Hoofdstuk 23: Waarom ben je dan hier?

439 23 27
                                    

Paniek en liefdesverdriet. Het zijn de enige twee gevoelens die ik voel wanneer Rein in dezelfde kamer als ik kom te staan.

Kasper snelt naar Ally toe en kijkt me verontschuldigend aan.

Mijn lichaam kan niet bewegen. Ik kan Rein enkel aanstaren. Zijn ogen vinden de mijne en meteen word ik meegezogen naar ons intieme moment.

Zijn handen die me strelen, naakte lichaamsdelen en onregelmatige ademhalingen.

Er trekt een schok door me heen en ik voel mijn benen zwak worden.

'Goed,' zegt Ally, maar voor ze verder kan gaan, storm ik langs haar heen.

Ze neemt mijn arm vast voordat ik de eerste verdieping bereik.

'Julio, wat is er? Nu kunnen jullie verzoenen,' zegt ze en ze kijkt me met haar grote ogen aan.

'Ik kan het niet, Ally. Mijn lichaam en hart zijn gebroken. Ik ben er niet klaar voor,' zeg ik en ik voel de tranen tegen mijn ogen drukken.

Ik haal mijn neus op en probeer me los te trekken, maar ze geeft niet mee.

'Ik probeer Rein nog een uur hier te houden. Als je je bedenkt, kom meteen terug,' zegt ze en dan laat ze me los en vlucht ik naar buiten.

Meteen stromen de tranen over mijn wangen en op weg naar huis probeer ik door mijn contacten te zoeken naar iemand bij wie ik terecht kan.

Marley.

De telefoon gaat enkele keren over en net als de voicemail wil beginnen, hoor ik zijn stem.

'Hallo?' vraagt hij.

'M-Marley,' zeg ik zacht.

Ik trek mijn neus op en snik.

'Jules? Wat is er met je aan de hand?' vraagt hij en ik laat de tranen weer de vrije loop gaan als de gebeurtenissen van het weekend me weer te boven komen.

'I-ik ... H-het is uit de h-hand ... W-wat moet ik d-doen?'

'Waar ben je?' vraagt Marley.

'B-bijna thuis, m-maar ik wil d-daar niet zijn,' zeg ik en ik snik nog eens, probeer het wenen te stoppen en aan andere dingen te denken, maar niks lukt.

'Ik stuur je een andres en daar moet je naar toe, oké? Ik ben daar en dan praten we,' zegt Marley.

'D-dankje,' zeg ik zacht en vervolgens legt hij af.

Daarna krijg ik een bericht van hem met een adres hier een paar straten vandaan.

Ik slenter ernaartoe en als ik daar aankom, zie ik Marley staan. Hij snelt naar me toe en leidt me mee naar binnen zonder dat hij iets vraagt.

We gaan het gebouw binnen en ik merk nu pas dat het een appartementsgebouw is. We gaan een paar verdiepingen omhoog en dan gaan we een kamer binnen.

'W-waar zijn we?' vraag ik zodra we een slaapkamer binnen komen. Het is er een beetje rommelig, maar dat maakt niet zo veel uit.

'Mijn thuis,' zegt Marley. 'Mama is aan het sparen voor een echt huis, maar tot dan wonen we hier.'

'O,' zeg ik zacht en ik laat mijn ogen door de kamer gaan.

Het is er klein en de muren zijn er dof grijs. Het bureau ligt vol met boeken en er staat horizontaal een éénpersoonsbed tegen de achterste muur.

Er is een raam dat langs een kast hangt. De kastdeuren zijn open en sommige kleren liggen op de grond.

'Sorry, ik had geen bezoek verwacht, anders had ik opgeruimd,' zegt Marley en we gaan op zijn bed zitten.

'Het is oké,' zeg ik zacht en ik veeg met mijn mouw mijn wangen droog.

Wat ik denkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu