Dove en ik zitten op het bed van Illy. Ze is erg zwak en ligt de hele dag in bed, maar ze wil niet alleen gelaten worden en al zeker niet alleen met jongens. De enige jongen die ze vertrouwt is Kian door hun band. Dove en ik zijn vaak bij haar omdat ze ons ook vertrouwt. Langzaam maar zeker heeft ze ons de voorbije week verteld over haar verleden. Ze vertelde ons over hoe gelukkig haar leven was met haar zusje en haar ouders tot ze gevangen werd genomen, over de vele keren dat ze mishandeld, gemarteld en verkracht geweest is. Elke keer als ze het er over heeft, barst ze in tranen uit. Ze heeft nog niets van dit alles aan Kian verteld, omdat ze niet wilt dat hij denkt dat ze zwak is. Kian geeft haar de tijd en de ruimte om hem in vertrouwen te nemen.
Op dit moment ligt Illy in haar bed en praten we over wat luchtiger. Yvar heeft me gevraagd of ik de eed als Luna wil afleggen voor de roedel. Natuurlijk wil ik dat, maar er komen erg veel voorbereidingen aan te pas. Dove wilt dolgraag alles weten over het leven hier en is dan ook dolenthousiast om me te helpen met de voorbereidingen. Illy is wat meer ingetogen, maar ze wilt me ook graag helpen. Net als Dove me de vraagt stelt wat ik eigenlijk moet doen om de eed af te leggen, wordt er op de deur geklopt.
'Binnen', zegt Illy zachtjes, ze gaat moeilijk rechtop zitten door de kneuzingen die ze nog steeds heeft. Yvar opent de deur en komt glimlachend binnen.
'Gezellig hier. Ik kom Kayla van jullie stelen', zegt hij. Ik sta op van het bed en loop naar hem toe. Ik neem nog snel afscheid van de meisjes en loop dan met hem mee de gang op. Samen lopen we de gangen door, terwijl hij mijn hand vast grijpt.
'Laten we in het dorp gaan wandelen. Mijn werk is klaar en er zijn nog steeds mensen die je beter willen leren kennen', stelt hij voor. Ik knik en laat me door hem naar buiten leiden. Eenmaal we in de frisse lucht zijn lopen we het dorp in. De roedelleden kijken glimlachend naar ons en knikken dan naar ons. Ik zie een klein meisje naar ons toe rennen. Hoe dichter ze komt, hoe meer ik haar herken. Het is het nichtje van Yvar, Vydia. Als ze bij ons is slaat ze haar kleine armpjes om Yvar heen. Die lacht en hurkt voor haar neer. Ze springt in zijn armen en lacht blij.
'Yvar', giechelt ze, daarna merkt ze mij op en wurmt ze zich uit de armen van haar neef. Ze knuffelt mij nu ook.
'Ik zei toch dat hij lief is', fluistert ze in mijn oor, maar natuurlijk hoort Yvar het.
'Wat heb je haar gezegd?', vraagt hij haar gespeeld dreigend.
'Dat je totaal niet eng bent, dat je heel lief bent', zegt ze lachend, Yvar grinnikt en rolt zijn ogen.
'Ik heb je gezegd dat je dat tegen niemand mocht zeggen. Nu verdien je een marteling', zegt hij spelend. Vydia gilt en rent weg. Yvar lacht en rent achter haar aan. Na even te doen alsof hij haar niet kan pakken neemt hij haar in zijn armen. Hij begint haar lachend te kietelen en ze giert het uit van het lachen.
'Alpha!', schreeuwt een mannenstem. Yvar draait zich meteen om en zet Vydia op de grond. De man stopt voor Yvar. Hij hijgt zacht van het rennen. Ik loop naar hem toe en ga naast hem staan terwijl de man zijn verhaal doet.
'Alpha, er is een roedel lid gevonden aan de grenzen. Hij is vermoord. Er lag een brief bij zijn lichaam aan U, de Bèta en de Gamma', vertelt hij in paniek. Hij kijkt even langs ons heen naar Vydia die ons met grote ogen aankijkt. Yvar begrijpt de hint en draait zich naar haar toe.
'Vydia, ga maar naar je moeder, oké?', ze knikt en rent weg. Yvar draait zich weer naar de man.
'Wie is er vermoord?', vraagt hij.
'Jonah Kline', zegt de man.
'Jonah? Hij is pas vijf jaar oud', mompelt Yvar, de woede is van zijn gezicht te lezen.
'Breng ons er heen', zegt hij, de man knikt en begint te lopen. We volgen hem tot aan de grens van ons territorium. Als we aankomen op de plek waar de jongen is vermoord zitten er een paar mensen op hun knieën in een kring. We lopen er naar toe en zien het lichaampje in het midden liggen. Tranen stromen over hun wangen heen.
'Alpha', zegt een man moeilijk, hij buigt zijn hoofd licht voor ons. Yvar werpt een blik op het kleine lichaam.
'Het spijt me van Jonah. Ik ga exact uitzoeken wat er met hem gebeurd is, al val ik er bij neer', beloofd Yvar de ouders van Jonah. Die kijken hem hopend aan.
'Dank u, Alpha', ik kijk nog eens naar het kleine lichaam. Een grote, langwerpige wonde zit op zijn borstkas.
'Alpha', zegt een mannenstem zacht, Yvar kijkt om en staat op. De man toont een zwarte schijf met bloed op.
'Dit is het wapen waarmee hij vermoord is', Yvar neemt het aan en bekijkt het. Hij kijkt even naar mij, aan zijn blik zie ik dat hij weet wat het is.
'En dit is de brief die er naast lag', hij overhandigt Yvar een stuk wit papier.
Yvar, Vigo en Kian
Dat staat op het stuk papier.
'Heb je hem gelezen?', vraagt Yvar aan de man, die schudt zijn hoofd. Yvar knikt en draait zich naar de ouders zonder de brief open te maken.
'Ik zal zijn begrafenis regelen, daar hoeft u zich geen zorgen om te maken', zegt hij tegen hun, ze knikken dankbaar. Yvar neemt mijn hand vast en neemt me terug mee naar het roedelhuis. Het wapen en de brief houdt hij in zijn andere hand. Als we binnen komen in het roedelhuis rennen Vigo en Kian de trap af. Ze knikken zakelijk naar Yvar.
'Laten we naar ons kantoor gaan', zegt Vigo, Yvar knikt en we lopen de trappen op. We gaan de kamer in en sluiten de deur zorgvuldig.
'Denken jullie wat ik denk?', vraagt Yvar die het wapen op de tafel legt. Ze knikken.
'Demonen', mijn ogen worden groot. Yvar opent de brief voorzichtig. Hij leest hem en zijn ogen worden groot. Hierna geeft hij de brief door naar Vigo die hem leest en doorgeeft aan Kian. Ik ben de laatste die de brief in haar handen krijgt. Ik begin te lezen.
JE LEEST
Their Bond
WerewolfNog nooit had ik zo'n goede band tussen vrienden gezien. Het maakte me bijna jaloers, hij is tenslotte mijn mate, tot ik hun verhaal leerde kennen. Stukje uit het boek: 'Ik ben zo blij dat we je gevonden hebben!', zegt één van de twee. Hij stapt beh...