Hoofdstuk 3

192 13 1
                                    

Jack 

Eindelijk, ik sta op de slee. Een golf van adrenaline stroomt door mijn lichaam. "Go!" roep ik hard om de honden te extra aan te sporen. Ik spring van de rem en laat ons gaan. Ik hoor Hannah, die voor me in onze slee zit, gillen. "Hallo, ik schrik me rot!." roept ze. Ik grinnik. "Dat was de bedoeling." Roep ik haar lachend toe.

Ik zucht en kijk om me heen. Wat een heerlijk gevoel en wat een rust. Dit was de rust waar ik op zoek naar was. De rust die ik thuis niet kon vinden. Ik schud snel mijn gedachte weg. Niet aan thuis denken Jack. Focus op de honden, focus op dit geweldige avontuur. Hannah schiet omhoog en wijst in de verte. "Een eland!" roept ze opgewekt. Ik tuur in de verte maar zie niets. "Je ziet spoken joh, dat is geen eland maar een boom." Ze kijkt me boos aan, maar zegt niets. Ergens voel ik mij rot. Dit avontuur was een kans om de echte Jack te laten zien en niet dit toneelspel waar ik de afgelopen jaren zo gewend aan ben geraakt. Hier kent niemand mijn verhaal. Hier heeft niemand iets verkeerd gedaan. Vanaf nu geen toneelspel meer neem ik mijzelf voor.

De honden willen steeds sneller en sneller. "Ik denk dat we er bijna zijn." gil ik naar Hannah. Ze kijkt me aan met haar hazelnootbruine ogen en knikt.

Wat staat die muts haar goed.

Ze wijst in de verte "Dat zal de hut wel zijn." Ze stopt even en draait zich verder naar mij toe. "En nee, dit keer is het meer dan een boom." Ik lach en geef haar gelijk. "Dat moet het zijn!" We komen steeds dichterbij. Er staan heel wat kleine hondenhokjes en een groter hutje. De gidsen remmen af en zetten de honden aan de kant. Ze laten zien hoe we onze honden aftuigen en naar hun hok brengen. Dit vergt teamwerk tussen mij en Hannah, wat eigenlijk verassend goed gaat. Ik houd de honden vast en Hannah verwijdert het tuigje en doet hun halsband om. Als eerste zijn we klaar met al onze honden. "Goed teamwork!" Roep ik naar haar. Ze glimlacht maar zegt niets. Snel loopt ze naar de andere toe om te helpen. We krijgen allen een taak om te doen. Ik heb de opdracht om samen met Robin het vuur aan te maken. Door alle adrenaline merk ik pas dat ik het echt koud heb als ik de hut binnen kom. Het vuur staat aan, de honden hebben eten en alle spullen zijn uit de sledes. Hannah en Amelia zijn aan het eten begonnen. Er worden worstjes geroosterd en tosti's gemaakt boven het vuur. Het ruikt goed! Ik kijk de hut rond. Het is niet meer dan een grote kamer met een vuurplaats in het midden. Eromheen liggen boomstammen om op te zitten. Daaromheen liggen de uitgerolde matjes met de slaapzakken erop. We slapen allemaal in dezelfde kamer. Ik betrap mezelf erop dat ik weer naar Hannah staar. Ze is druk bezig met het eten en de warmte van het vuur geven een blos op haar wangen. Er is iets aan haar wat me naar haar toetrekt, maar tegelijkertijd wil ik er alles aan doen om haar op afstand te houden. Betrapt. Hannah kijkt me vragend aan. "Is er iets?" vraagt ze. Ik schud snel mijn hoofd en voel het bloed naar mijn wangen stijgen. "Ik zat te kijken of je het wel goed doet." Mompel ik. Shit, waarom zeg ik dat nou weer. "Nou, het komt goed hoor." roept ze geïrriteerd. Poging om aardig te doen mislukt.

Rosalie en Daan blijken ook een stel te zijn komen we tijdens het eten achter. Lachend vertellen ze hoe ze elkaar hier tijdens het werk hebben leren kennen. Er hangt een gemoedelijke sfeer. Het zijn fijne mensen. Iedereen is positief en gemotiveerd. Toch houd ik iedereen nog op afstand en ik verdwijn een op de achtergrond. Hannah zit naast me en ze geniet zichtbaar. Ze is mooi als ze lacht.   

Opposites attractWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu