Proloog

147 16 2
                                    

"Lyall en Hope, ik sluit deze brief bij, om verduidelijking te geven. Dit weesje, is in een Dreuzelweeshuis achtergelaten. Daar wilden ze haar opvoeden, tot bleek dat ze magische vermogens heeft.

De enige aan wie ik haar kan toevertrouwen zijn jullie, en ik wil jullie dan ook met klem verzoeken voor haar te zorgen.

Op haar elfde zal ik haar, net als jij, toelaten op Zweinstein, waar ze zich kan ontwikkelen tot een waardige heks.

Ik weet hoe moeilijk dit voor jullie moet zijn, gezien jullie constante zorgen om jullie reputatie, maar ik heb alle vertrouwen in jullie kunnen. Zeker ook omdat ik zie hoe Remus het doet op school.

Ik ben me ervan bewust hoeveel ik hiermee van jullie vraag. Maar ze heeft niemand. En er is niemand die capabel genoeg zou zijn de zorg op zich te nemen.

Haar naam is Willow, en ik wil jullie vragen of ze jullie achternaam mag gebruiken, als wees heeft ze er geen.

Vriendelijke groet Albus Perkementus"

Hope Lupos staart naar het bundeltje dat bij haar op de stoep ligt. Ze is klaarwakker, en kijkt haar net zo nieuwsgierig aan als zij de vrouw doe boven haar uit torent.

Even knijpt de vrouw in haar neusbrug, echt iets voor Perkamentus, dit. Hoe moeten zij nou voor dit bundeltje zorgen? Met Remus is het al moeilijk genoeg.

Ze kraait wat, en graait met haar handjes in de lucht.

Alsof ze woordeloos vraagt of zij haar op wilt tillen.

Een jongen voegt zich aan haar zijde, en tilt het bundeltje op, er breekt een lachje los op het gezicht van de baby. Onhandig slaat ze in het rond, en raakt daarbij Remus' wang. Maar hij moet alleen maar lachen.

"Willow," zegt hij, en pakt haar handje beet.

Als hij haar handje weer loslaat, grijpt ze naar zijn wijsvinger.

En tevreden sabbelt ze erop.

Hope kijkt van haar zoon weer naar de brief, en zucht dan, "Remus, lieverd. Hoe vind je het idee van een kleine zus?"

DNA - Een Harry Potter FanfictieWhere stories live. Discover now