Hoofdstuk 3: Tessa

16 0 0
                                    

Hoofdstuk 3: Tessa.

Doe ik hier eigenlijk wel goed aan? Ik loop hier met een man, is het eigenlijk wel een man? Misschien is het wel een jongen, hoe oud zou die eigenlijk zijn? 20? 25? 16? Wat doe ik hier eigenlijk? Ik weet niks van hem, en Lisa? Waar is Lisa eigenlijk? Ik maak me zorgen om haar, ik weet dat als je haar wat drank of wat pilletjes geeft, ze alles doet wat ze krijgt opgedragen. Ze is nu vast al ladderzat en zou wel met die Giorgio in bed liggen. Ik snap mezelf niet, ik  heb het gevoel dat ik mezelf niet meer in de hand heb. Maar goed nu lig ik dus vannacht naast die man. Wat weet ik nu eigenlijk van hem? Zijn naam, Mo, is dat wel zijn echte naam? Misschien is het wel een bijnaam, of dergelijke. Geen idee eigenlijk. We lopen onder de straatlantares, door een van de achterwijken van Amsterdam. Op weg naar die zogenaamde ''vriend'' van hem. Ik voel zijn warme grote hand om mijn koude kleine hand heen. Het helpt weinig tegen de kou, zelfs niet een van zijn knuffels neemt het koude gevoel in mijn hele lichaam weg. Ik werp een scherpe blik op de weg, ik hoor een auto vaart minderen. Ik kijk op, en zie dat Mo mij de kant van de auto optrekt. Tijd om tegen te werken heb ik niet, want voor ik het weet sta ik al voor het autoportier. ''Ha die Mike. alles goed met je?' Hoor ik Mo zeggen. Doordat het donker is in de auto zie ik niet wie er inzit. Ik hoor vanaf achter mij gelach. Er zit dus meer dan 1 persoon in die auto! Welke auto is het eigenlijk? Ik kijk naar beneden, en dan naar opzij om de zijkant van de auto te kunnen bekijken. Diep in gedachten verzonken over wat voor een auto het dan wel niet zal zijn, hoor ik een piepende hoge stem. 'Hey vriend, best, alles oke, zaakjes lopen prima.' 'Zoals altijd' voegde die er nog aan toe. Die stem, die klonk zo jong? Zo onzerker? Zo... gevoelloos? Ik hoor dat het achterportier openvliegt. En voordat ik het door heb staat er een man van de grootte van een reuze olifant voor mij. Ik zie dat hij zijn hand naar mij uit wil steken, maar dat laat Mo niet zomaar gebeuren. Mo pakt de grote hand van de man vast en slaat hem een paar centimeter voor de koude huid van mijn lichaam weg. 'Afblijven gast!' Ik hoor de stem van Mo tot me doordringen, hij klonk vuil, gemeen en gigantisch hard. We lopen weg van de auto, en Mo pakt mijn hand vast. 'Meisje sorry het spijt me van net, van die vent bedoel ik, je weet hoe ze zijn, zodra ze een mooie meid zien willen ze, ze vasthebben'. Ik mompeld wat van, ja ik snap het wel. We steken een straat over, en lopen daarna door een smal steegje heen. De lucht is koud, en ik voel de sterke wind om mijn oren vliegen. We steken de volgende straat over, gaan bij een kruispunt rechtaf, lopen weer door een smal steegje heen, steken vervolgens nog eens een weg over, en dan zijn we er. Doordat de straat maar vaag verlicht is zie ik bijna niks van de reuze grote flat voor mijn neus. Wel zie ik de gele strepen op het gebouw, die reflecteren in het geschitter van de lichte straatverlichting. Ik zou niet weten waar ik beland ben, ik loop al twee jaar dagelijks door Amsterdam heen, maar dit plekje komt mij totaal niet bekend voor. Mo laat mijn hand los en loopt naar de intercom. Ik zie dat hij nummer 32 intypt op het blauw verlichtte toetsenbord. Ik hoor gekraak en gepiep. 'Wie is daar?' Ik schrik van de stem, hij klinkt zo zwaar en schor. 'Moy, ik ben het, ik kom mijn geld halen, en ik wil het wel nu meteen hebben!' Die stem van Mo had ik nog niet gehoord. Naarmate het einde van zijn zin naderde sloeg zijn stem over in een donkere harde en gevoelloze stem. 