Liv en ik lopen naar haar kamer en kijken via het raam naar buiten. We zien Sanne naar buiten lopen en 2 minuten later Levy ook. Opeens horen we geschreeuw, Liv kijkt benauwd om haar heen "zijn Jens en Finn dat?". Ik kijk haar aan "maken ze wel eens ruzie?". "Nee nooit, ze zijn echt allerbeste vrienden, hij zou ook blijven slapen dacht ik" zegt ze twijfelend. Ik kijk door het raam en zie Jens geïrriteerd naar buiten lopen "jeetje man, je hebt haar echt pijn gedaan" versta ik nog net. Dan komt Finn ook naar buiten gelopen, hij ziet er echt woedend uit. Ik versta niet wat hij zegt maar hij schreeuwt heel erg, Liv kijkt met verschrikte ogen naar buiten. "Ik heb mijn broer nog nooit zo gezien" zegt ze voorzichtig. Opeens voel ik me heel schuldig, ik weet niet waarom. Ik sla mijn arm om haar heen "kom we gaan zo slapen, ga anders alvast je tanden poetsen". Liv loopt naar de badkamer en ik zie door het raam dat het er nog precies hetzelfde uit ziet, Jens kijkt wanhopig naar Finn "Jezus, wat is er met jou aan de hand?". De rest versta ik weer niet maar Jens fietst na een paar minuten boos weg. Ik kijk naar Finn en weet niet wat er gebeurd, wat is die jongen toch allemaal aan het doen!
Ik kijk naast me en zie dat Liv al lang slaapt, ik draai me om, ik denk niet dat ik kan slapen vannacht. Het is ondertussen allang stil in het huis, het enige wat ik hoor is Liv haar ademhaling. Ik draai me nog eens om en doe mijn ogen dicht. Opeens hoor ik de deur zachtjes opengaan, ik kijk en zie dat Finn er staat. "Wat doe jij nou weer hier!" Gil ik bijna. "Ssttt, kom even mee dan leg ik het je uit" zegt hij rustig. Ik weet niet waarom, maar ik loop achter hem aan naar beneden. Hij gaat op de bank zitten en ik ga naast hem zitten. Finn kijkt me aan "Jens is". Ik onderbreek hem terwijl ik opsta "als je zo gaat beginnen ben ik hier weg". "Nee nee alsjeblieft ik, ik please" smeekt hij. Ik besluit om weer te gaan zitten en wacht tot hij iets gaat zeggen. "Het spijt me echt" zegt hij zachtjes. "I dont care" zeg ik hard. "Dat doe je wel" zegt Finn "Jens vertelde dat je aan het huilen was". "Oh en jij dacht dus dat dat om jou was, want dat was het dus niet" zeg ik nog steeds gevoelloos. Finn kijkt gekwetst "nou oke dan hoef ik me daar geen zorgen over te maken". "Was dat alles?" Zeg ik terwijl ik op sta. "Waarom doe je zo?" Zegt Finn fel. "Waarom ik zo doe? Omdat het je geen ene flikker boeit dat je anderen pijn doet Finn, en je doet mensen pijn Finn, echt waar!" Zeg ik terwijl ik de tranen in mijn ogen voel springen. Finn pakt me vast en duwt me zachtjes terug op de bank "ik sorry, ik ik weet het gewoon niet". Bij het zien van zijn blik verzacht ik iets maar ik blijf stil. Hij kijkt me aan en zegt zachtjes "ik vond het gewoon niet leuk wat je met Jens deed". Ik kijk hem aan "hoezo? Je hebt Sanne toch". Hij kijkt me hulpeloos aan "ik weet niet wat Sanne van me wil, maar ik wil niks van haar hoor". Ik glimlach en hoop dat hij het niet ziet. "Glimlach je nou?" Zegt hij grijnzend. "Ja sorry hoor maar die bitch verdient dat gewoon" zeg ik al wat vrolijker. Finn begint te lachen en ik moet met hem meelachen. "Dit is een stuk beter hé?" Zegt Finn terwijl hij me aankijkt. "Ja zeker" zeg ik, hem niet aankijkend. "Kijk me eens aan" zegt Finn tegen me. Ik draai me naar hem toe "waarom?". Finn glimlacht "gewoon". Hij schuift wat dichter naar me toe. Ik lach naar hem. "Dat moet je vaker doen" zegt hij serieus. "Wat?" Vraag ik. "Lachen" zegt hij nog steeds serieuzer. Ik kijk hem aan, meent hij dit nou? Hij zit nu bijna tegen me aan en kijkt in mijn ogen "Faye, je wil niet weten wat je met me doet". Nog voordat ik kan vragen wat hij bedoeld drukt hij zijn zachte lippen op de mijne en zoen ik hem terug. Als hij zijn lippen van de mijne afhaalt ben ik in de war. Wow dit ben ik niet, ik ben niet zo ik uh moet hier weg. Ik sta op en loop naar de trap, vlak voor ik naar boven loop draai ik me om "dag Finn" zeg ik en dan loop ik zachtjes naar boven, Finn verbaast achterlatend. Als ik weer in bed lig wil ik glimlachen en huilen tegelijk, ik ben niet zo makkelijk te krijgen, en wat doe ik Liv aan? Ik zucht en val in slaap.