Hoofdstuk 53: Te dicht op elkaar

55 13 3
                                    

"Ik kan nou eenmaal niet vierentwintig-zeven daar in dat kut nest zitten wind sturen alleen maar omdat jij wilt dat ik op moet schieten, en waarom überhaupt?! We komen er toch wel aan! Wat mij betreft mag jij je arrogante mond maar eens gewoon dichthouden en ophouden met dit nutteloze gezeik!" Snauwt Diana naar mij.

Dit is dag drie op de boot, 's avonds... de zon is al een tijdje onder, we hebben al weer met z'n allen gegeten en door mijn paranoïde gevoel met wat de dag erger wordt heb ik aan Diana gesuggereerd om weer verder te gaan met de boot te sturen, maar we zijn beiden moe, geïrriteerd, en verveeld. Onze gevoelens en gedachtes botsen met elkaar, hierdoor ontstaan telkens discussies en ruzies uit, en nu dus weer...

"Jij zei dat het ongeveer zes dagen zou duren! Heb je dan wel rekening gehouden met het feit dat jij weer rustig alle tijd van de fucking wereld neemt om te dineren, hm?!" Roep ik terug. We staan op het dek, en we zijn de enigen. De rest vermijdt ons als de pest wanneer wij weer ruziën. Zij zitten nu dus ergens binnen. Anna ook, want ook al zou ze niet echt makkelijk kunnen begrijpen wat we zeggen aangezien het donker is en we nogal snel praten, je kan duidelijk zien dat we nogal een scène aan het creëeren zijn hier.

"Ja, ongeveer! Ik kan toch niet binnen een kwartier zo even elke minuut gaan berekenen die ik zou moeten spenderen om zo in Fenrin aan te komen?!" Roept ze weer, gevolgd door wat gemompel in haarzelf en een diepe zucht. Ze slaat haar armen over elkaar heen en kijkt mij doordringend aan en trekt haar wenkbrauwen op. Spottend, kijkend of ik een beter weerwoord heb voor haar.

Dit irriteert mij mateloos, al helemaal aangezien ik inderdaad ook niet een goed argument nu heb. "Ja nou het zou wel fijn geweest zijn als je dat zou weten-"

Diana gooit haar armen in de lucht. "Oh echt joh?" Zegt ze sarcastisch voordat ze gewoon weer verder gaat. "Ik ben ook nog nooit in Fenrin geweest. Dit was ook mijn eerste keer in Midusa. Ik heb geluk dat ik de routebeschrijving van Stefan heb gekregen, anders moesten we dat ook weer uitzoeken met de kaart die wij nu hebben, die je ook niet zonder mij zou hebben. We doen dit allemaal voor jou en jou alleen, een beetje dankbaar zou fijn zijn, maar blijkbaar is dat te veel gevraagd voor zo'n soort persoon wat jij uiteindelijk geworden bent, blijkbaar." Haar blik is niet spottend meer, of kwaad, zelfs niet meer geïrriteerd... het lijkt nu enkel koud. Emotieloos, bijna. "Welterusten, Bart." Voegt ze er nog aan toe voordat ze zich omdraait en naar binnen gaat.

Dan sta ik daar alleen op het dek. Ik voel me geraakt, hoe durfde ze dat te zeggen?! Natuurlijk ben ik dankbaar! Als ik niet dankbaar was of tevreden dan had ik zoiets toch echt wel gezegd?! Ik geef hen complimenten, ik toon mijn dankbaarheid en ik geef om ze, en nu doet zij of als dat allemaal geen kut kan schelen en ik de meest egoïstische persoon ben die op deze aardkloot rondloopt.

Ik probeer mezelf ervan te overtuigen dat ze maar gewoon wat uitkraaide omdat ze boos was en dat ik wat zij zei maar het beste gewoon kan vergeten maar toch moet ik er steeds aan denken; doe ik niet genoeg mijn best? Zeg ik het niet vaak genoeg, dat ik dankbaar ben? Maar dan alsnog, als ik niet om ze gaf, dan zou ik toch makkelijk over mijn tijdslimiet kunnen vertellen?

Uiteindelijk laat ik het er maar bij en ga ik na een tijdje daar in de openlucht zitten nadenken naar binnen en daarna naar bed. Voor de zoveelste keer val ik in een onrustige slaap.

She Came BackWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu