Mijn lichaam staat in vuur en vlam. Het voelt zo verschikkelijk goed; zijn lichaam tegen de mijne. Zijn handen rusten nog altijd op mijn heupen en mijn huid zendt elektrische schokken vanaf die plek mijn hele lichaam rond.
In tegenstelling tot de jongen van net, kan Adam wél dansen.
Ik voel zijn adem op de huid in mijn nek. Af en toe strijken zijn zijdezachte lippen plagend over mijn hals heen. Mijn knieën voelen aan als zandzakken en als hij me niet vast had gehad, had ik zonder twijfel languit op de grond gelegen.
Ik draai met mijn heupen tegen zijn kruis aan, wetende wat het effect daarvan op hem is. Adam ademt scherp in, maar dan ineens voel ik zijn handen niet meer op mijn lichaam. De warme aanwezigheid achter me verdwijnt.
Verbaasd draai ik me om. Ik bloos als zijn ogen me vol hitte aanstaren. Toch vergroot hij de afstand tussen ons, terwijl hij een paar stappen naar achteren zet.
Danste ik niet goed genoeg? Hij kan de teleurstelling waarschijnlijk in mijn ogen zien, want hij kantelt zijn hoofd en kijkt me met een geamuseerde grijns aan.
'Het liefste zou ik je nu meetrekken naar een kamer waar we de hele nacht alleen kunnen zijn,' begint hij met een schorre stem. 'En als we niet nu stoppen met dansen, wordt de neiging dat ook daadwerkelijk te doen onweerstaanbaar'.
'O,' murmel ik, mijn wangen nu vuurrood gekleurd.
Ik laat een bruine krul voor mijn gezicht vallen, zodat hij ze niet ziet.
Helaas heeft Adam oog voor alles.
Hij stapt naar voren en strekt zijn arm naar me uit. Met een bonkend hart kijk ik toe hoe hij de krul achter mijn oor strijkt. Ik ben totaal omver geblazen door het lieve, haast zachte gebaar. Hijzelf lijkt ook verbaasd te zijn door zijn eigen actie, want vrijwel meteen kucht hij en trekt zijn arm terug.
'Laten we nog wat gaan drinken,' stelt hij voor.
Zonder op mijn antwoord te wachten, belandt zijn hand op mijn middel en begeleidt hij me door de dansende mensenmassa heen naar de bar.
Mijn hersenen weigeren om nog helder na te denken. Misschien komt het door de alcohol, misschien door de elektriciteit die door mijn aderen raast, maar ik voel me compleet gelukkig. Alles is wazig, maar toch ook scherp. Alsof ik me in een droom bevind. Een prachtig, adembenemende droom.
We komen aan bij de drukke bar. Er zijn geen plekken aan de barkrukken meer over, maar zodra we aan komen lopen, schuiven mensen aan de kant om ruimte vrij te maken. Ik frons. Na één blik op Adam te werpen, weten mensen gewoon al hoeveel macht hij heeft. Ze weten dat ze hem niet tegen moeten zitten.
'Adam...' begin ik twijfelend, maar als hij me dwingend aankijkt, met een blik die vertelt dat ik geen scène moet trappen, ga ik toch met tegenzin op de barkruk zitten die vrijgekomen is.
JE LEEST
Liefde zoals bloesem
Chick-LitDe negentienjarige Imogen is de dochter van een invloedrijke en steenrijke zakenman. Ze wist dat niet alles waar hij zich mee bezig hield precies volgens de regels ging, maar ze heeft zich nooit bemoeit met zijn zaken. Daar was dan ook nooit een red...