"Sanne, jij mag met juf Helga mee. Je mag even gaan lezen." Ik ben pas vijf jaar oud als ik uit de klas word gehaald om een tekst te lezen op AVI 6-niveau. De tekst ging over goudvissen. Juf Helga was in mijn kleutertijd de IB'er van onze school. Voor leestestjes, spelletjes of bijles kwam je bij haar terecht. Eens in de zoveel tijd wilden ze weten hoe mijn leesvaardigheid verbeterde. Ik liep voor op de rest. Normaal gesproken kan een kleuter niet zo goed lezen. Ik had het geluk dat ik het aangeboren talent had om al vroeg te beginnen met het ontdekken van verhalen. Of was dat toch geen geluk? In mijn kleuterklas zagen de kinderen mij als 'anders' en 'ontzettend slim'. Ook in de jaren die daarna op de basisschool volgden. Ik herinner me nog redelijk wat van die tijd. Het onbezorgd kind zijn, beviel me wel. Ook al was ik slimmer en was ik anders.
Toen ik op de peuterspeelzaal zat, kon ik niet goed meekomen met de rest van de groep. Liever zat ik de hele dag te knutselen aan tafel. Ik was fan van Nijntje, het konijntje ontworpen door Dick Bruna. Ik had thuis alle boekjes en las ze met plezier. Toen ik drie jaar oud was, was ik ontzettend trots op mezelf. Papa had me wat letters geleerd, want ik wilde heel graag weten hoe je moest lezen. Vanaf het moment dat ik er iets van snapte, kon ik de boekjes van Nijntje zelf lezen. Iedereen vond het vreemd. Vanaf dat moment was duidelijk dat ik een bijzondere gave heb voor lezen en taal. Toch werd het niet gewaardeerd. Een kind van drie moet namelijk met leeftijdsgenootjes spelen en niet alleen maar lezen.
Naarmate ik beter kon lezen, kon ik steeds meer dingen onthouden. Ik bleek ontzettend slim. Op de basisschool kreeg ik voor de helft van de tijd onderwijs op een hoger niveau. Zo mocht ik in groep 3 als enige AVI 9+ boeken lezen, mocht ik in groep 4 al aardrijkskunde, biologie en geschiedenis volgen en kreeg ik taalonderwijs op het niveau van een groep hoger. Ik wilde alles leren. Toch begrepen mijn klasgenootjes mij vaak niet. Ze vonden het aan de ene kant niet eerlijk dat ik zo slim was en aan de andere kant begrepen ze me niet. Ik had niet echt vriendjes en vriendinnetjes om mee te spelen. Zo nu en dan ging ik weleens bij vriendjes of vriendinnetjes spelen, maar een dag later was de vriendschap alweer tijdelijk over. Zo ging dat jaren z'n gangetje. Ik werd niet begrepen en als gevolg daarvan zat ik weer eens alleen. Ik raakte er langzaam aan gewend. Er waren meisjes met wie ik tijdelijk vriendinnetjes werd. Het ging op en af met deze vriendschappen, want zij begrepen me minder goed. Ik besteedde er niet zoveel aandacht meer aan. Eén meisje zal ik nooit vergeten: Sarah. Zij was mijn eerste echte vriendin. Eindelijk had ik iemand om alles mee te delen, samen mee te spelen en iemand waar ik altijd terecht kon. Helaas is ze verhuisd toen ik in groep 5 zat. Daarna heb ik haar nooit meer gezien. Ik heb me lange tijd afgevraagd waarom mijn klasgenootjes mij niet begrepen. Het begon rond die tijd wat onrustiger te worden in de klas. Langzamerhand begonnen mijn klasgenootjes mij te pesten. Ik was anders, had mijn eigen 'gebreken' en dus was ik al snel het pispaaltje van de klas. Dit sudderde door tot en met het einde van de basisschool. Ik raakte hier ook aan gewend, al voelde ik me wel steeds ongelukkiger. Er kwam een lichtpuntje toen in groep 8 een nieuw meisje in de klas kwam. Al meteen voelde ik me tot haar aangetrokken. Alles in me zei dat zij hetzelfde was als ik. Ze stelde zich voor als Birgit. Al snel werden we beste vriendinnen. Ze heeft me nooit in de steek gelaten en ze was er altijd voor me. Allebei werden we gepest, maar we hadden elkaar. Ik ben nog nooit zo blij geweest om iemand te leren kennen. We fietsten iedere dag samen naar school, iedere dag samen naar huis en dat een jaar lang. Alles deelden we met elkaar.
Toen ik naar de brugklas ging, veranderde er een heleboel. Ik zat ineens niet meer bij Birgit in de klas, ik had niemand om mee te fietsen en ik kende helemaal niemand. In de eerste klas ging ik naar het VWO. Ik ben slim, ik was slim, maar het kwam er niet uit. In mijn klas werd ik niet geaccepteerd. Ik had gehoopt op een nieuwe start, maar het pesten begon opnieuw. Als ik een cijfer haalde lager dan een 8, werd ik vernederd en uitgemaakt voor 'dom'. Ook in de groepschat van de klas ging het niet goed. Via WhatsApp werd ik ook gepest. Mijn cijfers werden slechter. Door alles wat er op school gebeurde, kon ik me niet concentreren op mijn huiswerk. Ik moest gedwongen van het VWO naar de havo. Dat was iets waar ik ontzettend tegenop zag. Ik was slim genoeg om het VWO af te maken, maar doordat mijn klasgenoten het zo hadden verziekt, kon ik niet doen wat ik wilde doen. Het was voor mij een dubbel gevoel. Aan de ene kant was ik iedereen van de brugklas definitief kwijt, aan de andere kant wilde ik op het VWO blijven. Ik had inmiddels een groepje vrienden opgebouwd, maar dat waren allemaal mensen die net zoals ik werden 'uitgekotst'. De vrienden die op de havo zaten, waren wel normaal. Toch voelde ik me daar niet altijd comfortabel bij. Ik was blij met de mensen die ik om me heen had op het VWO. Ze voelden aan als 'vrienden', maar tegelijkertijd ook weer niet.
Zo sudderde het op de middelbare school een beetje door. Ik sloot wat nieuwe vriendschappen op de havo, ik haalde goede cijfers en zo nu en dan werd ik weer eens gepest tot het eindelijk eens ophield in havo 5. Toen was iedereen ineens wél volwassen en werden ze wakker. Het leek wel mijn tweede jaar op de havo, waar ik voor het eerst niet gepest werd en waar iedereen elkaar accepteerde. Alleen die mensen hebben me ooit echt begrepen. Waarom de rest van de leerlingen pas in havo 5 wakker werd, blijft voor mij een groot raadsel.
Inmiddels studeer ik journalistiek. Mijn leven is veranderd in een grote achtbaan met zoveel wendingen dat ik niet meer zo goed weet wie ik ben. Het gaat als een sneltrein. Afgelopen jaren hebben veel betekent in het vormen van mijn leven. Ik ben veranderd, de wereld is veranderd en het leven is een stuk ingewikkelder. Van een kind groei je op tot puber en voordat je beseft hoe groot de warboel in het brein van pubers is, ben je alweer op papier volwassen, zit je midden in je studentenleven en heb je een vriend. Ik ben actief op social media en ik zie levens van anderen voorbij komen. Ook ik wil weleens iets laten zien van mijn perfecte leventje dus ik zet er ook regelmatig iets op. Want, het perfecte leven bestaat toch? Iedereen heeft veel vrienden, gaat de stad in, heeft een beste vriendin of een beste vriend, iedereen gaat op vakantie en heeft het druk met alles delen met zoveel mogelijk vrienden. Maar ik dan? Met mij wordt niet zoveel gedeeld. Niemand vraagt mij ooit hoe het echt met me gaat. In de vriendengroepen die ik had, word ik vergeten. Maar toch laat ik mezelf van mijn tegenovergestelde kant zien. Volgens velen ben ik de drukke persoon met de vlotte babbel en zal ik het wel druk genoeg hebben met mijn vrienden. Niemand die naar me omkijkt of zich zorgen maakt. Ik heb toch vrienden die dat doen? Anderen? Toch zit ik bijna altijd thuis. Bijna niemand neemt me eens een keer mee de kroeg in. Ik hoor overdag niks van vrienden of vriendinnen. Er is niemand waar ik even langs kan gaan om even te praten of om een gezellige middag te hebben. Als er wel iemand voor me is, woont diegene vaak te ver weg. Chatten of bellen is toch anders dan iemand zien. Ik maak muziek. Ik lees boeken. Ik kook graag. Ik ga graag wielrennen. Toch doe ik dit eigenlijk altijd alleen. Er is niemand met wie ik mijn hobby's mee kan delen of even mee kan praten. Mijn konijntjes zijn mijn beste vrienden, samen met Paffie, mijn geboorteknuffel. Daar praat ik mee. Al zou het zoveel leuker zijn om mijn hobby's samen te doen met vrienden of om te praten tegen een beste vriendin. Ik heb echt wel goede vrienden, maar als meisje is het gewoon fijn om een beste vriendin te hebben bij wie je altijd terecht kan. Dat laatste is echt een gemis. Het doet mij pijn om anderen te zien die het wel hebben.
Dit ben ik. Een journalist in opleiding, maar meestal alleen.
JE LEEST
"Dit ben ik. Alleen''
De TodoHier lees je mijn persoonlijke verhaal. In dit verhaal gaat het over problemen in het dagelijks leven waar ik tegenaan loop. De buitenkant ziet er rooskleurig uit. Iedereen heeft een perfect leven met veel vrienden. Dat is tenminste wat ik zie op s...