4. Nogal spontane hartaanvallen

1K 44 29
                                    

Nog geen half uur later vertrekken we met de auto

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Nog geen half uur later vertrekken we met de auto. Mijn bezittingen zitten keurig opgeborgen in de kofferbak. Zoals gewoon zit Darius achter het stuur, met mij naast hem in de bijrijdersstoel. Op de achterbank zit Katania. Ze had van vader ook vrij mogen krijgen, maar ze stond erop dat ze met mij en Darius meeging. Er moest volgens haar minimaal één mentaal volwassen persoon bij ons zijn.

Ik kijk naar de digitale klok achter het stuur. Het is nog geen half tien geweest en er is al zoveel gebeurd. Ondanks de angst dat er iets serieus mis kan gaan, voel ik ook een ondeugend gefladder in mijn buik. Vader heeft me verzekerd dat het goed komt, dus waarom zou ik daar over blijven piekeren? Ik kan maar beter genieten van de komende tijd waarin ik ergens anders ga verblijven.

Hopelijk is de zakenpartner een beetje aardig en kan ik met hem opschieten. Ik ga immers in zijn huis wonen. Een zenuwachtig gevoel ontstaat in mijn buik. Het voelt vreemd om in iemand anders' huis te wonen. Wat als ik alleen maar een last ben?

Snel schud ik die gedachte van me af. Als ik echt een last zou zijn, zou hij vast niet ingestemd hebben met mijn vaders vraag of we er konden blijven.

Ik leun zuchtend met mijn wang tegen de ruit. Vanuit mijn ooghoek zie ik Darius me ongerust aankijken, maar ik glimlach geruststellend. Hij twijfelt even, maar glimlacht dan vriendelijk terug. Ik heb geluk met zo'n beste vriend als hij. Natuurlijk heb ik ook andere vrienden, van mijn studie bijvoorbeeld, maar geen van hen betekent zo veel voor me als Darius. Ik zou niet weten wat ik zonder hem moest. Hij weet als één van de weinige echt alles van me.

'Ga maar slapen,' zegt hij zacht en hij kijkt op zijn horloge. 'De rit duurt nog wel anderhalf uur. En volgens mij heb je vanacht niet al te goed geslapen'.

Ik hum instemmend. Ik sluit mijn ogen en vrijwel meteen zak ik weg in een ondiepe, dromeloze slaap. Het laatste wat ik hoor is de radio die zachtjes aangezet wordt, voor ik volledig in slaap val.

* * *

'Jemig, Imogen. Moet ik soms weer een plens water in je gezicht gooien?' hoor ik de verontwaardigde stem van Darius vlak bij mijn oor.

Als die woorden tot me doordringen, schiet ik gehaast overeind. Even ben ik gedesoriënteerd, maar dan herinner ik me dat we opweg waren naar de zakenpartner van mijn vader.

'Als je dat maar laat,' snauw ik naar Darius.

Ik wil nog wat zeggen, maar raak afgeleid door mijn omgeving. Mijn mond valt open. Ik dacht dat ons huis groot was, maar dit is net een klein kastéél.

Darius grinnikt als hij mijn blik ziet en houdt het portier verder voor me open. Ik stap uit, zonder mijn blik van het huis af te wenden. Wie er ook woont, hij moet niet zomaar een onbelangrijke zakenman zijn. Als je zit kan betalen, moet je minstens multimiljonair zijn.

Liefde zoals bloesemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu