Hoofdstuk 25

62 6 0
                                    

'Wat is er gebeurd?', vraagt Yvar wantrouwend als Vigo met een grote grijns de keuken in komt lopen. Hij heeft de hand van Dove vast die licht blozend achter hem aan loopt.

'Niets speciaal, behalve dat ik een zoon krijg', zegt Vigo met grote trots.

'Waarom zou het een zoon zijn? Dat weet je nog niet', vraagt Dove hem verbaasd, Vigo rolt zijn ogen.

'Ik kan dat voelen, als vader', zegt hij. Dove kijkt vragend naar mij om te weten of dat iets van weerwolven is. Ik schud zacht mijn hoofd.

'Krijgen jullie een kind?', vraagt Yvar met stomheid geslagen. Vigo knikt trots en trekt zijn mate tegen zich aan. Yvar staat op en loopt naar ze toe.

'Gefeliciteerd', zegt hij terwijl hij Vigo knuffelt. Daarna knuffelt hij Dove ook.

'We moeten er nu alleen voor zorgen dat Dove ver weg is als de demonen naar hier komen, we kunnen het niet riskeren dat er iets gebeurd met de volgende Gamma', zegt Yvar, Vigo knikt. De vrolijke stemming is overgeslagen. Iedereen is nu bloedserieus.

'Misschien moeten we Dove even terug naar haar huis brengen, in het dorp', zeg ik, ze kijken me even aan en knikken.

'Dat is een goed idee, daar zullen ze haar niet aanvallen', zegt Yvar, Vigo knikt.

'We gaan vandaag nog', zegt Vigo tegen Dove.

***

Yvar en ik wandelen door het dorp. Vigo is op patrouille en wij controleren of de roedel zich aan de afspraken houdt. Zoals gevraagd zien we dat er bijna niemand buiten is. Hier en daar is er iemand bezig in zijn tuin of staan buren bij elkaar aan de voordeur. De mensen die toch buiten lopen buigen hun hoofd voor ons en lopen zo snel mogelijk weer door. De meesten lijken wat bang voor Yvar. Hij zucht zacht als hij dat ook opmerkt. Ik knijp in zijn hand en glimlach naar hem. Hij glimlacht dankbaar terug.

***

Illy en ik zitten op haar kamer. Yvar en Kian zijn op hun kantoor en Vigo is op patrouille. Dove is naar het dorp gebracht voor haar eigen veiligheid en die van de baby. Ze blijft bij haar ouders, zodat er geen enkele kans is dat de demonen naar haar toe gaan. Illy en ik brengen nu onze tijd vaak samen door. Er wordt op de deur geklopt.

'Binnen', zegt Illy. Yvar opent de deur.

'Je broer is hier', gromt hij, ik kijk hem verbaasd aan.

'Wat doet hij hier?', vraag ik, hij haalt zijn schouders op. Samen lopen we naar beneden waar Zion een vijandige blik op Yvar werpt. Omgekeerd gebeurt hetzelfde. Adara staat bij Zion en legt een hand op zijn schouder.

'Zion, wat doe jij hier?', vraag ik terwijl ik naar mijn oudere broer toe loop. Ik knuffel mijn broer kort waardoor Yvar gromt. Ik kijk hem streng aan en hij stopt gelijk met grommen.

'Ik kom je meenemen naar huis', zegt hij. Hij neemt me in zijn armen en trekt me tegen zich aan waardoor Yvar hard gromt. Zion gromt even hard terug naar hem.

'Wat? Waarom?', vraag ik verbaasd terwijl ik me los probeer te maken uit zijn armen.

'Het is hier niet veilig voor je, dat weten we allemaal. Ik wil niet dat je iets overkomt', zegt hij, ik staak mijn nutteloze pogingen om los te geraken en draai me om in zijn armen.

'Waar heb je het over? Waarom zou ik hier niet veilig zijn?', vraag ik hem.

'Ik weet wat je mate heeft gedaan en ik weet dat jij daarom gevaar loopt. De demonen komen naar hier', ik kijk hem met grote ogen aan en ook het gegrom van Yvar op de achtergrond is gestopt.

'Hoe weet je dat?', vraag die stomverbaasd. Zion negeert hem en heft me van de grond. Hij begint weg te lopen van het roedelhuis terwijl ik me uit alle macht weer probeer los te maken. Een harde gromt klinkt door de ruimte.

'Laat haar los!', schreeuwt Yvar naar mijn broer. Zion stopt met lopen en zet me op de grond. Hij kan het bevel van een Alpha niet weigeren. Yvar rent naar ons toe en trekt me snel tegen zich aan. Hij snuift mijn geur op om rustiger te worden.

'Alsjeblieft Kayla, ik wil niet dat je iets overkomt', smeekt Zion me nu.

'Ik blijf hier, Zion. Ik ben hier nodig', zeg ik, hij schudt zijn hoofd.

'Ik heb je nodig, ik wil dat je veilig bent', zegt hij.

'Zion, ik begrijp je, echt waar. Maar ik ben volwassen. Ik ben een Luna, ik kan goed genoeg mijn eigen beslissingen maken en op dit moment beslis ik om bij mijn mate en mijn roedel te blijven om hun te beschermen', Zion kijkt naar de grond en Adara legt opnieuw een hand op zijn schouder. Zion kijkt even naar haar. Ze knikt naar hem. Zion zucht en knikt terug. Zonder nog iets te zeggen rent hij weg, het bos in.

'Het was leuk je nog eens te zien. Trek je maar niet te veel aan van hem, hij is gewoon bezorgd', zegt Adara voor ze ook de deur uit rent. Ik draai me naar Yvar die mij ook verbaasd aankijkt.

'Dat was vreemd', zegt hij, ik knik.

'Ik vraag me vooral af hoe hij het weet, dat de demonen komen', zeg ik, Yvar haalt zijn schouders op.

'Ik heb geen idee', mompelt hij. Hij trekt me in een knuffel en snuift nogmaals mijn geur op.

'Beloof me alsjeblieft nooit te vertrekken, ik hou te veel van je', zegt hij, ik glimlach.

'Ik hou ook te veel van jou en de roedel om te vertrekken', zeg ik. Kian loopt de trap af en kijkt verbaasd rond.

'Was de broer van Kayla hier niet?', vraagt hij verbaasd. Yvar laat me los en knikt.

'Hij wilde haar meenemen naar zijn roedel', zegt hij. De woede weerklinkt in zijn stem.

'Wat? Waarom?', vraagt Kian verbaasd.

'Hij weet dat de demonen hier naartoe komen', vertel ik. Weer kijkt hij me verbaasd aan.

'Hoe kan hij dat weten?', ik haal mijn schouders op. Opeens kijken de twee jongens elkaar aan.

'Kom, we moeten gaan', zegt Yvar. Hij neemt mijn hand vast en trekt me mee naar buiten. Kian rent terug naar boven en wij rennen richting het bos.

'Wat is er aan de hand?', vraag ik onder het rennen.

'Ze zijn er'

Their BondWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu