Hoofdstuk 41

8 1 0
                                    

Bram belt aan bij het huis van zijn schoonzus Merel. Bram! Roept ze verbaast uit. Ben je toch gekomen?! Nee, ik ben nog op het werk zegt hij sarcastisch als hij binnen stapt. Bram, het spijt me zo, ik wilde je helemaal niet boos maken. Ik was ook niet boos! Teleurgesteld dan? Ook niet. Ik was verdrietig, ik vind dat je wel gelijk had  maar ja  de waarheid is soms hard. Sorry zegt merel zacht. Het  is al goed joh, zand er over. Je had iets gevonden tocht? Merel knikt. Ze haalt een brief uit haar broek zak en geeft die aan bram. Waar heb je deze gevonden? Ik was mijn slaapkamer aan het op ruimen verteld ze. En toe zag ik een losse plank onder mij bed. En daar onder zat deze brief. Bram opent de brief en begint het hard op voor te lezen:

Beste merel.
Ik moet een poosje weg. Ik hoop dat je het me kunt vergeten. Maar wees niet getreurd, ik zal altijd bij je zijn. Je moet mika in bescherming nemen, hem zoeken ze ook. Ik hou van je.

Groetjes van khalid amezian.

Vreemd zegt bram zacht. Merel knikt ja, dat vond ik ook. Wat doen we nu vraagt ze zich hard op af. Bram haalt zijn schouders op. Nog niks, we moeten eerst er achter zien te komen wie die hem is. We moesten mika beschermen voor iets of iemand. We komen er wel achter zegt merel tegen hem. Je doet het niet alleen, ik ook weten wat er met mijn zoon is gebeurt. Ik zal niet rusten totdat ik antwoorden hebt.

dromen zijn bedrog (moordvrouw)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu