Maurice - Deel 3 (slot)

483 29 12
                                    

Wolfs stond niet meer bij Maurice zijn cel toen Eva terug kwam. Haar partner had haar beloofd dat hij haar zou helpen het uit te zoeken. In gedachten stuurde ze hem duizenden bedankjes voordat ze de cel opnieuw binnenstapte. Maurice zat nog steeds zoals ze hem had achtergelaten: op het bed naar zijn hand kijkend. Eva legde de spulletjes die ze had gepakt op bed, behalve wat gaasjes en de wondzalf. 'Ik zal het voor je schoonmaken,' legde ze uit wat ze ging doen. 'Mag ik?' Maurice stak zijn verwonde hand uit, maar trok hem meteen weer terug. 'Dat spul prikt toch niet hè?' wilde hij weten. Eva kon een klein glimlachje niet onderdrukken. 'Ik zal het heel voorzichtig doen,' verzekerde ze hem en ze bracht een klein beetje zalf aan op het eerste gaasje. Daarmee depte ze voorzichtig de restjes bloed van Maurice's knokkels. Haar broer liet een korte pijnkreet horen, maar trok zijn hand niet terug. 'Bijna klaar,' reageerde zijn zus. Toen ze er zeker van was dat de wondjes voldoende schoongemaakt waren wikkelde Eva een theedoek om de icepack en gaf die aan Maurice. 'Deze er goed tegenaan houden. Dan geneest het sneller.' Zonder enige tegenspraak pakte haar broer het aan en hield het tegen zijn vuist. Even kneep hij met zijn ogen op het moment dat het ijs zijn huid raakte, maar deed ze snel ook weer open. En nu? dacht Eva in zichzelf. Ze had Maurice weer rustig gekregen, maar ze was bang dat het minste of geringste hem weer zou aanzetten tot een nieuwe woedeuitbarsting. En daar zouden ze natuurlijk nergens mee komen.

Het was alsof Maurice haar terughoudendheid opmerkte, want hij was degene die als eerste sprak. 'Eva, ben je nu boos op mij?' Hij friemelde wat aan de theedoek waar het ice pack in zat en schoof weer wat achteruit, zodat hij niet zo dichtbij Eva zou zitten. 'Waarom zou ik boos op je moeten zijn?' Ze hield haar adem in. Zou hij echt gaan bekennen nu? Het friemelen met de handdoek ging nu over in het schuifelen met zijn voeten. 'Omdat wat ik heb gedaan?' Toen, bijna onverstaanbaar: 'Omdat ik net zo slecht ben als papa.' Eva voelde bijna de grond onder haar wegzakken. Ze sloeg een hand voor haar mond. Dit kon niet waar zijn. Dit mocht niet waar zijn. Haar broertje had dit niet gedaan. Dat kon niet! Ze vermande zich en ademde een keer diep in. 'Maurice, nu wil ik dat je heel goed nadenkt over wat er is gebeurt. En ook heel goed nadenkt over wat je gaat zeggen. Heb jij dat meisje op je werk lastig gevallen?' Ze keek Maurice aan en probeerde zijn blik te peilen. Hij keek verward. Of dacht ze dat alleen maar omdat ze dat wilde geloven? Alles was beter dan een blik waar schuld uit sprak, nietwaar? Maurice bleef stilzwijgend voor zich uit kijken. 'Denk alsjeblieft goed na Maus. Jullie waren samen aan het werk, in het magazijn. Wat gebeurde er toen? Heb jij iets bij haar gedaan wat ze niet wilde?' Maurice liet verslagen zijn hoofd zakken. 'Ik ben net zo erg als papa. In ben net zo erg als papa. Ik ben net zo erg als papa.' Hij bleef die ene zin als een mantra herhalen. Alsof hij zichzelf dwong de waarheid onder ogen te zien. Eva vond het vreselijk haar broertje zo te zien lijden. Maar als het echt waar was wat er in dat dossier stond, op welke manier kon ze dan nog naar hem kijken? Nog steeds als haar broertje? Een die een vreselijke fout had gemaakt, maar nog steeds haar broertje was? Of, zou de stempel verkrachter zo sterk en al-overheersend zijn dat dat het enige was wat ze nog kon zien als ze naar hem keek? Het wakkerde zoveel onzekerheid in haar aan dat ze niet kon reageren op de ongewone respons van Maurice die nog steeds dat ene zinnetje bleef herhalen.

Ze schrok op toen hij ineens met zijn arm langs haar heen streek. Voor een seconde vermoedde ze dat ze werd aangevallen. Het bleek hem echter alleen te gaan om een van de Rubik's kubussen die ze van haar bureau had meegenomen. De adem die ze zojuist had ingehouden liet ze los. Ze wist niet meer wat ze moest denken. Wat ze moest geloven. Had Maurice zojuist een schuldbekentenis bij haar afgelegd? Opnieuw observeerde ze hem. Ze zag hoe hij volledig in beslag leek te zijn genomen door het stuk speelgoed met de gekleurde vlakken. Bedreven probeerde hij een tal van combinaties om de puzzel te kunnen oplossen. Gestopt was hij wel met het dwangmatig opzeggen van dat ene zinnetje. Het breekbare wat ze eerder bij Maurice had gezien zag Eva nu weer. Het hulpeloze. Driftig zoekend naar afleiding om niet met de realiteit geconfronteerd te worden. Een traan liep over haar wang. Ze schoof wat dichter naar Maurice toe en legde een hand op de zijkant van zijn wang. Verschrikt keek hij op. 'Moet je huilen?' De kubus legde hij voor zich neer en wat onhandig probeerde hij een traan bij Eva weg te vegen. 'Ik heb je aan het huilen gemaakt,' stelde hij vast. Eva zei niks, wat het punt voor Maurice bevestigde. 'Je bent teleur... teleurgesteld in mij.' Het lange woord kwam er hortend en stotend uit. Zijn hoofd liet hij wederom hangen. 'Sorry Eva.' De overtuiging dat hij zijn zus teleurgesteld had leek hem meer te doen dan hetgeen waarvoor hij was aangehouden.

Flikken Maastricht - In het kort gezegdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu