Deel 1 Hoofdstuk 3 ~ De Noodbel

21 3 1
                                    

Na wat er die ochtend was gebeurd kon ik me niet meer volledig op de lessen focussen. Ik kon alleen nog maar denken aan wat zou kunnen zijn geweest. Maar nu, na drie lange uren liep ik eindelijk de aula in. Niet om te zitten maar om eten te halen en dan de gangen weer in te lopen. Want dat is wat ik doe. Ik struin de gangen af naar een stil en rustig plekje zonder bekritiserende ogen en zacht gefluister, daar eet ik mijn lunch. Vandaag zou niet anders hoeven zijn, als Ben me niet midden in de aula had gestopt.
"Waarom kom je vandaag niet eens een keer bij mij en mijn vrienden zitten? Je zit altijd zo alleen." Zei hij.
De halve aula keek inmiddels al naar de ongewone gebeurtenis.
"Nee." Antwoord ik simpelweg.
Ben keek me verbaasd aan en de aula volgde zijn voorbeeld.
"Ah, waarom niet? Dat wordt gezellig." Zei hij nog een beetje overrompeld door het botte antwoord.
"Jij en je vrienden kunnen oprotten. Ik eet alleen."
Hij deed alsof hij me niet gehoord en trok me naar de zijkant van de aula om de aandacht van ons weg te halen.
"Ik doe dit voor jou. Je wilt toch niet dat iedereen je blijft haten. Ik probeer je te helpen dus werk een keer mee." Zei hij nu een beetje gefrustreerd.
"Iedereen haat me?" Zei ik quasi verbaast. "Dat boeit me vrij weinig, maar aangezien het veel voor je betekend, zal ik met je meegaan."

