt een manusje van alles is en ons ook het grootste gedeelte van onze lessen geeft. Gelukkig hoefden we Andrei vandaag alleen tot de eerste pauze aan te horen en hadden we de rest van de dag alleen maar praktijkles, zoals de school het noemt. Het schoolplein was natuurlijk ook niet veel soeps. Volgens mij waren de enige kinderen die hier naar school gaan de kinderen van het weeshuis en bestond de school alleen nog maar omdat de gemeente graag wilde dat de weeskinderen niet gaan ronddwalen, zoals ze het zelf noemen. In het weeshuis zaten maar ongeveer dertig kinderen, waarvan er maar tien daadwerkelijk op het middelbare gedeelte van de school zaten. Er waren dan ook maar twee klassen. De basisschool zat op de begane grond en zij waren ook de enige die het schoolplein gebruikte. De middelbare scholieren bleven allemaal in de school. Op de begane grond was er een kleine ruimte, groot genoeg voor ons allemaal. Ik zat natuurlijk naast Zera.
De rest van de dag ging (gelukkig) snel voorbij. Zera, ik en nog drie andere kinderen moesten na school nog werken. Het bedrijf, een pizza bezorgservice genaamd Borretti, stond in het midden van de stad. Wij bezorgde de pizza, terwijl wat oudere ex-weeshuiskinderen de administratie en het maken van de pizza regelden. Ik werd al vrij snel opgeroepen. Het huis waar ik moest zijn was de enige rode in de straat en viel op. Dat maakte alles alleen maar makkelijk. Ik belde aan, gaf de pizza af en zei mijn gebruikelijke zinnetje. Het was duidelijk waarom ik hier was. De vrouw rook naar alcohol en had duidelijk niet erg veel geld. Ik bleef maar glimlachen, zelfs toen ze haar stinkende gezicht recht voor mijn neus hield. Ik was blij toen ik weer weg mocht.
Een aantal weken later liep ik weer in dezelfde straat, maar nu met Zera. Het was al laat buiten en de tas met "pizza" voelde erg licht. Ik belde aan bij het rode huis en vroeg of ik naar binnen mocht komen. De vrouw was weer dronken dus het was niet moeilijk. Ik gebruikte de kennis die ik had gekregen toen ik hier de vorige pizza kwam brengen om haar vertrouwen te winnen. In de woonkamer stond ik stil. Tijd om te doen waar ik voor gekomen was. Ik haalde het mes uit mijn mouw en stak het zonder ook maar een seconde stil te staan in haar hart. Zera kwam via de achterdeur binnen en stopte het dode lichaam in haar tas. Ik reed met de bakfiets om het huis en op een blinde vlek voor alle buurtbewoners liet Zera het lichaam in de bak. We reden naar de dichtstbijzijnde rivier en dumpte het lichaam. Het zakte meteen naar de bodem.
Een echte huurmoordenaar laat geen enkel bewijs achter.
YOU ARE READING
Borretti (✔)
Short StoryMirum is een doodnormale jongen, toch? Hij gaat naar school, hij heeft vrienden en familie en een baan. Wat kan er mis gaan? (Kaft door @hannahv37 )