'Doei mam, zie je vanmiddag!' Roep ik naar mijn moeder. Haastig loop ik naar de deur. Crap, ik kom bijna te laat! Opeens stond mijn moeder achter me. Ik schrok ervan. 'Je tas,' lachte mijn moeder. 'Ik zag je wel schrikken hoor. Ga nu maar gauw weg, anders kom je nog telaat!' Nadat ze dat zei, dacht ik weer aan het feit dat ik te laat zal komen als ik nu niet snel zou gaan. 'Doei mam! Nu echt haha!' Terwijl ik dat zei racete ik naar de deur, en sprong ik op mijn fiets. Ik dacht na over hoe fijn ik het vind dat mijn moeder altijd zo zorgzaam en aardig is. Het voeld vertrouwd aan als je bij haar bent, omdat ze altijd weet wat ze doet. 'Jesus kind, kijk eens uit waar je rijd! Ik reed je bijna aan! Pffoeh, de jeugd van tegenwoordig ook...' schreeuwde een man naar me. Ik schrok. Ik had niet door waar ik reed, ik was zo verzonken in mijn liefdevolle gedachten. 'Sorry! Ik lette niet op!' Roep ik terug naar de man achter het stuur. Vanaf mijn fiets kon ik nog net zien hoe hij diep zuchtte.
Eenmaal op het schoolplein zet ik zoals gewoonlijk mijn fiets neer. Het voelde raar, want er stonden bijna geen andere fietsen. Ik liep naar de deur van de school, door naar binnen en ik keek op magister. 'Shit hey, dit meen je niet!' Zei ik zachtjes tegen mezelf. Het bleek dus dat we de eerste twee uur een tussenuur hadden. Rij ik naar school voor niks! Geïrriteerd liep ik terug naar mijn fiets. Ik zoek mijn sleuteltje, maar ik kon hem nergens vinden! Ik keek overal. Toen ineens besefte ik dat hij nog in mijn fiets zat. Wat een topdag dit.. nù al... Ik nam een diepe zucht, stapte op mijn fiets en reed weg. Ik was bij het zebrapad aangekomen en wachtte tot ik kon oversteken. Eindelijk kon het, dus ik rij langzaam naar de overkant. Ineens kwam er uit het niets een matzwarte auto aan. Hij kwam vol gas op me af. Ik stapte van mijn fiets af en rende naar de overkant. Zo! Dat was echt close! Boos keek ik naar de bestuurder, en toen zag ik dat het een jongen was. Ik schatte hem zo rond de 19-20. Met een valse, maar ook wel speelse blik keek hij mij aan. We maakten oogcontact. Ineens zoefde de auto weg.
Geshockeerd reed ik langzaam weg. Ik kon niet meer tegen de stilte, dus deed ik mijn oortjes in en ging maar wat muziek luisteren.