Zittend aan de tafel vol populaire jongens is ongemakkelijk. Ze keken me allemaal aan. Ben probeerde me voor te stellen aan zijn vrienden, maar ik nam de moeite niet om hun namen te onthouden. Ik vond ze ook niet interessant, niet de moeite waard. Een van de jongens trok wel mijn aandacht. Maar het was niet zijn licht blonde haar. Het waren zijn sokken die ik al had gezien toen ik op het bankje werd gedrukt door Ben. Zijn sokken waren wit en hoog, met aan de bovenkant een blauw logo van een raaf met daaronder de zin ' freedom for all'. Het was het logo van in mijn black-out. Eigenlijk wilde ik de jongen ernaar vragen, maar Ben begon weer tegen me te praten. Het was een van de langste pauzes die ik ooit had gehad. Ben die steeds maar tegen me bleef praten, en de brandende vragen waar ik maar geen kans voor kreeg om te stellen. Waar is het logo van? Wat wordt er bedoeld met freedom for all? Hebben andere ook last van black-outs? Of ben ik de enige? Maar er was steeds maar geen kans om ze te vragen. Ineens gaat er een bel die we niet vaal horen. Het was de noodbel. Deze gaat af als er een brand is, maar ook als er een spoedmededeling gedaan moet worden. We volgden het protocol. Iedereen ging netjes in hun aangewezen vakken staan in de aula en ik word eindelijk van Ben gescheiden. Onze directeur komt de aula binnenlopen. Hij gaat voorin staan met een microfoon in zijn hand. Ik hoorde hier en daar een opgeluchte zucht, waarschijnlijk omdat deze actie van de directeur betekende dat er geen brand was. De directeur, een korte gedrongen man met een kalend hoofd en borstelig snorretje, kuchtte ongemakkelijk in de microfoon. Het werd stil in de aula.
"Sorry, als ik jullie heb laten schrikken met de noodbel." Begon hij. "Vandaag is er een hele belangrijke inspecteur op school. Hij komt jullie allemaal even testen. Dit is om zeker te zijn dat jullie niet Het Virus hebben."
Het Virus, een ziekte die met een jongetje begon, en zo immens snel heeft uitgebreid dat het de halve wereldpopulatie heeft uitgeroeid. Iedereen binnen Jarria is veilig, maar toch word het altijd gecheckt. Als het binnen een Kwadrant uitbreekt, wordt het hele Kwadrant afgesloten. Zo is Kwadrant 48 in stof veranderd.
Gecheckt worden op Het Virus is iets wat vier keer per jaar gebeurd. Altijd op dezelfde dag en dezelfde tijd. We zijn al vier keer gecheckt op Het Virus. Er was iets anders aan de hand. Niemand leek het te merken.
De man die de directeur voorstelde als de inspecteur kwam binnenlopen. Hij droeg een zwarte jas, en had een lang litteken over zijn kaaklijn.  Hij droeg op zijn jas het logo dat de jongen aan tafel op zijn sokken droeg, en wat ik tijdens mijn black-out had gezien. Maar ook deze man kwam me bekend voor. Ik herkende hem van waar ik het logo ook had gezien... mijn black-out. De man liep langs iedereen en keek elk kind recht in de ogen aan. De rest van de meisjes begonnen te giechelen als hij dat deed, dus ik besloot hun voorbeeld te volgen en giechelde misschien iets te dramatisch toen hij mij in de ogen aankeek. Maar hij leek het niet te merken en liep door. Bij Ben bleef hij langer staan ook bij een andere jongen die ik niet goed kon zien. De man liep terug naar de directeur, die een beetje heen en weer stond te wiebelen. De man nam de microfoon over van de directeur en begon tegen de groep kinderen te praten.
"Ik geen tijd om mezelf voor te stellen, want ik vind dat nutteloos. Alleen mensen die mijn moeten weten krijgen hem te weten, voor de rest boeit het jullie toch niet. Ik wil graag dat jullie allemaal nu even jullie mond houden, en naar mij kijken. In mijn ogen graag."
Alle kinderen keken de man in de ogen en ik volgde hun voorbeeld. Er was eigenlijk helemaal niets speciaals aan zijn ogen. Ze waren net zoals die van elk ander in Kwadrant 44 bruin. Dat dacht ik tenminste. Ineens verschoten ze van kleur, naar een diepblauwe kleur. Alle leerlingen verstrekten en stonden met een rechte rug in nette lijnen, die net nog rommelig waren geweest. Zelfs de jongen die een lichte bochel had, stond recht. Ik besloot snel de rest te volgen. De man gaf me de kriebels en ik wilde niet in de problemen komen. Ik was duidelijk niet de enige die de hypnotiserende ogen van de man had kunnen weerstaan. Ben en een andere jongen stonden los van de lijnen met leerlingen. Ze keken verbaast en geschrokken om zich heen. De man liep naar voren en bekeek de jongens grondig, hij knikte naar de directeur, en wenkte de jongens om hem te volgen. Ben stond op het punt om hem te volgen hij mij ineens aankeek. Hij verstrakte en begon te praten.
"Waar gaan we heen? Moet de rest niet mee?"
De man draaide zich om en keek hem strak aan.
"Jullie zijn de enige van deze zooi mislukkelingen die zich niet gedragen als schapen, dus als je een betekenisvolle toekomst wilt hebben, dan zou ik me volgen." Zei de man waarna hij zich weer omdraaide en verder liep.
Ben keek me nog een keer aan, ik zag dat niemand keek en maakte een korte, snelle beweging met mijn hand, hopend dat Ben het zou zien. Dat deden we toen we heel klein waren ook als onze moeders aan het praten waren. Hij leek het te merken maar liep toch treuzelen door, achter de man aan. Hij verdween door de deuropening. De leerlingen die nog steeds in trance waren, kwamen in beweging en liepen en strakke gelijke passen naar hun lokalen. Ik probeerde iedereen zo goed mogelijk na te doen en volgde iedereen naar mijn lokaal. Daar ging iedereen zitten en begon de les weer, alsof de noodbel nooit was gebeurd.

I seeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu