Er was eens een prinsesje en ze woonde in een paleis. op haar 5e verjaardag kreeg ze een groot poppenhuis van haar papa en mama, waar ze heel blij mee was. Ook kreeg ze en mooie pop erbij. Van de andere visite kreeg ze nog een hele berg andere kado's. Ze was dus een echt prinsesje. Maar toen ze ouder werd, voede ze zich steeds ongelukkiger Ze mocht nooit wat doen om behulpzaam te zijn voor de hulpjes die alles schoonmaakten, opruimden, kookten of voor de plantjes in de tuin zorgden. Altijd als ze hielp riepen de hulpjes haar ouders erbij, en die vertelden haar dan dat een prinsesje dat werk niet hoort te doen. Toen het prinsesje op een dag een wandeling door het bos maakte, zag ze een jongen in een weiland zitten die een oe aan het melken was. Ze bleef bij het hek aan de rand van het weiland staan kijken hoe die jongen dat deed. Toen de jongen klar was, pakte hij de emmer onder de koe weg, en liep naar de weg. Het prinsesje liep naar de jongen toe en vroeg:
"Waarom doe je dat?"
De jongen antwoorde: "Dat doe ik elke dag. Deze koeien worden twee keer per dag gemolken. En dan gaat mijn moeder er boter of kaas van maken."
Het prinsesje keek verbaasd en vroeg: "Maar heb jij geen hulpjes dan die dat in de winkel kopen?"
De jongen moest lachen en zei: "Nee, wij hebben niet zoveel geld. We hebben alleen maar een paar koeien."
Het prinsesje wist niet wat ze daarop moest antwoorden. Na diep nagedacht te hebben, zei ze:
"Als jullie een keer iets nodig hebben, mogen jullie het best komen halen bij mij hoor. En als we het niet hebben, halen de hulpjes het wel even op!"
"Dat hoeft niet hoor. We redden ons prima zo! Maar ik ga weer naar huis, moeder wacht op de melk." De jongen draaide zich om, en zwaaide nog even een keer naar het prinsesje. Daarna liep hij snel de weg af naar zijn huis. Toen het prinsesje hem niet meer kon zien , draaide ze zich om en ging ook naar huis toe. Daar vertelde alles over de jongen met de koeien aan haar papa en mama. Maar die vonden het maar niks dat ze met iemand omging die geen geld had. Maar, het prinsesje was eigenwijs en ging elke dag naar de jongen toe als hij ging melken. Dan keek ze eerst hoe hij dat deed, en daarna gingen ze nog even praten. Zo ging het een paar weken door. Op een dag, toen het prinsesje weer stond te kijken, vroeg de jongen of het prinsesje het ook een keer wou proberen. Nou, dat wou ze wel en liep gelijk het weiland in naar de koeien toe. De jongen legde uit hoe het moest en daarna mocht zij het proberen. Maar het lukte haar niet. De jongen bleef net zo lang uitleggen en voordoen tot het lukte. Vanaf toen kwam het prinsesje elke dag helpen met de koeien melken. Ook hielp ze de melk naar het huis van de jongen te brengen. Ze vond dat hij hele aardige ouders had, en een leuke zus met wie ze goed op kon schieten. Elke middag was ze daar, en hielp met allerlei dingen. Ze vond het fijn eindelij wat te kunnen doen en mensen te helpen.
Op een middag toen ze met z'n allen een spelletje speelden, werd er op de deur geklopt. De moeder van de jongen stond op en deed de deur open. Even later kwam ze terug en liep er een vrouw achter haar aan. Het prinsesje herkende haar meteen. Het was één van de hulpjes!
Het hulpje zei meteen: "Wat doe je hier? Je weet best dat je niet met zulke arme mensen om mag gaan! Gedraag je zoals een prinses dat doet en kom nu direct mee!"
En voordat iemand wat kon zeggen sleurde het hulpje het prinsesje mee aan haar arm. Bhij het paleis wachtten haar ouders al op haar. Die waren heel boos, en verboden het om nog naar buiten te gaan. Ze moest voortaan de hele middag op haar kamer zitten. Ze miste de jongen met zijn koeien en familie heel erg. En ze wist heel goed dat het hulpje de familie gekwetst had door te zeggen dat ze arm waren. Dus besloot ze een brief te schrijven:
'Lieve mensen,
Ik weet niet eens jullie namen. Daarom zeg ik maar even mensen. Ik wil zeggen dat het me heel erg spijt van wat er gebeurd is. Ik vind het helemaal niet erg dat jullie niet zoveel geld hebben. Ik vind het juist veel leuker bij jullie! Om bijvoorbeeld koeien te melken of koken. HIer mag ik namelijk niks! Alle hulpjes moeten alles voor ons doen. Ik moet nu voor straf elke middag op mijn kamer zitten, omdat ik elke dag bij jullie was. Maar ik mis jullie heel erg. Bij jullie is het altijd zo gezellig, en altijd wat leuks te doen. Maar de hulpjes hier zijn helemaal niet zo aardig, want ze zeggen altijd wat ik moet doen. Volgens papa en mama hoort dat zo voor een prinsesje. En dat ik later met een prins moet trouwen en dan mijn eigen hulpjes heb. Maar dat wil ik helemaal niet! Ik wil net als jullie elke dag koeien melken en zelf eten koken! Ik vind het gemeen van papa en mama dat ik niet meer naar jullie toe mag. Ik mis jullie heel erg en als ik weer naar buiten mag kom ik weer naar jullie toe. Ik hoop dat jullie niet boos op mij zijn.
groetjes van prinsesje Sophie.'
Toen ze de brief af had, deed ze hem in een envelop en ging naar haar ouders toe. Ze vroeg op haar allerliefst of ze altjeblieft een wandeling mocht maken. De koning wist dat er op deze tijd niet gemolken werd, dus kon ze niet naar de jongen toe. De koning vond het goed en snel ging het prinsesje op weg. Omdat ze bang was dat er een hulpje achter haar aan kwam ging ze ook niet naar het huisje toe. Ze liep naar het weiland waar de koeien stonden en hing het briefje aan een paalte aan de rand van het weiland.
'Daar vind hij hem vast wel.' Dacht ze. Daarna liep ze weer langzaam terug naar het paleis. De rest van de dag staarde ze uit het raam zonder ook maar iets te doen. En zo ging het heel veel dagen. De koning en koningin gingen zich toch wel een beetje zorgen maken. Maar, als ze zeiden dat ze weer naar buiten mocht, zou ze weer naar die familie toe gaan, en dat mocht niet!
Op een dag kwam er iemand een brief brengen. En die was voor het prinsesje! Snel maakte ze hem open en begon te lezen:
'Lief prinsesje,
We zijn helemaal niet boos op jou! Jij kan er niks aan doen dat je niet met ons om mag gaan. Wel vinden wij het jammer, want het was heel gezellig als je er was. En ook vond moeder het fijn als je haar hielp. Nu is het heel saai om koeien te melken. Met z'n tweeën is veel gezelliger!
Mijn ouders hebben een brief aan jou ouders geschreven en uitgelegd dat je kwam helpen, en hoe fijn wij dat vinden. We hopen allemaal dat het helpt, en je snel weer langs mag komen!
Groetjes Kees en de rest.'
Opgelucht legde ze de brief weg. Ze waren gelukkig niet boos op haar! Ze hoopte dat haar ouders het goed vonden dat ze weer naar hun toe mocht. Haar ouders! Ze schoot overeind. Die zouden natuurlijk heel boos worden! Voordat ze naar beneden kon gaan en vragen of ze niet boos wouden zijn, werd er op haar deur geklopt. Haar vader kwam naar binnen met een brief in zijn hand. Zijn kroon viel bijna van zijn hoofd, zo snel liep hij! het prinsesje dacht dat hij heel boos was, maar tot haar grote verbazing was dat helemaal niet zo! Hij ging op he tbed van het prinsesje zitten en zei:
"Wij hebben de brief gelezen, en moeder en ik hebben erover gepraat. Moeder vind dat je wel naar Kees toe mag, maar ik vind dat schandalig. Daarom hebben we besloten dat je één keer in de week naar Kees mag.
JE LEEST
Het prinsesje en de boerenjongen
AdventureVerhaaltje over een prinsesje die een boerenjongen ontmoet.