Hoofdstuk 31: Dat soort mensen houdt de rest menselijk

441 23 5
                                    

'Heb je zenuwen?' vraag ik als we rond half vier naar het winkelcentrum wandelen.

We hebben nog wat gezoend, maar we hebben ook geleerd. Wel meer gezoend dan geleerd, moet ik toegeven.

Ik loop met Rein mee naar het winkelcentrum zodat ik een nieuw shirt kan kopen voor het lasergamen en misschien een nieuwe zwembroek voor zondag.

Rein zou het meteen weten als ik iets verander in onze plannen en hij leek blij te zijn om te gaan zwemmen.

Ik kan gewoon zolang als ik wil naar zijn blote borstkas kijken. Zijn haren zijn dan helemaal nat, maar het maakt hem nog sexyer.

'Een beetje,' zegt hij.

'Ik weet zeker dat ze je willen aannemen en anders is het een verlies voor hen,' zeg ik en ik draai me om en trek ons tot stilstand.

Mijn hand strijkt over de kraag van zijn shirt en ik trek hem een beetje naar boven zodat de zuigzoen helemaal niet zichtbaar is.

Hij was dan wel klein, maar zat net op de rand van zijn kraag waardoor Rein, als hij niet goed oplette, hem zichtbaar maakte.

'Zo,' zeg ik en ik strijk over zijn borstkas en dan zijn schouders om mijn handen daar te laten liggen. 'Nu is die uit het zicht.'

'Het maakt niet uit of mensen het zien. Ze weten niet van wie,' zegt hij.

'Maar wel als ik er zo langsloop,' zeg ik en ik trek mijn T-shirt een beetje naar beneden.

Oké, we hebben véél meer gezoend dan gestudeerd.

'Misschien hebben we beide een vriendin die dat heeft gedaan,' zegt hij met een kleine grijns.

'Op hetzelfde moment?'

'Kan toch?'

Ik rol met mijn ogen en duw hem zachtjes weg en laat daarna mijn armen naast me vallen.

'Ga jíj maar solliciteren. Straks nemen ze je niet aan omdat je te laat bent,' zeg ik.

'Ik vind het schattig wanneer je me probeert te commanderen,' zegt hij en zijn grijns wordt groter.

'Ik ben niet schattig,' zeg ik, maar ik kan de rode kleur die mijn wangen inkruipt niet tegenhouden.

Rein glimlacht alleen maar en geeft me een kus op mijn wang. Daarna zeggen we gedag en wandelt Rein naar het café en ik naar de winkel waar Marley werkt.

Het is al veel te lang geleden dat ik hem nog gehoord of gezien heb. Misschien kan hij zelfs helpen met een T-shirt.

Ik loop de rekken met kleren af en vind uiteindelijk een blauwe zwembroek met kleine oranje visjes.

Net als ik naar de T-shirts loop, hoor ik mijn naam.

'Jules?'

Ik draai me om en daar staat Marley. Hij heeft zijn werkoutfit weer aan en glimlacht als ik hem zie.

'Dat is lang geleden,' zegt hij en hij wandelt naar me toe en komt voor me tot stilstand.

'Ja, sorry dat ik niet meer gestuurd heb. Was nogal bezig,' zeg ik een beetje schuldig.

'Bezig? Als in met Rein?' vraagt hij.

Ik slik als mijn wangen roze worden.

'N-Nee, ik bedoel, niet helemaal, maar met school en Kasper en Florian,' zeg ik.

Marley trekt zijn wenkbrauw op.

'Meerdere jongens?'

'Wat? Néé, het zijn twee jongens die iets voor elkaar voelen, maar te blind zijn om het te zien,' zeg ik.

Wat ik denkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu