Hoofdstuk 20: Het is een ander soort troost geven

462 25 29
                                    

Vrijdagavond zit ik in de zetel met een goed boek wanneer mam binnenkomt met een prachtige jurk aan.

Ze gaat vandaag nog eens uit met haar vriendinnen wat ik haar van harte toewens.

Het gesprek met Marley heeft zeker na gezindert. Rein heeft zijn gezicht helaas nog niet laten zien.

'Tot straks,' zegt mam en ze geeft me een kus op mijn kruin.

'Niet te zat, eh,' glimlach ik en ze lacht.

Het gaat ook beter met haar. In het begin moest ze me nog helpen met sommige dingen zoals mijn verbanden verwisselen, maar dat kan ik nu zelf ook.

Steeds als ik beter word, voelt zij zich ook goed.

Het feit dat de twee jongens van school geschorst zijn, wekt ook haar humeur wat op.

Dan trilt mijn gsm. Ook die angst is al afgenomen. Al kan hij soms terugkeren.

Rein: Ben je thuis?

Mijn hart slaat een slag over. Heeft hij zijn beslissing genomen?

Ik: Ja

Nadat ik het bericht gestuurd heb, gaat de bel. Ik ga opendoen en Rein komt tevoorschijn.

Het regent en hij is helemaal doorweekt. Zijn ogen zijn rood en vrijwel meteen laat ik hem binnen en neem ik hem mee naar de badkamer.

'Trek je kleren uit,' zeg ik en hij begint zijn T-shirt uit te trekken en ik zie hem trillen.

Ik geef hem een blauwe handdoek aan.

Hoe hard ik ook probeer om niet naar zijn borstkas te kijken, ik slaag er niet in. Hij is veel te aantrekkelijk, maar hierdoor valt ook de blauwe plek op zijn rug op.

Wat is er met hem gebeurd?

Ik zet alle gedachten aan onze zoenen en geduld opzij.

Mijn beste vriend heeft me nodig.

Rein kleedt zich uit tot zijn onderbroek en slaat daarna de handdoek om zijn lichaam. Hij gaat op het bad zitten en ik neem langs hem plaats.

'Wat is er gebeurd?' vraag ik zachtjes.

Reins gezicht is nog steeds nat, maar dat komt nu door de tranen.

'Francesca en ik kregen ruzie,' zegt hij zacht. 'Het werd een discussie en uiteindelijk zei ze dat ze mijn erfenis van pap zou afpakken. Dat kon ik niet pikken, Jules. Dan kan ik nooit een huis voor mezelf en voor Florian regelen. Dan kunnen we nooit van haar weglopen.'

Rein gaat dichter naast me zitten en ik voel hem nog steeds trillen. Ik til de handdoek op en ga dichter tegen hem aanzitten zodat zijn lichaam hopelijk mijn lichaamswarmte over neemt.

Hij voelt koud aan als ik een arm om hem heen leg en de huid van mijn arm die niet bedekt is door het stof van mijn shirt zijn klamme rug raakt.

'Ik ging dus tegen haar in, maar daar was ze niet blij me. Ze sloeg me eerst op mijn wang en dan op mijn rug met iets hards en toen ging ze ervandoor. Ze vertrok gewoon,' zegt hij.

'Ben je daarna naar hier gegaan?' vraag ik.

'J-ja, ik wist niet waar ik anders naar toe moest,' zegt hij. 'Ik weet dat ik je de hele week genegeerd hebt en daar heb ik spijt van, maar ik weet ook dat ik op je kan rekenen als er iets is.'

Ik glimlach klein, blij dat hij dat weet.

'Mag ik wel even die blauwe plek zien?' vraag ik en ik geef de andere helft van de handdoek terug aan hem.

Wat ik denkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu