Hoofdstuk 1

5 0 0
                                    


Twee uur later stap ik de bus uit en sta ik voor een groot, donkergrijs gebouw, die in Rosemare dienst doet als het station. De klimop-planten aan de voorflank geven het oude gebouw nog een beetje kleur. Ik loop naar het station en stop bij het autoverhuurbedrijf. Achter de toonbank staat een lange man met zijn donkerbruine ogen naar mij te staren. Ik word er een beetje nerveus van, maar ik stap vastberaden naar voren.

"Goedemiddag, wat kan ik voor je doen?"

"Hoi, ik wil graag een auto huren." Ik pak uit mijn portemonnee mijn rijbewijs en geef het aan hem.

"Wat is je naam?" vraagt hij

"Mijn naam is Maisy Frye", antwoord ik weifelend.

"Ah, je bent de nieuwste bewoner van het oude huisje?"

Ik kijk verbaasd naar de man: "Hoe weet je dat?" "Het hele dorp is verbaasd over het feit dat er iemand in dat oude wrak gaat wonen", antwoord de man. Ik kijk met opgetrokken wenkbrauwen naar de man en ik voel de ogen in mijn rug prikken. Ik draai mij om en ik zie een groepje ouderen snel wegkijken. "Waarom verbaasd het ze?" De medewerker trekt zijn schouders op antwoord simpel: "Omdat er veel spookverhalen rond dat huis hangen. Er schijnen in de buurt van het huis veel rituelen te gebeuren" Mijn verbaasde blik maakt zich plaats voor ongeloof. "Ha ha, ja grappig. Het zal allemaal wel". De man grinnikt en geeft mij een sleutel: "Die zwarte Renault kun je gebruiken".

Ik stap vol ongeloof de huurauto en ik moet even bijkomen. "Rituelen?" vraag ik mij hardop af. Ik staar enkele seconden vooruit en ineens, alsof ik wakker word, start ik de auto en zet de navigatie aan. "Stom bijgeloof" brom ik in mezelf. Ik rijd met een hoge snelheid richting het bos en ik verbaas mij over hoe mooi de omgeving is. Nadat tien minuten rechtdoor heb gereden, kom ik bij een kruispunt waarbij ik rechtsaf moet slaan. Een paar meter zie ik het grote, witte huis achter de bomen verschijnen. "Wow" is het enige wat ik kan uitbrengen. Oké, ik moet minder in mezelf praten, bedenk ik mij. Ik parkeer de auto naast het huis bij de schuur waarvan ik niet wist dat die ook bij het huis hoorde. Ik stap verwonderd uit de auto en pak mijn zware koffer en rugzak die ik in de kofferbak had gestopt. Weifelend loop ik naar het grote huis toe en zet ik mijn tassen op de grote veranda. Aan de deur is een grote, witte envelop geplakt. Ik pak de zware envelop en open hem. In de envelop vind ik een sleutelbos met wel acht sleutels en meerdere documenten. Ik lees eerste handgeschreven brief:

"Hallo Maisy Humphrey,

Welkom in je nieuwe huis! Ik kon vandaag niet persoonlijk de sleutels overhandigen, daarom deze brief.

Ik hoop dat je een mooie tijd gaat beleven in deze prachtige huis. Deze Victoriaanse villa heeft lang op een bewoner moeten wachten, dus het heet je meer dan welkom. Ik kom van de week een keer langs om je eventueel te helpen met verdere zaken.

Tot dan!

Mitch Wolding
Makelaardij Wolding"

Ik kijk naar de sleutels in mijn hand en kijk dan ongelovig naar de brief. De rest van de documenten bevat het financiële gedoe. Daar kijk ik straks wel naar. Ik neem kleine stapjes naar de deur terwijl er verschillende gedachten door mijn hoofd schieten. De gedachten schud ik van mij af en ik steek de sleutel in het slot. Ik houd mijn adem in en ik draai het slot om van de deur. Ik duw de deur open en bij deze beweging begint de deur heel schel te kraken, zodat ik een rilling krijg door heel mijn lichaam. Ik blijf even naar de deur staren. Dit is het dan. Het moment waar ik zo lang op heb moeten wachten. Ik heb een eigen huis. Weg uit de stad, weg uit dat nare gedeelte van mijn leven. Er gaat een hoop veranderen: Ik moet mij aanpassen aan het dorpse leven. Zullen ze mij wel accepteren? Of word ik zo'n apart mens, waarvan iedereen denkt dat ik een oud dametje wordt met 15 katten. Daar is natuurlijk niks mis mee, maar doe mij maar liever honden. Maar goed, ik heb genoeg getreuzeld. Vol vertrouwen, stap ik mijn nieuwe huis binnen. Behalve het straaltje licht die van de open deur vandaan komt, is het erg donker in het huis. De lucht is muffig, waardoor ik het idee heb dat ik elk moment moet niezen. Ik loop over de stoffige eiken vloer naar het dichtstbijzijnde raam die een versleten gordijn ervoor heeft hangen. Ik pak de oude stof vast en trek het opzij waarna het felle zonlicht naar binnen valt. Ik kijk uit het raam even naar buiten en haal even diep adem terwijl ik de natuur rondom mijn huis aanschouw. Bomen vol in de bloei, bosjes met bessen en een veld met witte bloemen. Ik ben nu echt thuis. 


Rosemare: Settelen in een sprookjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu