Hoofstuk 12 - Waarom is dit mijn leven?

154 11 2
                                    

Zaterdag, 08:03

Ik wordt wakker van een hand die over mijn wang strijkt. Ik knipper met mijn ogen. "Eddy?"

Ik schiet overeind. Dolblij vlieg ik hem om de hals. Hij neemt me in zijn armen.

"Je bent terug," snik ik en ik kijk hem aan.

Hij glimlacht en hij kust me teder. "Natuurlijk ben ik terug."

"Maar de politie dan?"

Hij haalt zijn schouders op. "Dat zien we nog wel. Daar wil ik nu even niet aan denken." Hij kijkt even kort naar mijn dikke buik. "Hoe gaat het met...," vraagt hij.

"Goed," zeg ik. Dit keer glimlach ik.

"Ik kan het nog steeds niet echt bevatten. Maar ik vind het zo mooi," zegt hij zachtjes.

"Wil je de foto's van de echo's zien?"

Hij knikt. Ik zie hoe hij straalt als hij ze bekijkt, maar ik zie ook iets van verdriet. Hij kon daar niet bijzijn. Bee en Lou waren allebei mee geweest, omdat ik dat graag wilde.

Ik sla mijn armen van achter hem om zijn nek. "Wat vind je er van?"

"Prachtig," fluistert hij en hij kust me.

We schrikken op van het geluid van de voordeur. Daniel zal wel thuis zijn. Hij haalt zijn schouders op en voor het eerst na al die tijd zie ik die ondeugende en ook best wel schattige grijns op zijn gezicht verschijnen.

Hij kust me weer, zich niets aantrekken van de voetstappen die de trap opkomen en het geroep van Daniel. Waar zouden Jonathan en Coen eigenlijk zijn?

Enkele weken later

Dinsdag 12:34

Ik ben het thuiszitten zat. Ik ben nog een hele tijd naar school gegaan, ook toen mijn buik al dikker werd. Wijde truien en dikke vesten waren de uitkomst, maar dat zelfs dat werkt nu niet meer. Niet zo gek eigenlijk, na negentien weken.

Ik leg mijn hoofd tegen Eddy's arm. Deze film heb ik al een keer gezien. We zijn alleen een beetje door de voorraad heen.

Eddy kijkt opzij. Hij glimlacht en geeft me een kus op mijn voorhoofd, om daarna weer gefocust naar de film te kijken, die hij waarschijnlijk nog nooit gezien heeft.

Ik zucht en hij richt zijn aandacht weer op mij. "Wat is er?"

Ik haal mijn schouders op. "Kunnen we een stukje gaan wandelen, of zoiets?"

Hij kijkt even bedenkelijk: "Kun je dat aan?"

"Ik ben niet gehandicapt," zeg ik en ik rol met mijn ogen. Hij gaat er verder niet op in. Hij helpt me met mijn sneakers aantrekken, bukken is niet bepaald mijn favoriete bezigheid.

Hand in hand lopen we vijf minuten later in het park. Ik snuif de frisse lucht naar binnen. Het park is vol met spelende kinderen, kletsende moeders en hier en daar een oudje op een van de bankjes. We trekken ons er niets van aan en gaan ergens op een afgelegen bankje zitten.

"Er is vandaag een markt," wijst Eddy naar een tijdje naar een affiche dat op een van de bomen geplakt is. "Zullen we daarheen?"

Ik knik. Als we de hele tijd op dit bankje blijven zitten, dan hadden we net zo goed thuis op de bank kunnen zitten.

De markt is op zich niet veel bijzonders. Na een half uurtje begin ik moe te worden. "Ik wil terug naar huis," zeg ik tegen Eddy. Hij zucht even. Volgens mij is hij nog lang niet uitgekeken. Maar ik ben het echt zat op dit moment. Daar komt bij dat het ook nog een redelijk stuk lopen terug is en ik heb niet veel energie meer. Daar komt bij dat mijn voeten heel erg pijn doen.

Love Don't DieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu