~Chapter 25~

305 12 11
                                    

POV. Hope

Ongeduldig tik ik met mijn voet op de grond. Men zegt dat meisjes lang doen over omkleden, maar jongens kunnen er ook wat van. Eindelijk gaat de deur open. "Ik mag dan eeuwig leven hebben, maar heb geen eeuwig geduld" Verontwaardigt kijkt Uriah me aan."Door JOU moest ik me douchen en omkleden. Dus niet zeiken." Okey dat ik wel waar. Zonder iets te zeggen draai ik me om en loop weg. Op de achtergrond hoor ik Uriah lachen.

Met een blij gezicht kijk ik om me heen. Dit heb ik gemist man. Met mijn handen ga ik langs de struiken en ik neem de frisse buiten geur in me op. Uriah grinnikt als ik van vreugde een rondje draai. Ik vermaan mezelf weer en ga rustig naast hem lopen. Zo lopen we een tijdje rustig in stilte. Dit geeft me de kans eindelijk eens na te denken over alles wat er de laatste jaren gebeurt is. Het is allemaal begonnen toen we naar Amerika verhuisde. Er gaat een pijnscheut door me heen. Denkend aan mijn familie. Die ik blijkbaar niet zo goed kende als ik dacht. Een waar ik bang voor ben nooit mee te gaan zien. Of Rhys.. Gelijk schud ik die gedachtes weg. Ik heb er zelf voor gekozen om weg van hun te lopen. Gedeeltelijk dan.

Dan komen we bij de rand van het bos aan. De geluiden van de stad zijn hier goed te horen. En ik heb ze gemist moet ik eerlijk zeggen. Zelfs de geur van brandstof. Ik kijk Uriah vragend aan. Wat nu? Vraag ik me me blik/ "Eigenlijk moeten we weer terug. Maar ik denk dat het goed is even weer tussen de mensen te zijn." Zegt hij met een verlangende blik naar de stad.

Geen idee of hij dat voor mij of voor zichzelf bedoelde. Ik denk voor allebei.

~~

Na een tijdje zijn we aangekomen in een bekend gebied. Ik neem de bekende gebouwen en geuren in me op en vanzelf verschijnt er een glimlach. Het is eigenlijk al weer een hele tijd geleden dat ik hier was. Ik trek Uriah gelijk naar mijn favoriete winkels, gelukkig zitten die er nog steeds. Na een uurtje zie ik dat Uriah eigenlijk weer terug wil. Snap ik wel. Ben ook bang dat Jace hierachter gaat komen. Ik kijk er nu al tegenop om hem weer tegen te komen. Net als we de hoek lopen zie 2 mensen die me heel bekend voorkomen. Als ze zich omdraaien doe ik een stap naar achter van schrik. "Mam? Papa?" Fluister ik vol verbazing. Net als ik een stap naar voor wil zetten word ik naar achter getrokken. Terug het steegje in. "Uriah!'Zeg ik verontwaardigd en trek me weer los. Weer pakt hij me. Dan voel ik ineens een mes tegen mijn nek aan. Ik val van de ene verbazing in de ander. Met grote ogen kijk ik Uriah aan. Ik zie de spijt in zijn ogen staan. "Hope, je hebt ze niet gezien okey?"zegt hij en vloekt zacht. Ik show hem mijn tanden, maar helaas is hij het gewent. Ik zie nog net mijn moeders gezicht. Zelfs vanaf hier kan ik de wallen zien. Beide lopen ze ook met gebogen schouders. Alsof er een grote last op ligt. En ik besef me dat ik dat gedaan heb. Ze delen flyers uit. Net voor ze de hoek om zijn valt er 1 van de stapel. Door de wind meegenomen vliegt het door de straat tot het voor mijn voeten op de grond stil blijft liggen. Met grote ogen staar ik er na. Zodra Uriah me los ( Met de bedreiging wat er gebeurt als ik ze achterna ga) laat buk ik en pak ik het papier op. Als ik het omdraai staar ik recht in mijn eigen gezicht. Een foto van mij met er onder in dikke zwarte letters: Gezocht! Een een belachelijk hoge beloning voor een gouden tip.


Ja ja ik leef nog. Een beetje een kort hoofdstuk maar zeker niet onbelangrijk!

Geschreven: 26-11-19

xxx


Different ~Deel 2 MFL Serie~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu