19. Gevangenis

43 3 0
                                    

Het  is koud. 

Zodra ik mijn ogen open merk ik het gelijk. Ik lig op een ijskoude, harde vloer en het enige wat ik aan heb is een soort vormloze, bruine zak die door zou kunnen gaan voor een jurk. Waar zijn mijn eigen kleren? Er loopt een rilling over mijn ruggengraat en op mijn armen staat kippenvel.
Met een schok schiet ik overeind. Er gaat een pijnlijke steek door mijn hoofd waardoor mijn zicht wazig wordt. Ik hap naar adem. Op dat moment merk ik ook de pijn van al mijn andere mankementen op die tot nu toe nog als verdoofd waren. Al mijn brand- en schaafwonden prikken en alle spieren uit mijn hele lichaam zijn helemaal verkrampt. Als ik mijn benen wil bewegen in een poging op te staan, schreeuw ik het uit van de pijn. Mijn stem is schor en het geluid weergalmt vervaarlijk hard. Die pijnscheuten zijn me duur komen te staan en ook het continue rennen heeft er niet aan geholpen. Mijn spieren voelen aan alsof ze niets meer zijn dan nutteloze elastiekjes.

Ik kijk om me heen. Waar ben ik terecht gekomen? Ergens van boven mij lijken stemmen te komen. Gemompel van meerdere mensen en een aantal schreeuwende stemmen. Ik zie stenen, hoge muren waar geen ramen in zitten. Er kan geen straaltje zonlicht naar binnen komen. Het enige licht komt van enkele toortsen die aan de muren hangen. Ze verspreiden een spookachtig licht maar verder is het helemaal donker. En verder zie ik... tralies? Zit ik in een cel? Als ik nog een stukje verder kijk zie ik meerdere cellen zoals de mijne, maar allemaal zijn ze leeg. Ik zou toch niet in de gevangenis beland zijn? Als dat zo zou zijn zo ik kilometers van mijn huis vandaan moeten zijn. Ik kan me niet herinneren dat er in de buurt van ons dorp een gevangenis was. Wat zou ik gedaan hebben waardoor ik in een gevangenis terecht ben gekomen? Mijn gedachten van voor ik flauwviel zijn maar vaag.
Dan schiet er plotseling een aantal pijnlijke gedachtes door mijn hoofd en de herinneringen komen langzaam terug. Waar zijn mijn ouders? En mijn vrienden? Gaat het wel goed met hen? Wat is er allemaal nog gebeurd nadat ik ben flauwgevallen? Waar is die horde met mensen naar toe gegaan? Ik moet iets doen, ik moet helpen! Maar wie weet hoe lang ik buiten bewustzijn ben geweest? Voor hetzelfde geldt ben ik bijna 3 dagen bewusteloos geweest. Dan is het kwaad natuurlijk al geschiedt. Al zou het nog iets uithalen, dan nog kan ik op dit moment natuurlijk ook niks doen. Ik kan geen kant op. Ik zit vast in een cel en mijn eigen lichaam wil niet met me meewerken.
Mijn cel is niet groter dan twee bij twee meter. In de hoek ligt een oude deken en daarnaast staat een klein bankje wat volgens mij ook als toilet dient. Ik trek mijn neus op. Dan valt mijn blik op een kan water die naast de gesloten deur staat. Ik sleep mezelf er heen en drink het water gulzig op. Zelfs slikken doet zeer maar het water verzacht mijn keel en de dorst waarvan ik me nog niet volledig had beseft dat ik die had.
Dan hoor ik plots voetstappen. Ze verschijnen uit het niets en wekken mijn argwaan. Ik zet de kan zo stil mogelijk terug. Door de echo's klinken de voetstappen harder en angstaanjagender dan ze in waarschijnlijk iedere andere situatie geklonken zouden hebben. Zo te horen komen ze mijn kant op. Na een aantal seconden houden de voetenstappen inderdaad stil voor mijn cel. Aangezien ik op de grond zit kan ik alleen maar een paar grote voeten zien, die zitten in hoge leren laarzen met gespen er op. Als ik verder omhoog kijk zie ik dat de laarzen bij een man horen maar het schijnsel van de toortsen is te zwak om ook daadwerkelijk zijn gezicht te kunnen zien. De man vermijd oogcontact met me en roept dan uit het niets 'Ze is wakker!'. Nog voor ik hierop kan reageren beent hij al met grote passen weg. Hij laat me verbaasd achter, tegen wie zou hij het gehad hebben? Deze meneer heeft duidelijk regelmatig bij mij gekeken om te kijken of ik al bij bewustzijn was. Die gedachte maakt me een beetje ongemakkelijk en ik trek mijn bruine "jurk" wat steviger om me heen.
Dan staat Kyan plots voor me en mijn hart maakt een klein sprongetje. In tegenstelling tot de eerdere voetstappen maakte die van hem helemaal geen lawaai. 'Jessica.' zegt hij kort zonder me echt aan te kijken. Ik kijk zwijgend naar hem en knik alleen maar. Ik houd mijn gezicht afgewend en ik krijg kriebels in mijn buik waarvan ik niet precies weet of die goed of slecht zijn. Er hangt even een ongemakkelijke stilte tussen ons maar mijn behoefte naar antwoorden blijft met de seconde groeien. Is hij hier soms alleen maar naartoe gekomen om naar me te kijken. Zich verkneukeld om het feit dat ik gebroken zit opgesloten in een klein hokje allemaal dankzij hem? 

Achter Slot en Grendel {VOLTOOID}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu