De volgende morgen waren ze al vroeg opgestaan om weer verder te lopen. In de verte kon je de golven al horen.
Aiyana fronste haar wenkbrauwen lichtjes. Ze werden naar de rand van het regenwoud gebracht. Vele kilometers van haar thuis vandaan. Was dit om het vluchten zo moeilijk mogelijk te maken? Of hadden deze blanke mannen andere plannen?
Met een vragende blik keek ze naar de leider die stug met haar doorliep. Ze ademde diep in, verzamelde moed, en opende toen haar mond. 'Waarom zijn we aan de rand van het regenwoud?'
Santiago, de tolk, liep naast de leider en vertaalde de vraag snel.
'Llegamos aquí. Es más seguro en territorio desconocido,' antwoordde de leider Aiyana's vraag.
Onzeker keek Aiyana de tolk aan die met een glimlach de Spaanse woorden vertaalde. 'Wij zijn hier aangekomen. Het is dus veiliger om in de buurt van je schepen te blijven in onbekend gebied zodat je zo snel mogelijk kan vertrekken als dat nodig is.'
Begrijpend knikte ze. Haar ogen spraken verbazing uit. Ze had een nors antwoord verwacht. Een emotie of verharding in de stem dat liet weten dat ze stil moest zijn, dat ze geen vragen mocht of hoorde te stellen.
Niet wetende dat ze haar adem in had gehouden ademde ze opgelucht uit. Het ergste zou niet gebeuren. Ze zouden niet worden vermoord en in de zee worden gegooid, hoewel dat sowieso geen optie was, want de rivier was daar goed genoeg voor. En ze werden ook niet van hun thuisland weggehaald. Ze bleven hier, in Zuid-Amerika. Het voelde goed om iets van zekerheid te hebben, maar dat haalde Aiyana's zorgen niet weg. Als ze niet weggebracht zouden worden, wat zou er dan wel gebeuren? Waarom werden de gespierde jagers en de jonge vrouwen meegenomen en werden de ouderen aan hun lot overgelaten? En wat deed haar gewonde vader hier dan?
Haar hoofd begon te tollen van de vragen. Ze was er ook niet helemaal meer bij. Dat maakte dat de rest van de route als een waas voorbij ging. Het was een raar gevoel, want ergens was ze er wel, maar ook weer niet. Net alsof ze van een afstandje toekeek. Niemand die daarom gaf, natuurlijk. Voor de blanke mannen leek ze wel bagage. Een simpel ding dat ze hadden meegenomen en dat nu een last voor hen was. Tussen hen in voelde Aiyana zich niet eens menselijk, al helemaal niet levendig.
Met een leeg gevoel bleef ze achter toen haar gedachten naar de achtergrond dromden. Ze had de tolk iets horen schreeuwen, alhoewel ze geen idee had wat hij had meegedeeld. Niet dat ze de moeite had genomen om te luisteren, haar eigen gedachten waren al vervelend genoeg.
Toch besloot Aiyana om op te kijken. In de verte kon ze wel wat dingen zien, maar ze waren onscherp. Het leek in ieder geval een open ruimte, er waren geen bomen en struiken, het was er leeg. Even nam ze de situatie in zich op en al gauw had ze door dat deze open ruimte in het regenwoud niet natuurlijk was. De blanke mannen hadden er zelf een open plek van gemaakt. Ergens begreep Aiyana nu wel beter waarom ze het strand hadden gekozen. Aan de rand, tussen het dichte regenwoud en het strand in, waren weinig bomen en vooral struiken. Die waren makkelijk om weg te halen.
Toen ze dichterbij kwamen zag ze allemaal tenten staan. Niet de wigwams die zij hadden, deze waren simpeler, minder stevig. Ook krioelden het hier van de blanke mannen. Enkele oorspronkelijke bewoners had ze ertussen gezien en die zagen er allemaal ongelukkig uit met rooddoorlopen ogen van vermoeidheid met enorme wallen. Aiyana verafschuwde dit aanzicht. Ze wist niet hoe lang zij hier al waren, maar als dit ook hun lot was, dan was er nog weinig hoop over.
Wat Aiyana nog meer opviel was dat veel blanke mannen licht blond of bruin haar hadden. Ze zagen er een stuk vrolijker en fitter uit dan de oorspronkelijke bewoners. De blanke mannen lachten naar elkaar waarbij hun ogen ook leken te stralen. Alle kleuren ogen had ze langs zien komen: groen, blauw, bruin, en soms waren ze zo donker dat het bijna zwart leek. In haar stam hadden de meeste de enorm donkere kleur bruin. Weinigen hadden groene, blauwe of lichtbruine ogen. Als ze die al hadden dan was het een donkere versie van die kleuren. Lichtbruin was bij hen het zeldzaamste terwijl het bij de blanke mannen juist heel normaal leek te zijn.
JE LEEST
Aiyana
Historical Fiction'Het indianenmeisje dat moest trouwen met de vijand...' De indianenstam de Gavião wordt eind zestiende eeuw, in het Amazone Regenwoud, aangevallen door een klein Spaans leger. Heel de stam wordt uit elkaar gehaald; de vrouwen worden uitgehuwelijkt a...