Ik fluit en roep haar naam. Ze licht in de schuur en komt vrolijk naar me toe. Haar lieve blauwe en bruine ogen kijken me met enthousiasme en liefde aan. Ik ga door mijn knieën heen om haar te aaien, maar zoals ik haar ken wil ze liever spelen.
Ik pak het zakje met gedroogd rundertong. Gadver, wat stinkt dat toch. Zij vind het in ieder geval lekker.
Ik loop in de tuin, en leg wat snoepjes neer en verstop ze. Zij blijft liggen in de schuur, zodat ze niet kan zien waar ik het lekkers neerleg.Ik fluit haar, en huppelend gaat die zwarte neus over de grond, haar pluizige oortjes wiebelend naar voren op zoek naar lekkers.
De eerste, in de lege bloempot. Een smakelijk gekraak van het hondensnoepje is snel op. De tweede, op de tafel. Ze ruikt en zet haar poten op de tafel, en nom! Weg is het weer.
Een tijdje later is ze klaar en komt ze naar me toe en duwd ze haar neus tussen mijn benen, haar staart vrolijk kwispelend tegen mij aan.
Ik kriebel haar over haar borst en kin, en duwd haar kopje tegen mijn hand uit affectie.
Wat is het toch een leuk beest, ze zal altijd in mijn hart blijven.Einde