Samen met mijn oudere broer loop ik door het dorp waar ik al mijn hele leven doorbreng. Het is er zoals altijd, rustig en normaal. Iedereen doet zijn dagelijkse taken, kinderen rennen over de wegen achter elkaar aan, grote wolven komen met hun prooien uit de dichte bebossing gelopen, het dorp in. Wolven in hun mensenvorm nemen de prooien uit hun bekken en leggen ze op de juiste plaats terwijl de wolven terug veranderen. Het hier gewoon, er gebeurt hier nooit iets. Voor mij is het echter een speciale dag. Mijn broer is namelijk eindelijk terug thuis. Hij woont sinds twee jaar in een andere roedel. Hij veranderde toen hij zijn mate ontmoette. Hij is stapelverliefd op haar en zou alles voor haar doen. Hij kan niet stoppen met praten over zijn mate en hoe fantastisch ze is. Ik begrijp niet hoe je zo verliefd op iemand kan zijn, zeker na een relatie van twee jaar lang. Hoe kan het dat je alles, je familie en vrienden opgeeft voor een persoon die je niet kent? Natuurlijk zijn ze mates en heeft de maangodin ze letterlijk voor elkaar gemaakt waardoor de liefde sneller komt, maar nog steeds begrijp ik het niet. Zion zegt dat ik het pas zal begrijpen als ik mijn eigen mate heb ontmoet. Hij zegt dat ik geduld moet hebben, dat het wel zal komen. Elke keer als hij dat zegt rol ik mijn ogen. Ik zal nooit worden zoals mijn grote broer. Ik zal nooit alle tijd die ik met hem doorbreng spenderen aan praten over mijn mate.
'Ooit zul je het begrijpen, kleintje', hij gaat met zijn hand door mijn haar en lacht. Ik rol mijn ogen en probeer met mijn vingers mijn haar terug goed te leggen. Als een groep van ongeveer tien wachters ons voorbij rent, kijk ik verbaasd naar Zion. Hij haalt onverschillig zijn schouders op.
'Ze zullen een konijn bij de grenzen gezien hebben', lacht hij, ik grinnik ook. Onze Alpha is heel erg op veiligheid gesteld en laat zijn wachters voor het kleinste komen. Zion heeft er altijd wat mee gespot, maar ik vind het beter dan een Alpha die zich niets aantrekt van de veiligheid van de roedel. De Alpha heeft ook wel gelijk. We zijn een kleine roedel en vele andere roedels zien ons als een gemakkelijke prooi voor een extra stukje grondgebied. We zijn dan ook al meerdere keren aangevallen. Onze Alpha heeft echter een fantastische strategie ontworpen waardoor nog nooit een roedel de kans heeft gehad ons uit te roeien. Wel hebben we nog steeds de standaard veiligheidsmaatregelen zoals een schuilkelder. Tijdens een aanval worden alle vrouwen en kinderen daar naartoe gestuurd.
'Wat wil je doen?', vraagt hij nadat we nog een tijdje gewandeld hebben door het dorp. We hebben ondertussen al vele verhalen uitgewisseld.
'Rennen?', vraag ik, hij knikt enthousiast. Vroeger deden we dat elke dag samen, tot hij verhuisde. We stoeiden vaak als wolven in het bos. We waren en zijn beide nog steeds heel competitief. We wandelen naar de rand van het dorp en gaan het dichtbegroeide bos in. Eenmaal we een paar stappen in het bos gezet hebben verandert hij naar zijn krachtige wolf. Hij is een paar jaren ouder dan mij, dus zijn wolf is een stuk krachtiger dan die van mij. Hij is donkerbruin, waardoor hij er angstaanjagend uit ziet. Ikzelf ben lichtbruin als wolf, waardoor ik er automatisch wat vriendelijker uit zie. Ik kan echter ook gevaarlijk uit de hoek komen als me iets niet aanstaat. Ik ben ook net wat groter dan een gemiddelde vrouwelijke wolf, wat vreemd is aangezien ik geen Alpha bloed bezit. Ik verander ook naar het lichaam van een wolf en samen beginnen we door het bos te rennen. We doen vele wedstrijdjes: wie het snelst kan rennen, wie het verst kan springen en wie het hoogst kan klimmen. Dat laatste is niet gemakkelijk als wolf. Na ons zo een hele tijd bezig gehouden te hebben, rennen we terug naar het dorp. Ook hierbij doen we een wedstrijd. Eenmaal terug bij het dorp aangekomen veranderen we terug en stappen naar ons ouderlijk huis. Het is klein net zoals de andere huisjes in het dorp, maar het is thuis. We hebben er een hele tijd met vier kunnen in leven. Nu Zion weg is hebben we wat meer ruimte, maar het is nog steeds klein. Doordat we zo dicht bij elkaar leefden, hebben we nu een sterke band als gezin. Onze ouders hebben ons ook altijd in alle zaken betrokken en zo zijn we nog hechter geraakt.
We stappen door het deurgat en mijn moeder kijkt op uit haar handgeschreven boek.
'Eindelijk terug?', vraagt ze glimlachend terwijl ze voorzichtig een bladwijzer tussen de juiste bladzijden steekt. Ze legt het boek weg en staat op.
'Ja, het was fantastisch om nog eens met mijn zusje te kunnen zijn', zegt Zion die de deur achter me sluit. Mijn moeder komt wat dichterbij en snuift in de lucht.
'Jullie zijn in het bos geweest', mompelt ze in zichzelf. Ze neemt mijn hand en bekijkt de kleine wondjes die ik heb opgelopen bij het klimmen.
'Hebben jullie weer proberen klimmen? Jullie weten dat ik dat niet leuk vind. Het is gevaarlijk, wat als jullie zouden vallen?', vraagt mijn moeder bezorgd. Ik rol mijn ogen en ik hoor mijn broer grinniken.
'Mam, we zijn beide volwassen wolven. We weten heus wel wat we doen', zegt hij waarna hij me voorbijloopt en in de oude fauteuil gaat zitten.
'Dat jullie volwassen zijn betekent niet dat jullie ook verstandig zijn. Jullie zijn nog kinderen. Zeker jij, als je niet bij Adara bent', zegt mijn moeder streng tegen Zion. Hij kijkt haar verontwaardigd aan.
'Waar is pap?', vraag ik om het gesprek een andere richting op te sturen. Ik loop naar één van de kleine zetels en ga zitten.
'Hij werd opgeroepen door de Alpha. Er zou een andere roedel zijn die ons wilt aanvallen', vertelt mijn moeder. Ze is er net zoals Zion en ik gerust in dat er niets zal gebeuren.
'Dat is waarschijnlijk de reden dat we die groep wolven zagen rennen door het dorp daarnet', concludeert hij, ik knik.
JE LEEST
Their Bond
WerewolfNog nooit had ik zo'n goede band tussen vrienden gezien. Het maakte me bijna jaloers, hij is tenslotte mijn mate, tot ik hun verhaal leerde kennen. Stukje uit het boek: 'Ik ben zo blij dat we je gevonden hebben!', zegt één van de twee. Hij stapt beh...