'De demonen zullen binnenkort nog eens aanvallen dus we moeten ervoor zorgen dat de roedel veilig blijft. We hebben jullie hier gebracht omdat jullie misschien kunnen helpen', legt Vigo kort uit. Dove, Illy en ik staan in het kantoor van de jongens.
'Jullie zijn toch sterker dan normale wolven? Kunnen jullie die demonen niet gewoon verslaan?', vraagt Dove.
'De demonen zijn ongeveer even sterk als ons, dus als we dat gevecht aangaan zal het spannend worden. We willen nu vooral onze roedel in veiligheid brengen. We kunnen het niet hebben dat er nog meer leden sterven door ons', zegt Kian. Ik kijk even naar Yvar die bezorgd met zijn hand over zijn gezicht gaat en in zijn neusbrug knijpt.
'En jullie moeten in veiligheid gebracht worden', zegt Vigo.
'Ik stel voor dat we de roedel niet meer bij de grenzen laten komen, dan kunnen er geen gevallen meer zijn zoals Jonah', stel ik voor, Yvar knikt naar me.
'Dat is best nog wel een goed idee', mompelt Kian, Yvar knikt. We wisselen nog wat ideeën uit en besluiten na een paar uur wat te eten.
***
In stilte zit ik naast Yvar op het bed. Hij laat wat plukken van mijn haar rond zijn vinger draaien en ik geniet van zijn aanraking. Hij is ook stil en staart wat voor zich uit. Hij denkt waarschijnlijk na over nog meer mogelijke oplossingen. Hij is erg gespannen door de moord op Jonah. Hij zou er alles aan doen om zijn roedel veilig te stellen. Toen ik hoorde dat hij de Alpha van de gevaarlijkste roedel ter wereld is had ik nooit gedacht dat hij zo zachtaardig zou zijn en zo veel om zijn roedelleden zou geven.
'Kian vertrekt op patrouille', onderbreekt Yvar de stilte, ik knik. De drie jongens gaan elk om de beurt op patrouille zodat ze kunnen voorkomen dat er nog gewonden of doden vallen.
'Ben jij na hem?', vraag ik, hij knikt. Hij kijkt even naar de klok die aan de muur hangt.
'We hebben nog ongeveer een kwartier samen', mompelt hij. Ik glimlach en kus hem kort. Hij kust me terug, maar is niet van plan de kus kort te houden. Hij legt me neer op het bed en komt boven me hangen. Hij kust verder naar mijn nek. Als hij mijn markering kust huiver ik kort. Ik laat mijn handen over zijn borstkas glijden en kus hem terug. Hij stopt abrupt en laat me los. Ik kijk hem vragend aan terwijl we beide recht gaan zitten. Hij stapt uit het bed en grijpt dan naar zijn haar.
'Kian', mompelt hij pijnlijk.
'Blijf hier', zegt hij voor hij de kamer uit rent. Nog geen tien seconden later zie ik hem, door het raam, beneden in zijn wolvenvorm weg rennen. Twee seconden later zie ik Vigo hetzelfde doen. Ik sta op en besluit naar Illy toe te gaan, zij zal wel voelen wat er aan de hand is met Kian. Als ik door de gangen loop zie ik dat Dove hetzelfde plan had. We kloppen aan op haar deur.
'B-... Binnen', wordt er zacht gezegd. Ik open de deur en zie Illy in elkaar gedoken op het bed zitten. Haar armen heeft ze om haar borstkas geslagen en haarfijne gezicht ziet er gepijnigd uit.
'Wat is er aan de hand?', vraagt Dove haar.
'Kian wordt aangevallen. Het voelt niet alleen als in elkaar geslagen worden, maar ook een ander soort pijn', mompelt ze. Ik ga naast haar zitten en sla een arm om haar heen. Een traan rolt over haar wang.
'Wat als hem iets overkomt?', vraagt ze zacht.
'Yvar en Vigo zijn bij hem, ze kunnen het wel aan. Maak je maar niet te veel zorgen', probeer ik haar wat gerust te stellen. Zelf voel ik me totaal niet rustig.
'Maar wat als hun alle drie nu iets overkomt?', vraagt ze terwijl er nog een traan over haar wang rolt.
'Als wij ook iets voelen gaan we helpen, maar zolang dat niet zo is gaan we er niet naartoe. Ze hebben duidelijk gemaakt dat we hier moeten blijven', zeg ik, ze knikt. Een moment daarna voel ik een verschrikkelijke pijn door mijn arm schieten. Ik grijp er naar en Dove en Illy doen exact hetzelfde.
'We voelen het allemaal', zegt Illy nu hopeloos tegen mij. Ik sta op van het bed.
'Ik ga ze helpen, jullie blijven hier', zeg ik. Dove knikt, we hadden haar al vanaf het begin duidelijk gemaakt dat ze niet mee mag naar gevechten omdat ze een mens is en dus meer risico loopt. Illy lijkt even te twijfelen en komt recht, maar als ik haar streng aankijk gaat ze terug zitten. Ik ben nog steeds haar toekomstige Luna.
'Het komt goed', zeg ik waarna ik de kamer uit ren en naar beneden ga. Van zodra ik buiten ben verander ik in mijn wolf en achtervolg ik de recentste geur van Yvar. Aangekomen bij het gevecht zie ik Yvar en Kian bewusteloos liggen in mensenvorm. Hun tattoo gloeit. Vigo is nog in wolvenvorm aan het vechten tegen een jongen. Hij lijkt even oud als mij, maar demonen zijn veel ouder dan ze er uit zien. De jongen heeft gloeiende rode ogen en zwarte vleugels steken uit zijn schouders. Ik zie een andere jongen met vleugels naar Kian toe lopen en bij hem knielen. Hij heeft een wapen in zijn hand. Hij draait Kian om zodat die met zijn borstkas naar boven gericht ligt en neemt het wapen steviger vast. Ik begin te rennen en duw hem net op tijd van Kian af. Die blijft niets beseffend liggen. Ik grom naar de jongen en ga beschermend voor Kian staan terwijl ik Yvar in mijn ooghoeken ook in de gaten houd.
'Zijn mate, hoe schattig', spot de jongen. Ik grom nog eens dreigend naar hem. Hij slaat met zijn vleugels en vliegt op.
'Genoeg voor vandaag, we vertrekken', roept hij naar de jongen die nog steeds met Vigo aan het vechten is. Die stijgt ook op en samen verdwijnen ze in het niets. Vigo rent naar me toe. Hij verandert terug.
'Je mag hier niet zijn', zegt hij tegen me. Ik negeer hem en loop naar de twee bewusteloze jongens. Ik verander terug en voel eerst aan Yvar zijn hartslag. Die gaat gelukkig nog.
'Je mag blij zijn dat ik hier was, maak je liever zorgen om je vrienden', zeg ik hem terwijl ik naar Kian toe loop. Ook zijn hartslag gaat nog.
'Het komt wel goed met hun, dat zou niet zo geweest zijn als jij ook gewond geraakt was', zegt hij bestraffend. Ik rol mijn ogen.
JE LEEST
Their Bond
WerewolfNog nooit had ik zo'n goede band tussen vrienden gezien. Het maakte me bijna jaloers, hij is tenslotte mijn mate, tot ik hun verhaal leerde kennen. Stukje uit het boek: 'Ik ben zo blij dat we je gevonden hebben!', zegt één van de twee. Hij stapt beh...