'Rustig moy, kom boven en haal je geld op dan.' Ik hoor de klik van de deur die openschiet. Mo drukt een kus op mijn voorhoofd en zegt dat hij binnen een minuutje weer terug is, en we daarna over 20 minuten in een hotelkamer liggen. Bij het idee al dat ik over 20 minuutjes in een warm bed zou liggen smolt ik al weg.. ik denk aan wat er die nacht zal gaan kunnen gebeuren. En voor dat ik het weet zie ik de zwaaiende hand van Mo voor mijn hoofd. 'Tessa, waar zit je? Hallo, wakker worden!' Ik schrik van zijn stem en hij pakt mijn hand vast. 'Nog niet in slaap vallen he meisje!' Ik moest ervan lachen en keek hem met een glimlach op mijn gezicht aan. Mo verteld me dat we beter niet met de taxi kunnen gaan, het is namelijk al laat, en aangezien het Amsterdam is, zijn meestal alle taxi's rond deze tijd bezet. We besluiten om met de tram te gaan. We steken de straat over, lopen onder de verlichting van de straatlantarens, en praten wat over van alles en nog niets. Hij verteld mij over zijn appartement, zijn leven, waar hij zich meebezig houd. Hij verteld me dat hij 22 jaar is, momenteel helaas werkloos is maar ook dat hij druk en dringend opzoek is naar een nieuwe baan. Hij verteld me over zijn ouders, dat hij ze eigenlijk al 3 maanden niet heeft gezien. Ik zie dat het hem pijn doet, aan de manier waarop hij spreekt en hoe zijn ogen staan. Om hem een steun en troost te bieden sla ik mijn slanke arm om zijn brede taille heen. We stoppen voor het station, totdat ik me besef dat ik geen OV mee heb. Ik vraag aan Mo hoe we het dan moeten doen. 'Ach meisje, trust me, niemand die nu nog op dit tijdstip controleerd of je wel volgens de regels reist.' Verteld Mo me. 'Je hebt gelijk, moet ik toegeven, over hoeveel minuten komt de tram?' 'Over 4 minuten.' De tram rijd al vroeger dan verwacht het station binnen. Mo pakt mijn hand vast en trekt me de tram in. We ploffen op 1 van de stoelen neer en praten over koetjes en klafjes, we lachen en giegelen wat om de man en vrouw die twee plaatsen voor ons zitten en ruzie maken met elkaar, over elkaars ouders. We moesten er stiekem allebei erg van lachen, ik keek hem recht in zijn ogen aan en zag dat ze vol stonden met liefde en blijdschap. Had ik dan toch eindelijk een echte leuke jongen gevonden? Misschien zat ik nu wel naast mijn ware liefde in het fel verlichtte tram? Maar op dit moment kan ik nog niet oordelen schiet er door mijn hoofd heen, ik ken hem pas 2 uur. Ik hoop dat het nog veel meer uurtje mogen worden, schiet er ook direct door mijn hoofd heen. Ik ben bang dat ik Mo leuk vind. We stappen uit de tram, steken de straat over, en we gaan een gezellig en knus uitziend hotel in. Voor de balie stoppen we, gelukkig zijn we de enige, en dus direct aan de buurt. 'Zeg het maar mevrouw of meneer, waar kan ik u mee helpen?' vraagt de mevrouw achter de zwart rode balie. 'Ik zou vannacht graag samen met mijn vriendin in een luxe VIP 2 persoonskamer willen overnachten, is dat mogelijk?' antwoord Mo. Zijn vriendin? schiet er door mijn hoofd heen. luxe, VIP? Wat is dit voor een lieverd! Ik ga de geweldigste nacht van mijn leven beleven! 'U heeft geluk meneer, we hebben nog 1 kamer beschrikbaar.' 'Aha, dat is mooi dan! Moet ik nu afrekenen of morgen?' 'Nee u mag nu maar ook morgen afrekenen, wanneer het u uitkomt!' ''Dan kom ik morgen afrekenen, bedankt, en weltrusten alvast mevrouw!' 'Hier is de sleutel, kamer 36, lift naar verdieping twee en dan de vierde deur aan uw linkerhand.''Mo pakt de sleutel van de mevrouw aan en trekt mij mee de lift in. In de lift geeft hij mij een knuffel en fluisterd in mijn oor dat dit de geweldigste nacht van mijn en zijn leven gaan worden. Op verdieping twee gaan de deuren van de lift open, we stappen eruit, nemen de vierde kamer links en Mo steekt de sleutel in het slot, vanaf dat moment zie ik zijn liefde.

insensibleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu