Chapter 11

44 3 0
                                    

Chapter 11

Ik noem ze episodes, ze komen en gaan. Ik heb er zelf geen invloed op wanneer ze komen.

Soms voel ik ze opkomen en kan ik mij erop voorbereiden.

Soms komen ze als een klap, een stomp in de maag, een knal. Noem maar op, ze verschijnen gewoon ineens.

De tweede manier gebeurt het vaakst.

Zoals nu.

Het gevoel overspoelde me, het greep me vast en wikkelde zich om mij heen. Pijn ontstond in elke vezel in mijn lichaam en weg gaan deed het niet.

Ik lig in bed en ik ben klaar wakker, volgens mijn wekker is het ergens midden in de nacht en een dun reepje maanlicht valt tussen de kieren van mijn gordijnen naar binnen.

Het is raar als zoiets gebeurd. Ik werd zo'n 10 minuten geleden zwetend wakker uit een nachtmerrie en ineens was dat gevoel daar.

En het is nog stommer omdat ik net een fantastische avond gehad met een zekere Louis Tomlinson. Van het begin tot het eind was ik zo ontzettend gelukkig, constant met vlinders in mijn buik en een blos op mijn wangen. De hele avond hebben we gelachen en gepraat. De paparazzi die ons volgde hebben we genegeerd terwijl onze handen zich verstrengelde en we keerde ze de rug toe toen hij mij een zoen gaf onderweg naar huis.

Het voelt zo ondankbaar dat ik mij nu zo voel. Straks lijkt het net naar hem alsof ik niet heb genoten van afgelopen avond, of dat ik hij niet goed kon zoenen, of nog erger: Dat ik hem niet leuk vind.

Voorzichtig duw ik de dekens weg en sta langzaam op vanuit mijn bed. Door de fysieke pijn zak ik bijna door mijn benen en met veel moeite kom ik in de badkamer terecht waar ik nog net kan de wc-bril omhoog kan duwen voordat al mijn eten mijn buik verlaat.

Ik ga langzaam op de grond zitten en haal diep adem. Uit het niets beginnen de tranen te lopen en al snel zit ik vast in een verstik soort huilen. Ik kan niet stoppen en het lijkt alsof ik huil voor de laatste keer in mijn leven, met zovelen stromen de tranen naar buiten.

Ik grijp mijn buik vast als er een pijnscheut doorheen schiet, mijn adem blijft steken achter in mijn keel en vanuit het niets lijkt er alsof mijn hele lichaam geëlektrocuteerd wordt. Ik grijp de badrand vast en trek mezelf heel langzaam omhoog, de pijn onderdrukkend. Mijn benen trillen terwijl ik naar de deur loop en half struikelend waan ik mij door mijn kamer onderweg naar de gang.

Lopend de trap afgaan, durf ik niet, dus ik ga op mijn billen zitten en schuif zo voorzichtig mogelijk naar beneden. Ik strompel door de gang terwijl de tranen blijven stromen en met moeite kom ik in de keuken.

Heel langzaam rijk ik naar het keukenkastje boven de gootsteen, maar ik krimp weer ineen als het te hoog is. Verslagen zak ik weer op de grond en alweer gaat er een pijnschoot door mijn lichaam.

Ik probeer diep adem te halen, maar in plaats daarvan stokt mijn adem alleen maar en veranderen de pijnschoten in een constante pijn in mijn lichaam. Mijn handen gaan naar mijn haar en verbergen zich erin.

Buiten alle pijn en paniek ontstaat er een nieuw gevoel. Een ander, maar bekend gevoel. Een gevoel dat ik niet hoor te voelen en wat ik al een tijdje niet heb gevoelt.

Ergens in mijn achterhoofd gilt een stemmetje dat ik hulp moet zoeken, of in ieder geval weg moet gaan uit de keuken, naar een plek waar het veiliger is zodat ik mezelf niks aan doe. Het stemmetje is zo luid dat het het andere gevoel overstemt. Met moeite probeer ik omhoog te kopen, maar als ik weet dat het zinloos is, kruip ik verder.

In compleet andere omstandigheden was dit misschien grappig geweest, maar nu is het vooral een hulpeloos gevoel. Ik kom net de keuken uit als mijn armen het begeven, ik zak erdoorheen en blijf daar liggen, ik rol me op tot een bolletje en probeer de snikken zo zacht mogelijk te houden.

Changes // Louis TomlinsonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu