2. Droom

46 3 0
                                    

2.  Droom

Ik lag op het eenpersoonsbed in het kamertje. Ik had ineens zin om even naar buiten te gaan.

“Hey, je bent wakker.” Axel liep naar me toe met een glimlach. “Lekker geslapen?”

Ik had helemaal niet geslapen. “Ja hoor.” Ik ging er maar niet tegenin. “Kan ik even naar buiten gaan?”

“Natuurlijk kan je naar buiten!” zei Axel, alsof er geen gevaren buiten waren.

Ik ging naar buiten en stond ineens in het bos.

“Roselynn..”

Ik keek om mij heen. Roselynn is namelijk mijn echte naam, maar wie riep mij dan?

Ik zag ineens een deur en ik deed hem open. Ik zag mijn opa daar staan en hij reikte zijn hand naar mij uit.

“Roselynn..”

Wat deed mijn opa hier, dacht ik in mezelf, terwijl ik zonder na te denken zijn hand pakte.

“Jij dom kind!” zei hij, terwijl zijn gezicht langzaamaan veranderde in het afschuwelijke gezicht van mijn vader. “Hoe kan je hier nou weer in trappen?” vroeg hij en hij pakte mij stevig vast.

Ik stribbelde tegen en schopte, maar het werkte niet, zijn grip was te sterk om uit te komen. “Laat mij los!” zei ik gillend.

“Waarom zou ik je loslaten? Ik moet je eerst afmaken!” zei hij met een grijns op zijn gezicht.

Hij wilde mij doden, dat wist ik zeker. Hij vond toch altijd dat ik een nutteloos kind was.

“Eva!”

Ik keek om en zag Axel naar mij toe rennen. “Axel! Niet dichterbij komen!” wilde ik zeggen, maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Ik probeerde te schreeuwen, maar er kwam geen geluid uit.

“Axel? Is dat jouw nieuwe vriend?” Hij lachte kwaadaardig en haalde een pistool achter zijn rug vandaan. Nee, hij wilde Axel vermoorden!

“EVA!”

“AXEL!”

Een harde knal klonk door mijn oren en ik zag Axel langzaam neerzakken op  de grond. Axel was…

…Dood…

“Nee! Axel!” Zei ik en ik probeerde weer los te komen van zijn grip. Dit keer lukte het mij en ik rende naar zijn lijk toe.

“Roselynn, nu is het jouw beurt.” Mijn vader zijn stem klonk heel dichtbij. Veel te dichtbij.

Toen ik mij omdraaide, deed hij zijn pistool op mijn slaap en hij grijnsde.

“Zeg maar dag dag, Roselynn!”

“Noem. Mij. Geen. Roselynn!” zei ik woest, want ik haatte mijn echte naam. Ik was woester dan een stier die iets roods ziet.

“Houd je grote bek! Moet ik je eerst pijn laten lijden voordat je dood gaat? Wil je dat liever?”

Ik bibberde. Ik wilde echt geen pijn lijden, want ik had al zo veel pijn toen Axel werd geschoten.

“Mooi zo, nu kan je mooi vaarwel tegen de wereld zeggen!” zei hij en hij lachte weer heel kwaadaardig.

“Nee!” Ik gilde en schreeuwde.

“Eva…”

“Nee, schiet niet!”

“Eva…”

“Nee!” ik trapte en gilde en schreeuwde, maar niks werkte. Ik wilde niet dood.

“Eva!”

Ik schrok en ik opende mijn ogen. Ik zag twee bezorgde ogen naar me kijken, de ogen van Axel.

“Ben ik dood?” Ik keek bezorgd naar mijn handen en raakte Axel aan, om te kijken of ik nog leefde.

Axel lachte. “Nee, maar wie is Roselynn?” vroeg hij op een nieuwsgierige toon.

“Oh…”

Nee, hij had mij gehoord! “Dat is mijn echte naam, maar ik haat die naam, dus ik gebruik mijn tweede naam.” Ik zuchtte, niemand, zelfs mijn school wist niet dat ik eigenlijk Roselynn heet.

“Waarom? Ik vind het juist een mooie naam!”

“Dat vind jij…” zei ik met een zucht.

Belofte...Where stories live. Discover now