Het was een koude, gure, grijze ochtend, voor zover ik kan zien vanuit mijn bed, in het kleine raampje boven mijn bed. Ik lig zoals gewoonlijk te wachten tot mijn wekker afgaat. Elke dag om exact 6u37. Dan had ik 8 minuten om mezelf klaar te maken voor de dag. RRRRIIINNNNGGG! Eindelijk opstaan! Wanneer ik opsta klapt mijn bed automatisch in de muur, vroeger schrok ik er nog van, maar tegenwoordig ben ik het al gewoon. Ik pak snel een douche, ga naar de wc en poets mijn tanden. Daarna doe ik mijn saaie dagelijkse kleren aan, een compleet vlekkeloze witte losse katoenen broek en een witte t-shirt met een vreemd logo op. Ik ga naar de andere kant van mijn kamer en om exact 6u45 zit ik aan mijn 1-persoons tafel.
Ik haat deze tafel, hij is saai wit zoals alles hier in deze kamer. Ik heb al vaak geprobeerd om met een druppel bloed een beetje verandering te brengen in al het saaie wit, maar elke keer dat ik het bloed aan de wand veeg verdwijnt het al na enkele seconden. Opgezogen door het vreemde materiaal waarvan de muren zijn gemaakt. Alsof de muur leeft, hetzelfde gebeurt elke keer als ik met mijn eten mors. Het is frustrerend, ik wordt er echt gewoon gek van. De enigste kleur die hier soms te zien is is de spuit met de vreemde troebele vloeistof. 2 keer per week komt er een robotarm door de muur die me die spuit geeft. Het is erg pijnlijk en ik ben meestal even niet goed als ik het goedje door mijn aderen voel stromen. Maar terug naar mijn tafel, om exact 6u50 komt mijn ontbijt binnengeschoven op een schotel, via een of andere schacht in de muur. Ik kijk neer op de doorzichtige, brokkelige brij voor mijn neus en ik moet moeite doen om niet over te geven. Je zou denken dat je het gewoon wordt om dit al 12 jaar te eten, maar dat is dus niet. Ik onderdruk de misselijkheid echter, wetend dat dit het enige is dat ik te eten zal krijgen tot vanavond. Ik eet het op en om 7u gaat de schacht weer open en kantelde mijn tafel om zo de plateau terug in de schacht te krijgen.
Ik sta op om de halsband met mijn nummer te gaan halen, jah je hoort het goed, nummer. Ik sta tegenwoordig bekend als 7, maar ik heb nog nooit een mens het nummer horen zeggen. Het is altijd de saaie monotone stem van de intercom. Mijn naam is me afgenomen toen Zij overnamen.
Ik weet niet meer zo veel van de tijd voor Hen, het is al lang geleden en ik was toen nog heel jong, maar ik kan me vaag een tijd herinneren toen ik nog gelukkig samenleefde met mijn ouders. We leefden in een klein huisje tussen de velden, geen last van ambetante buren of de zware geluidoverlast in de grote steden. Ik weet nog het groene gras onder mijn blote 5-jarige minivoetjes, de jacht achter vlinders en het spelen met mijn hond Sally.
Ik word uit mijn dagdroom getrokken door de schelle piep van de intercom, zo luid en schel dat ik mijn oren moet bedekken om de pijn een beetje te lessen, denkend dat er misschien zelfs bloed uit mijn oren zal lopen. "Dat is je eigen domme schuld" denk ik. "7 scan je halsband en ga verder naar de onderzoekstafel, het is je maandelijkse gezondheids onderzoek." Ik doe als gezegt, als ik het niet doe, dan word ik geschokt door de halsband en na de eerste weken had ik mijn lesje wel geleerd. Ook de halsband niet aandoen heb ik geprobeerd, maar dan gaat de schelle piep aan en die gaat pas uit als ik mijn halsband aan heb.
Ik scan mijn halsband en ga op de koude ijzeren tafel liggen. Ijzeren handboeien klikken zich automatisch vast rond mijn polsen, enkels en zelfs een rond mijn hals. Ook wordt er automatisch een zwarte doek om mijn ogen gespannen zodat ik niets meer kan zien. Zij willen namelijk niet dat ik Hen zie.
Ik lig hier nu al een tijdje en nog steeds heb ik niets gehoord of gevoeld, de zenuwen beginnen zwaar op te lopen en ik begin een beetje te wurmen. Dat levert me een kleine schok op en ik stop meteen. Even later hoor ik een schuifdeur opengaan en ik hoor dingen binnenkomen. "Zo, zo zeven. Je maandelijkse check-up vandaag. Heb je er zin in?" Hoor ik een mannelijke robot achtige stem, waarvan ik vermoed dat het van de dokter is, zeggen. Ik zeg echter niets terug, want ik heb ondervonden dat dat me enkel een schok oplevert.
Ik ben eigenlijk best bang, en dat ik niets kan zien helpt zeker ook al niet. Ik hoor hem wat rommelen en het geklik van metaal tegen metaal is te horen. "Ok zeven, ik ga beginnen met de basis, maar omdat we hebben gezien dat je de laatste tijd vaak in gedachten bent verzonken gaan we daar nog verder onderzoek naar doen."
Ik voel zijn koude vingers me aanraken en ik krijg kippenvel. Na veel geduw, getrek en vreemde koude apparaten tegen mijn lichaam stopt hij en legt al zijn spullen weg. " Dat ziet er allemaal zeer goed uit zeven, je bent perfect gezond. Maar nu over je dagdromen. Wij zien dit als een zeer serieus onderwerp. Het is namelijk al 12 jaar geleden dat je bent binnengebracht en in die 12 jaar heb je nog nooit dit soort gedrag vertoont. Enig idee waarom nu ineens wel?" Ik zeg niets. "Ik geef je permissie om te praten." Zegt de mannelijke stem. "Nee, meneer ik zou het niet weten" zeg ik met een raspende, beverige stem. "Hmmm, we zullen het in het oog houden, maar als dit nog zo veel gebeurd dan zullen er maatregelen getroffen moeten worden en die zal je zeker niet leuk vinden." "Natuurlijk meneer, het zal niet meer gebeuren." "Nu we toch bezig zijn zal ik ineens de spuit toedienen"
In mijn gedachten roep ik neeeeeee!! Maar het is tevergeefs, ik voel een kleine prik en daarna voel ik de vreemde vloeistof door mijn aderen lopen. Wanneer het mijn hersenen bereikt begin ik te stuiptrekken, de boeien houden me tegen om niet van de onderzoekstafel te vallen de blinddoek valt echter wel af. Huh? Dat is nu nog nooit gebeurd!! Ik hoor vaag iemand schreeuwen in de achtergrond, maar ik zie de mond van de dokter niet bewegen ik zie alleen zijn opengesperde ogen van schrik terwijl hij in een walkie-talkie zit te praten. Ik realiseer me dat ik het ben die aan het schreeuwen is. Ik voel dat ik duizelig word en zie zwarte vlekken in mijn gezichtsveld verschijnen. Door mijn beperkte zicht zie ik andere dokters in lange witte jassen binnenkomen. Ze beginnen van alles en nog wat te doen aan mijn lichaam, maar ik voel er niets van. Ondertussen zijn de zwarte vlekken zo groot geworden dat ik bijna niets meer zie. Ik doe mijn ogen toe en voel mijn bewustzijn wegglippen.
JE LEEST
Het Grijze Mysterie
Science FictionZeven was heel jong toen Zij haar leven helemaal overhoop haalden. Haar rustige leventje voorgoed verdwenen. Maar dat is ondertussen al twaalf jaar geleden. Twaalf jaar gelden dat haar ouders stierven. Zeven begint de hoop op te geven om ooit nog de...