Hoofdstuk 10: Je hebt me gevonden

441 23 6
                                    

Ik word wakker van een gerinkel.

Ik open mijn ogen en het dringt tot me door dat het mijn telefoon is die afgaat.

Heel langzaam probeer ik naar mijn rugzak te kruipen. Met veel pijn en gevloek lukt het en ik zoek mijn gsm tussen mijn rommel.

Ik vind hem met het gebroken schermpje tussen een paar assen en pennen, maar hij werkt nog steeds.

Mijn gsm stopt met rinkelen en ik zie dat er dertig gemiste oproepen zijn van Rein en negenenveertig berichten. Die zijn ook allemaal van Rein.

Als mijn gsm nog eens afgaat, neem ik op en houd mijn gsm aan mijn oor.

'Ja,' zeg ik schor en het doet zoveel pijn dat ik in elkaar krimp.

'Jules! O god, ik dacht dat je dood was,' zegt hij. 'Waar ben je?'

'Vlakbij de dood,' zeg ik.

Het levert een schorre lach van Rein op.

'En nu serieus?'

'Achter de school,' zeg ik.

'Wat doe je daar?' vraagt hij.

'Kom me alsjeblieft halen,' smeek ik vervolgens.

'Oké, blijf daar,' zegt hij en dan legt hij af.

Ik probeer me op mijn ademhaling te concentreren terwijl ik wacht op Rein. Het gaat nog steeds moeilijk en het doet verdomd veel pijn.

Dan hoor ik in de verte een deur dichtgaan en mijn lichaam spant zich op van angst.

Dat was niet verstandig.

'Jules?' klinkt er dan.

'Mm,' zeg ik zacht en dan komen de voetstappen dichterbij.

'O, shit,' zegt Rein en hij knielt langs me neer. 'Julio, zeg iets. Gaat het goed? Heb je veel pijn?'

Hij draait me voorzichtig om zodat ik meer lucht kan inademen.

'Julio?'

'Rients,' zeg ik zachtjes.

'Ik ga Ilse bellen, oké?' vraagt hij en hij zoekt op mijn gsm het nummer van mam.

'Ambulance,' mompel ik. 'Pijn.'

'Oké, dan doe ik dat eerst,' zegt hij en hij houdt zijn telefoon aan zijn oor.

Er wordt wat gepraat, maar ik kan er geen zinnen van maken en kan de betekenis niet achterhalen.

De woorden zijn onsamenhangend en vullen mijn hoofd met verwarring.

'De ambulance is onderweg. Ik ga Ilse bellen en zorg ervoor dat ze naar het ziekenhuis komt,' zegt Rein dan tegen mij en ik hum.

'Wie heeft dit gedaan?'

'Do-Doria-an,' hakkel ik en ik voel het ademhalen weer afzakken.

Rein legt me op mijn zij in de juiste houding.

'De broer van Arianne?' vraagt hij.

Ik knik.

'Waarom?'

'Omdat ik op jongens val,' mompel ik en ik haal met veel moeite mijn haar voor mijn voorhoofd.

'Flikker,' mompelt hij in zichzelf. Dan tegen mij: 'Die jongen is dood als ik hem tegen kom.'

===

Nadat al mijn wonden zijn verzorgd en mam in het ziekenhuis is aangekomen, mag ik terug naar huis.

Wat ik denkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu