Katherine I

5 0 0
                                    

Het is tegenwoordig steeds dezelfde nachtmerrie die me blijft achtervolgen. Effie Trinket, die speciaal voor deze laatste editie van de Hongerspelen de tributen trekt, die het papiertje uit de glazen, bolvormige vaas pakt dat ik het meeste vrees. Of eigenlijk, één van de velen: omdat president Coriolanus Snow mijn opa was is de naam Katherine Christina Snow om precies te zijn vijfenzeventig keer in een keurig handschrift opgeschreven en erin is gestopt. Vijfenzeventig keer betekent dat mijn naam het meeste in die bol zit, waardoor ik het meeste kans heb om in de Hongerspelen te belanden waar minstens vier van de zeven overgebleven winnaars voor hebben gestemd. In feite zijn er waarschijnlijk maar ongeveer veertig mogelijke tributen, wat de kans om in de Spelen terecht te komen nog veel groter maakt. Ik zucht en stap uit mijn bed, terwijl ik geen geluid probeer te maken. Mijn oog valt op de klok (het is vijf uur ’s ochtends, om elf uur moeten we allemaal klaar staan op het ruime plein voor het Gerechtsgebouw) en dan op de laatste schets die ik heb gemaakt. Finnick Odair. Dood door mijn opa. Net zoals heel veel andere onschuldige mensen. Ik moet zeggen dat ik het stiekem wel een beetje met de rebellen, en vooral Katniss Everdeen, eens was. Als ik dit hardop zou zeggen zou ik waarschijnlijk zo snel mogelijk geëxecuteerd worden door mijn bloedeigen ouders, maar ze hadden wel een punt. Die Hongerspelen elk jaar waar ik echt niet tegen kon, het feit dat wij hier vreselijk verwend zijn terwijl zij in de districten elke dag moesten vechten om in leven te blijven. Het schuldgevoel dat me al mijn leven achtervolgt komt weer naar boven, samen met het gevoel van woede en onmacht. Het hele Capitool verwacht van me dat ik het voor honderd procent met mijn familie eens ben. Als ik me bij de rebellen zou aansluiten zou het volk mijn ouders, vrienden en verdere familie afmaken én zouden de rebellen me niet eens geloven, denkend dat het één of andere poging is om onder mijn lot uit te komen: sterven in de allerlaatste Hongerspelen. Ondertussen merk ik dat ik tegen de muur op de grond ben gezakt en blijf daar zitten tot ik mijn ouders op hoor staan.

Er wordt niet veel gezegd tijdens het ontbijt. We wensen elkaar een goede morgen en vragen of iedereen lekker heeft geslapen – niet dat dat bij ook maar iemand het geval zou kunnen zijn in verband met de boete – en eten verder in stilte ons brood op. Ik krijg niet veel door mijn keel, maar dwing mezelf te eten, voor het geval dat ik vanmiddag niet meer thuis kom. Dan zegt mijn moeder dat ze een nieuwe jurk heeft klaargelegd en dat ze zelf mijn haar gaat opsteken. ‘Bedankt mam,’ zeg ik en pers er een glimlachje uit. Ze glimlacht terug, maar ik zie dat dit een van haar neppe lachen is die ze altijd opzet als er camera’s rond het huis zijn. Om de één of andere reden hebben de rebellen ons in ons oude huis laten wonen, hetzij zonder een aantal voorzieningen, maar we hebben het nog redelijk goed. Ik vermoed dat mijn ouders niet erg lang meer zullen leven mocht ik naar de arena gaan. Is dat goed of niet? Ik zou het niet weten. 

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Dec 07, 2014 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

NightmareWhere stories live. Discover now