Hoofdstuk 1

59 1 1
                                    

Het was ijskoud. De golven stonden hoog en lieten het rubberen bootje wiebelen als een dobberende badeendje in bad. De wind sneed langs me heen en deed mijn onderkoelde lichaam rillen van de ijzige koude. De maan en sterren boden enige verlichting in de duistere nacht en de gitzwarte zee dat op een eindeloos gat leek. De angst was duidelijk voelbaar en te horen aan de smeekbedes die om me heen gemompeld werden. Met tientallen zaten we bij elkaar gekrampt op een bootje, hopend en biddend dat we snel de Griekse kust zouden bereiken. Niemand durfde zich te verroeren, bang dat de kleinste beweging het bootje zou doen kapseizen. Een jongetje klampte zich vast aan zijn mama en vroeg telkens wanneer ze zouden aankomen.

'Stil nou,' siste ze, 'of wil je ook in het water vallen?' maakte ze hem bang. Hij schudde meteen zijn hoofd. We hadden drie levens verloren. Drie mensen die uit het bootje gevallen waren en niet meer gered konden worden omdat de zee te wild was. Een rilling liep over mijn rug als ik aan hun hulpkreten dacht. Mijn handen klampten spontaan mijn reddingsvest vast en ik bad in stilte voor de martelaren. We waren al enkele uren aan het varen op de zee, maar de tijd leek stil te staan. Het enige dat ik kon doen, was mezelf mentaal voorbereiden op het moment dat ik in het water zou vallen. Ik kon wel zwemmen, maar was zeker geen waterrat en kon niets beginnen tegen de wilde golven. Buiten het gefluister hier en daar was het muisstil rondom ons. Alsof we de enige zielen waren op deze aarde. Het was de eerste keer dat ik me helemaal alleen voelde. Zo alleen en verloren in deze wereld. Het enige dat ik wou, was heelhuids aankomen. Dat was het enige dat ertoe deed. Ik had zo'n lange weg afgelegd dat ik dit gewoon wel moest overleven. God beschermde de martelaren toch? Mijn aandacht werd getrokken door enkele paniekerige stemmen. Er was net iemand in het water gevallen. Een jong meisje, kon ik afleiden van de schreeuwerige stemmen. Zonder nadenken sprong haar vader haar na en probeerde haar te redden.

'Stop met bewegen,' werd er langs alle kanten geschreeuwd. Iedereen vreesde zijn leven en dacht moment enkel om zichzelf in veiligheid te brengen. Het duurde even voordat de meesten gekalmeerd waren en het bootje weer stabiel werd. Proestende geluiden gaven aan dat de man nog leefde en iemand scheen met zijn gsm op de zwarte golven om enige glimp van hem op te vangen. Kort daarna klampte de vader zich vast aan de boord, met zijn dochtertje die om hem heen vastklemde.

'Laat los,' riep een van de mannen toen hij merkte dat het zware gewicht van de man en het meisje hen allemaal in gevaar bracht.

'Help hem dan toch,' riep iemand anders. De groep verdeelde zich vrij snel in twee partijen. Wanneer de meerderheid het won, werd eerst het meisje terug in de boot geheven, waarna de man geholpen werd. Huilend sloot ze zich in de armen van haar vader en ik wendde mijn blik af. De emoties dreigden me te overmeesteren, maar ik onderdrukte met alle kracht mijn gevoelens en slikte een paar keer. De afgelopen 48 uur begonnen hun tol te eisen, maar dit was niet het moment om in huilen te barsten. Ik zou dit eerst overleven voordat ik mezelf toelaat om maar iets te voelen. Ik was sterker dan dat. Ik had al zoveel meer meegemaakt en kon dit laatste stukje wel aan. Ik hoefde enkel de kust te bereiken en dan zou ik het gehaald hebben. Dat was de enige gedachte die me de moed gaf om niet op te geven. Ik was er zo dichtbij.

'Land!' Iedereen draaide zich abrupt in de richting waarnaar gewezen werd. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes om iets te kunnen opvangen in de duisternis. Wanneer ik me goed concentreerde meende ik kleine lichtjes op te merken die leken op opkomende sterren aan het begin van de avond. Voor het eerst weergalmde hoop in de stemmen rondom mij. Hun zucht was een verlangen naar veiligheid. De flikkering in hun ogen vol onuitgesproken verwachtingen. Het eiland kwam steeds dichterbij en onze aandacht werd getrokken naar schimmen in het water en andere luide stemmen. Een ander bootje had net de kust bereikt en de overlevenden werden uit het water geholpen. Het enthousiasme rondom mij verhoogde en hoe dichter we het land naderden, hoe harder ik me moest vasthouden om niet omver te vallen. Enkele jongeren sprongen het water in en zwommen in snel tempo naar de kust. Er gebeurde zoveel op het moment dat we aanstranden. Ik werd langs alle kanten geprikkeld en probeerde me te concentreren op mijn veiligheid.

'Vrouwen en kinderen eerst,' werd er geroepen. Iemand trok me omhoog en verstijfd zette ik een eerste stap naar voren.

'Hier neem haar,' hoorde ik. Ik voelde twee sterke armen rond mij en voordat ik het wist werd ik omhoog gehesen. Ik werd wakker uit mijn trance en mijn ogen volgden de twee sterke armen naar het gezicht dat op me neerstaarde. Mijn ogen vonden zijn heldere kijkers die me bezorgd aankeken. Zijn hoofd was volledig omhuld in een donkere capuchon en lieten enkel zijn scherpe blauwe ogen zien. Omringd door volle zwarte wenkbrauwen toonden zijn kijkers een zekere diepte. Er was zoveel duisternis in zijn blik dat ik een paar keer moest slikken. Zijn intense ogen doorboorden de mijne alsof hij recht door me heen probeerde te kijken. Ik volgde de contouren van zijn sterke kaaklijn die lichtjes onder de stoppels zat naar zijn gebeeldhouwde lippen. Ze vormden een dunne rechte lijn alsof hij zijn woede probeerde te beheersen. Zijn scherpe neus had een klein deukje tussen zijn neusbruggen. Die kleine imperfectie maakte hem nog aantrekkelijker. Zijn kameelachtige wimpers knipperden bij elke stap en wanneer hij me neerzette zorgde hij ervoor dat ik eerst mijn stabiliteit vond voordat hij me losliet.


Lees de rest op www.houssniaelazouzi.be

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Dec 01, 2019 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

OnbevreesdWhere stories live. Discover now