Hoofdstuk 32

34 2 0
                                    

Die paar dagen zijn voorbij gevlogen. Er was zoveel werk dat ik geen tijd had om na te denken over Oliver. Natuurlijk deed ik dat wel maar het piekeren was even gestopt gelukkig. Na het werk waren Amira en ik iedere dag aan het werken aan onze tweede dans. Het is een moderne stijl. Vandaag hebben we besloten om te rusten. We hadden allebei zin om te stappen in de roedel en van de avondlucht te genieten.

Na een goed halfuur bijna in stilte te wandelen zijn we even gestopt om iets te drinken in een café die we tegenkwamen onderweg. We stappen binnen en zoeken een lege tafel uit. "Oh Amira en Estella hierzo!" roept een bekende stem. Ik kijk de richting uit waarvan het geluid kwam. Plots heb ik zin om terug naar buiten te lopen toen ik zag wie het was. Brandon, Dean en Quin zitten aan een tafeltje aan de rand van het gebouw. Helaas is het te laat om nog weg te lopen want Amira loopt die richting al uit. Nog even blijf ik staan, ik neem alle moed bijeen en volg haar. 'De vorige keer verliep ook alles vlot, alles komt goed.' stel ik mezelf gerust en tot mijn verbazing toe helpt het. We schuiven bij hen aan het tafel. "Wat wil je drinken Amira?" vraag ik zacht aan haar. Ze zegt dat ze een glas water wilt. Ik loop naar de bar en bestel 2 glazen water voor ons. Al snel worden deze gegeven en loop ik terug naar de tafel. Ik schenk geen aandacht aan het gesprek en ga terug zitten.

Na een bepaald ogenblik voelde ik dat Amira mijn een stampje gaf tegen mijn arm. Ik schrok op uit mijn gedachten en keek verbaasd op. "We vroegen ons af of alles oké is, je bent maar zo stil vandaag." vroeg Dean nog eens. Ik lachte vriendelijk naar hem. Het is lief dat hij ook bezorgd was om mij, een vriendin van zijn mate. "Het gaat wel, ik denk veel aan Oliver en aan thuis." zuchtte ik. Ik zag dat Dean een meelevende blik trok naar mij en legde zijn hand op mijn schouder. "Alles komt goed. Voor je het weet is alles terug zoals vroeger." zei hij bemoedigend en deze woorden verwarmden mijn hart. Nadat gehoord te hebben bracht mij dat wel op een denken. Ik dacht eerst aan het verleden, aan wat ik allemaal heb meegemaakt wat ik moet missen, aan de mensen die ik miste. Maar hoe ga ik Oliver en iedereen anders terug weerzien? Ik kan niet wachten op het moment om hem in de armen te springen en te omhelzen.

Na een tijdje gefantaseerd te hebben over wat de toekomst zal brengen, besloot ik om even naar het toilet te gaan. Ik stond op en liet het even weten aan de rest van de groep.

Nadat ik mijn ding heb gedaan, loop ik het hokje uit om mijn handen te wassen. Ik schrik even toen ik nog iemand anders zag staan. Ik schenk geen aandacht aan de persoon en was mijn handen. Ik kijk in de spiegel om te kijken hoe ik eruit zie. Ik zie niet alleen mezelf maar ook iemand achter mij e. Snel deed ik enkele stappen opzij en richtte mijn gezicht naar de persoon. Wie ik zag staan, beviel mij absoluut niet. Het was Quin, natuurlijk. "Je deed mij schrikken." zeg ik nog steeds van slag en leg een hand op mijn buik. "Ik vermoed dat dit iets positief is?" vraagt hij lief. Ik begrijp niet goed wat hij bedoelt maar veel tijd om na te denken heb ik niet. Plots staat hij enkele stappen dichterbij, te dicht bij eigenlijk. Ik probeer ruimte tussen ons te creëren maar tevergeefs. "Weet je dat je er goed uitziet?" zegt hij en knipoogt. Er gaat een rilling door mijn hele lijf. Ik kijk in de ruimte om te zien hoe ik kan wegvluchten van hem. Maar mijn zicht wordt versperd door Quin zijn lichaam. Er zijn maar amper enkele centimeters tussen ons en ik kon mij niet verplaatsen. Ik sta helemaal ingeklemd tussen 2 muren en zijn lichaam. "Zou ik terug mogen naar de groep alsjeblieft." vraag ik en probeer hem opzij te duwen. "Maar ik ben zoveel leuker, we kunnen het gezellig hebben hier." zegt hij en mijn hart begint enorm hard te kloppen. Wat was hij van plan met mij?

Plots gaat alles in een waas voorbij. Hij probeert mij te kussen maar ik duw zijn hoofd weg en geef hem een knietje. Ik ren als het ware naar de deur, maar plots blijf ik ergens aanhangen en val op de grond. Als ik naar mijn voet kijk zie ik dat Quin die vastheeft. Ik begin als een gek te schreeuwen om hulp. Snel duwt hij mij harder om te grond enbedekt mijn mond. "Ik verlang naar je." fluistert hij in mijn oor en enkele stille tranen lopen over mijn wangen.

Voorbestemde liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu