Een meisje die niet helemaal eerlijk is

Een meisje die niet helemaal eerlijk is ze is bang voor toetsen want haar ouders worden boos als ze geen goed cijfer hald. Ze gaat vandaag naar school ze krijgen een toets ze is zo bang dat ze een laage cijfer halt ze kan de hele nacht niet slapen. haar vader zij het moet een 8 of een 9 zijn. Ze krijgt de bibbers als ze naar school fietst. Iedereen zegt in haar klas ik heb zin de toets. Maar zij zegt niks het is tijd ze gaan de toets maken van rekenen. Ze pakt het potlood vast ze bibbert. Als ze de eerste som maakt dan wordt ze zo bang ze hat de hele tijd in haar hoofd dat haar vader zij ik wil dat je een 8 of een 9 halt. Ze ging van de eerste naar de laatste. Toen moesten ze hun reken schiften inleveren. Toen ze het hat ingeleverd hat ze de kriebels. Morgen horden ze hun cijfer van de toets. Ze ging weer naar huis de school was uit ze kwam bij haar ouders. En zij ik heb een 10 gehalt maar ze loog haar vader zij je hoorde morgen toch je cijfer ja pap maar ik weet gewoon dat ik een 10 heb maar ze loog. Ze dacht dat ze een 1 zal halen. Toen dacht ze straks heb ik geen 10 en dan. Zal mijn vader hartikke boos worden want ik zij ik heb denk ik een 10 . Het was dinsdag ze stond op en dacht ik ga vandaag naar school dan hoor ik mijn cijfer. Onee papa zal boos worden als ik onder de 8 of de 9 hal. Ze  was weer bang haar ouders werden ook wakker. Ze zijden lievje ga maar naar school fietsen zijn vader zij nog snel erachter ik wil je 10 zien .ze was bang ze ging naar school fietsen en ze hoorde de uitslag van de toets. Bijna iedereen had een 10 toen riep de juffrouw haar naam ze trilde de juffrouw zij jij hebt een 5. Ze was zo bang als ze naar huis gaat en zecht dat ze een 5 hat dat durfde ze niet ze gooide het briefje met de 5 erop weg (die de juffrouw heeft gegeven ) ze pakte een papiertje en zette daarop een 10 en ze deed het briefje in haar zak. En ging weer naar huis. Ze loog tegen haar ouders dat ze een 10 had.

. Haar ouders waren zo blij maar ze had het briefje van de juffrouw nog in haar broekzak. Haar moeder ging haar broek wassen ze zag het briefje waar op stond een 5 voor rekenen. Ze schrok. Haar moeder ging het aan haar vader laten zien. Hij was zoo BOOS op zijn dochter hij ging naar haar toe en zij BOOS WAT IS DIT VOOR BRIEFJE ER STAAT DAT JE MET REKENEN EEN 5 HEBT ze was zoo bang dat ze uit het raam wou springen ze zij met een piepklein stemmetje sorry papa hij zij woedend WAAROM LIEG JE TEGEN MIJ ze zij zacht sorry papa IK BEN TELEUR GESTELD. Haar vader ging naar beneden hij was zo teleurgesteld dat zijn dochter loog dat ze een 10 had. Ze dacht aan 1 klein foutje wordt hij zoo boos. Het was al laat ze ging naar bed helemaal alleen. Haar moeder zij niks meer tegen haar. En haar vader ook niet. Ze ging slapen en dacht. Hoe kan ik het goed maken. Het was al smorgens ze ging naar school fietsen. Iedereen uit haar klas zij ik heb een 10. Zij was boos en ze vroeg aan de juf of ze de toets nog een keer mogmaken. De juffrouw zij natuurlijk mag dat. Ze was blij ze kreeg een nieuw toets boekje en deet het opnieuw. Ze dacht niet aan haar vader wat zij ik wil dat je een 8 of een 9 halt. Daar dacht ze niet aan. De school is uit. Ze gaat naar huis ze ziet haar ouders en zecht ik heb de toets nog een keer gedaan. Dus ik hoor morgen de uitslag van de toets. Haar ouders zeggen niks. Ze ging huilend naar haar kamer. Ze dacht ik wil andere ouders. Er kwam een meisje aanbellen bij de voordeur. Ze deed huilend de deur open. Ze zegt wat is er het meisje zegt ik ben je vriendin. Ze zegt vriendin? Ja zegt het meisje ze zegt hoe heet je dan. Ze zegt Amanda. Ze zegt met een Raar gezicht ben jij Amanda ze knuffelen okaar maar Amanda jij woont toch in Spanje?  Ze zegt lachend ik ben verhuisd hier heen jeeh zeggen ze tegelijk. Ze zegt tegen Amanda mijn ouders haten mij ondat ik loog dat ik een 10 had maar ik had een 5. Amanda zegt zo.n klein foutje. Ze zegt ja mijn ouders zijn snel boos. Haar ouders komen ook naar de voordeur ze zien Amanda en zijn dochter praten hij zegt boos . Ga maar weg Amanda. Ze heeft een grote straf Amanda zij wat heeft ze gedaan? Ze loog dat ze een 10 had maar ze had een 5 voor rekenen Amanda zij zo'n klein foutje maar ja zegt de vader Amanda zij een 5 is messchien niet goed maar ze heeft het toch over gedaan echt zegt haar vader . Haar vader keek boos naar haar hij zij heb jij het over gedaan ja zij ze toen zij de vader weer gemeen een 8 of een 9 ze zij is goed ze ging vandaag weer naar school en hoorde haar uitslag van rekenen weer de juffrouw zij je hebt een 10 ik zij het is deze keer gelukt ondat ik niet dagt aan mijn vader wat ik zij jes wat zoude mijn ouders zeggen de school is uit. Ik ga naar mijn ouders en ik ga ze de waarheid zeggen dat ik deze keer wel een 10 halde ik belde en mijn ouders deden open ik zij ik een 10 had ze zijden

.