Legolas voelde de koude, bijna gure wind op zijn gezicht. Hij zat op zijn paard rijdend over een brede zand weg die dwars door de weilanden ging. Hij moest en zal naar de stad Kalgis gaan. Daar zou hij misschien wel de witte Heler vinden.
De weg begon langzaam drukker te worden na mate hij dichter bij de stad kwam. Mensen kwamen en gingen, vanuit allemaal zijstraatjes.
Hij deed zijn kap op. Hij mocht dan wel een goede boogschutter en zwaardvechter zijn, hij was alleen. En alleen als een elf over straat kon nog al gevaarlijk zijn, want de meeste mensen hadden het niet zo op de ijdele elfen uit Mirkwood.
In de verte zag Legolas de stadsmuren van Kalgis verschijnen. Dit zou zijn laatste poging zijn om naar de witte heler te zoeken. Hij wist dat het moeilijk zou zijn. Het werd hem zelfs geadviseerd om niet naar de witte heler te zoeken. Die was namelijk onvindbaar, had de oude vrouw, zes steden terug gezegd. 'De heler komt naar jouw. Maar alleen voor diegene die het nodig hebben.'
Legolas vond dat niemand onvindbaar was en was overal rond gaan vragen naar de misterieuze witte heler. Hij moest de heler vinden. Het was zijn laatste kans om zijn vader te redden.'Alleen een wonder kan je nog redden, Thranduil,' Had de grijze magiër tegen zijn vader gezegd.
Hij reed de stad binnen. Aan zijn rechter zijde was een stal met een smit. Hij stapte af. Zijn paard had dringend eten en drinken nodig. Ook had het al flinke kilometers afgelegd, waardoor de hoeven dringend vervangen moesten worden. Legolas gaf zijn paard en wat geld aan de stalmeester en liep verder naar het plein. Daar stond een markt met allemaal verschillende kraampjes. Van vleeswaren en vis tot zijde en knopen, je kon het zo gek niet verzinnen of het was er. Het was er heel erg druk. Door het lawaai van de lopende mensen kon je nog net het geschreeuw van de handelaren horen. De perfecte plek om eens rond te vragen naar misterieuze heler bedacht Legolas zich.
Hij liep door de stroom mensen heen en zag in zijn rechterooghoek een oude man zitten die sieraden verkocht. Legolas liep naar de man toe en vroeg: 'Ik ben opzoek naar de witte heler. Weet u waar ik die kan vinden? Of weet u misschien waar de heler is geweest?'
De oude man schrok. En antwoordde beangstigend: 'Mijn vrouw vertelde me dat de witte heler gisteren hier in Kalgis was. Onze achterburen kregen een kind. Maar er waren complicaties. Kind en moeder waren in kritische toestand. De dokter was al langs geweest, maar die kon niks meer voor hen doen. Enkele seconden later verscheen er iemand met een witte cape. Volgens mijn vrouw heeft diegene toen gezegd dat zij haar kon helpen en dat was inderdaad ook zo. Er gaan altijd roddels rond, maar volgens mijn vrouw was dat de witte heler, die al meerdere mensen heeft geholpen om van de dood te ontkomen. Ik bedoel, mijn achterburen hebben nu een gezond kindje. Maar meer weet ik niet, behalve dan dat de witte heler een vrouw moet zijn en de redder is van velen.'
Legolas dacht bij zichzelf dat hij dus op het goede spoor was gekomen en antwoordde: 'Bedankt voor uw informatie. Hier, ik geef u vijf shillings.'
De oude man boog dankbaar en zei: 'Ik ben nu dankbaar. Misschien kunt u meer informatie krijgen bij de taverne hier verder op. Het heet de groene smaragd. U kunt het niet missen. Daar zitten altijd de meest bijzondere types, die van alles weten en verkopen. Maar ik moet u waarschuwen. Het is een gevaarlijke plek. Elke dag is er wel een gevecht partij tussen twee snollen die elkaar niet kunnen uitstaan.'
'Bedankt,' antwoordde Legolas vriendelijk. Hij keek om zich heen, maar kon niet veel zien door alle mensen. Hij waande zich door de massa en ging op de wat hoger gelegen rand staan van een fontein, die rechts van het plein stond. In de verte zag hij een bord hangen met daarop het symbool van een bierglas. Dat moest het zijn.
Eenmaal dichterbij zag hij een gebouw met aan de van hout gemaakte voorkant een bord met daarop: de groene smaragd.
Legolas liep naar de deur en drukte de deur open. Hij hoorde laag gelach met daarboven uit een felle vrouwenstem, die de gastvrouw bleek te zijn. Eenmaal binnen werd het even wat stiller, omdat iedereen hem aankeek, maar al snel ging iedereen weer verder met dat waar hij mee bezig was. Legolas had nog steeds zijn cape over zijn hoofd, waardoor hij aardig verdacht leek. Maar het leek hem niet verstandig hem af te doen. Hij ging aan de bar zitten en bestelde een glas bier. Hij smeed wat geld op de bar en keek vanuit zijn ooghoeken om zich heen. In de linker hoek zat een andere man alleen in het donkere hoekje. Hij had ook een cape over zijn hoofd en er stonden vier glazen voor hem op tafel. Legolas ging van zijn plaats en ging tegenover de man staan.
'Zou ik tegenover u mogen zitten? Dan hebben we beide gezelschap,' vroeg Legolas.
De man keek op. Legolas kon net onder zijn cape kijken. De man had een korte grijze baard en had een litteken op zijn wang. Hij leek een duister verhaal te hebben.
De man gebaarde slapjes met zijn hand dat Legolas mocht gaan zitten. Legolas zette zijn glas neer en de man leunde naar voren. 'Ik ben benieuwd waarom er een elfenprins zich in de groene smaragd bevind en vooral wat hij van mij wil,' zei de man confronterend.
Legolas schrok. Hoe kon de man geweten hebben dat hij hier was? Legolas had een cape op zijn hoofd waardoor je niet zijn elfenoren kon zien of heel duidelijk zijn gezicht. Door deze gedachtes was het even stil. 'Ik hoorde geruchten dat de Elfenprins, Legolas op zoek was naar de witte heler. En ik zie iemand met een cape over zijn hoofd binnenlopen. Diegene heeft een boog bij zich in de stijl van de elfen. Ook zie ik dat zijn handen een egale huid hebben. En ik denk bij mezelf, als dit Legolas niet is,' zei de man met een zware stem.
'Je weet wie ik ben en waarom ik gekomen ben. Ik had gehoopt antwoorden te vinden en de witte heler te vinden. Dat klopt,' antwoordde Legolas.
'Ik heb voor een prijsje, informatie over de witte heler. En met wat extra geld kan ik je zelfs vertellen waar je haar kan vinden.'
'Goed. Wat is je prijs.'
'1000 shillings. Je kan haar niet zo maar vinden.'
'Goed. Maar ik wil eerst de informatie, dan geef ik je het geld. Ik vertrouw niet zomaar iedereen.'
'Snap ik. Nadat ik jou de informatie heb gegeven en jij mij hebt uitbetaald, zul je zien dat ik te vertrouwen bent. Dan kan ik je naar de witte heler brengen.'
Legolas knikte. Hij legde het zakje met geld op tafel. De man knikte terug. 'Laat ik je wat ik weet vertellen. De verhalen gaan te ronde dat de witte heler in connectie is met iedereen. Ze weet wie ze moet helpen. Ze weet wie haar zoeken. Ze weet wie haar willen vinden. Dus weet ze ook hoe ze zich moet verstoppen. Mensen zeggen dat ze eruit ziet als een engel. Ze heeft altijd een cape op. Net zoals jij nu. Je wilt niet herkend worden. Toch?' De man keek Legolas met een grijns aan. Legolas knikte.
'Maar als ze echt diegene is wie ze zeggen, zou je geweldige dingen kunnen doen met haar vaardigheden. Ik was al tijden op zoek naar haar moet je weten.'
De man lied tilde moeizaam zijn been op, om die vervolgens naast de tafel uit te strekken. 'Sinds ik van een stijger ben afgevallen tijdens het bouwen van de Lucische kerk aan de west kant, voel ik mijn been niet meer. Ze noemen me ook wel manke Hanitis. Ik ken iedereen en alles hier in deze stad. En ik wachtte op het moment dat de witte heler ook hier naar Kolchis zou komen. Nu heb ik net van een van mijn bronnen vernomen dat ze nu bij het bordeel is, om de bevalling bij een van de vrouwen te helpen. Net zoals ik ook net had vernomen dat de prins van Mirkwood langs de dorpen gaat. Opzoek naar de witte heler. Als je me nu betaalt, kunnen we gelijk gaan.'
'Dankje Hanitis. Dat was inderdaad de informatie waar ik voor had betaalt. Maar het belangrijkst deel van mijn betaling komt nog. Als je wilt kun je je been laten helen, maar mijn vraag naar haar is dringend. Ik betaal de helft als we haar hebben gevonden. Ik betaal helemaal niks meer als jij eerst je been laat helen. Maar ik zal een woordje voor je doen. Afgesproken?'
De Hanitis reageerde onderdanig en zacht. 'