Inmiddels woont ze er al jaren. Nee, ze woont niet in een villa, niet in een huis, zelfs niet in een bejaardentehuis zoals velen van haar leeftijd. Ze is heus niet altijd dakloos geweest, zoals sommigen misscien denken, Mary had een man en een zoon en ze hield van hen beiden. Het gezinnetje had alles wat hun hartjes begeerden, ze waren oh zo gelukkig en Mary hield van haar leven. Datzelfde leven waar ze zichzelf zo gelukkig mee prijsde is nu verleden tijd. Mary's pijnlijke verleden. Nu leeft ze in het heden. Nu leeft ze tegenover de supermarkt waar ze leeft van het bedelen en etensresten die mensen kwijt kunnen. Ze is maar een oude vrouw, ze is ziek en ze krijgt geld, want mensen hebben medelijden met haar.
Voor zo lang heeft ze op deze wijze geleefd, maar sinds kort gebeurt het zelden dat mensen haar niet uitschelden, slaan of in haar gezicht spugen. Mensen wijzen haar op een straatverbod, ouders waarschuwen hun kinderen, kinderen werpen angstige blikken haar kant op...
Ze zeggen dat het haar eigen schuld is. Misschien is dat wel zo. Mary koopt niet alleen maar voedsel van dat geld waar ze uren voor bedelt. Ze koopt bier -of op een goede dag wijn- en drinkt de hele nacht door in een poging alles te vergeten, tot ze in een rusteloze slaap valt en de volgende dag opnieuw begint. Velen beweren dat ze honderden euro's, misschien wel duizenden verdient heeft aan het bedelen. Waar mensen zo lang voor werken, verdient zij door het tegen een muurtje aan leunen en mensen te smeken om nog wat meer, want ze heeft nog steeds niet genoeg. Onzin, vinden ze. Iedere dag belooft Mary zichzelf dat ze haar verleden achter zich laat, maar altijd belandt haar hand weer om een bierfles.
Het gaat steeds slechter met haar, dat weet ze. Eigenlijk zou ze haar geld moeten spenderen aan het kopen van voedsel en medicijnen. Maar dat doet ze niet. Dat kan niet. Iedere dag komt de avond veel te vroeg terwijl ze zit te piekeren en haar gedachtes probeert weg te drinken. Wanneer het zo donker is dat je amper iets kan zien, dan komt de man haar uit haar gedachtes wekken.
''Heb je het geld?'' vraagt hij. Dat vraagt hij iedere dag. En iedere dag geeft zij alles wat ze die dag verzameld heeft. Nu ook weer.
''Is dat alles?'' bromt hij. ''Je had beloofd dat er meer zou komen!''
''Alsjeblieft, dit is alles wat ik heb... De mensen geven me niet meer.''
''Twee euro?! Onmogelijk! Je spendeert te veel aan drank!'' Ze antwoordt niet.
''Je geeft niet om hem.'' zegt hij achteloos. Hij weet dat hij haar geraakt heeft. Ze moet moeite doen om niet te huilen. Ze geeft wel om hem. Ze houdt zielsveel van hem. Zelfs na al die jaren. De man doet een stap naar voren en kijkt dreigend neer op de oude vrouw.
''Als je me niet meer geeft dan zal ik je nooit vertellen waar jouw zoon is!'' Mary slikt de brok in haar keel weg. Die man is haar enige hoop. Hij had beloofd haar te helpen haar zoon te vinden. Ze geeft hem al zo lang haar geld om het antwoord te krijgen. Hij heeft al zo veel genomen... Ze moet haar zoon vinden. En haar man. Dat moet. Ze kan de gedachte niet verdragen dat ze het hen niet heeft kunnen uitleggen.
''Meer kan ik je niet geven.'' Haar stem klinkt zwakjes. Hij glimlacht, maar het is geen lieve glimlacht. Het is een angstaanjagende, sluwe, gemene glimlach.
''Ik heb een idee. Ik zal naar je zoon gaan om hem te vertellen wat er van zijn moeder is geworden.'' Hij kijkt haar doordringend aan en spuugt de laatste woorden uit. ''Een vieze oude zwerver.'' Dit keer lukt het Mary niet haar tranen tegen te houden. Ze klampt zich vast aan zijn mouw en duwt haar gezicht in zijn shirt.
''Alsjeblie hie hieeft... Doe dit niet.'' smeekt ze. De man rukt zich los uit haar greep en draait zich om om weg te lopen, maar Mary graait naar zijn hand en trekt hem terug.
Te hard.
Hij struikelt en valt. Boven op een verloren bierfles. Mary hapt naar adem. Ze hoeft de afwezige hartslag niet te horen om te weten dat hij dood is, de gapende wond in zijn zij zegt al genoeg. Ze huilt. Ze lacht. Ze schreeuwt. Ze weet niet hoe ze zich moet voelen.
Ze is van hem af, ze is vrij! Maar... Ze heeft iemand vermoord... en misschien kan ze nu haar zoon nooit meer vinden.
Al snel zijn Mary en het lijk omsingeld door politiemannen. Ze constateren hetzelfde als Mary. De man is dood. Ze kunnen niets meer voor hem doen. Mary moet verschijnen voor de rechter. De rechter zelf heeft betaald voor haar advocaat, aangezien zij dat zelf nooit kan betalen.
Zijn naam is Sean Easton. Eenmaal in de rechtbank geeft Sean Mary nog een geruststellend kneepje in haar arm. ''Vertel me alles wat je mij al hebt verteld aan de rechter, ik zorg ervoor dat je onschuld bewezen wordt.'' fluistert hij in haar oor.
Als Mary op de getuigenstoel zit kijkt ze naar Sean voor steun. Hij glimlacht bemoedigend naar haar. Het is lang geleden dat ze zo'n oprechte glimlach had gezien.
Mary begint te praten. ''Toen ik nog jong was, was ik getrouwd en had ik een zoontje. We waren heel gelukkig samen. Helaas was niet iedereen om wie ik gaf gelukkig. Een hele goede vriendin van mij was heel ziek en had geld nodig om dure medicijnen te kopen. Zodra ik dit te horen kreeg gaf ik maandelijks grote sommen geld aan haar man, zodat hij de medicijnen kon kopen, maar mijn vriendin werd alleen maar zieker en haar man vroeg om meer. Pas heel laat kwam ik erachter dat hij al het geld uitgaf aan drugs, daarom besloot ik om persoonlijk naar mijn vriendin toe te gaan met het geld. Toen ik bij haar huis aankwam, kwam de politie die ons allemaal arresteerden voor drugsgebruik. Dit bereikte de krant. Ik weet niet waar de geruchten begonnen, maar ze gingen dat ik met de man van mijn vriendin vreemdging. Mijn man geloofde deze geruchten en stuurde mij een scheidingscontract die ik gedwongen werd te ondertekenen in de gevangenis. Toen ik eindelijk vrij werd gelaten heb ik mijn man en ons zoontje overal gezocht om het uit te leggen, ik ben naar de politie geweest voor hulp, ik heb velen ondervraagd... allemaal tevergeefs. Ik moest hulp krijgen. Alleen zou ik ze nooit vinden. De man van mijn vriendin zei dat hij wist waar mijn man was en dat hij dat zou vertellen als ik hem geld gaf. Ik bleef geven, maar hij zei nooit wat over mijn zoon. De laatste keer dat hij bij mij kwam, was fataal voor hem. Ik had niet genoeg geld en hij dreigde mijn zoon te vertellen hoe ik nu ben geworden, daar was ik bang voor. Mijn zoon hoefde niet te weten wie ik was, hij mag alleen weten dat ik om hem en zijn vader geef en dat het me spijt dat ik hem niet kon opvoeden. Ik moest de man stoppen, dus ik trok aan zijn arm. Hij verlpor evenwicht, viel op een leeggedronken bierfles en bloedde dood. Ik voelde me raar. Blij, bang, geschrokken, maar ik weet één ding zeker. Ik ben voor eeuwig van hem af.''
Niemand in de zaal had dit achter de vrouw gezocht. Deze oude vrouw, deze zwerver heeft zo veel slechts meegemaakt... Toch is haar hart nog steeds puur. Toch is de liefde voor haar man en haar zoon geen greintje minder geworden.
"Dank u, Mary." haar tegenstander staat tegenover haar. "Maar de rechter kan niets met dit verhaal. Zonder mensen om dit te bevestigen is het simpelweg niet betrouwbaar."
De rechter mompelt instemmend, discussieerd iets met het OM en tilt zijn hamer op om tot een uiteindelijke uitspraak te komen voor Mary.
"STOP!"roept een man uit het publiek. Sean rent naar de man in het publiek toe en zegt boos; "Vader! Wat doet u nou? U heeft niets hiermee te maken. Ga zitten."
Maar Sean's vader stopt niet met praten. "Ik heb belangrijke informatie die mogelijk uw uitspraak verandert."
De rechter knikt. "U heeft permitie om te praten."
"De vrouw die u daar ziet is mijn vrouw. Ik ben met haar getrouwd geweest. Haar advocaat, is niet alleen mijn zoon, het is ook de haare.''
JE LEEST
Never let go
Short StoryMary leeft op straat en hoopt iedere dag dat ze ooit haar zoon weer zal zien.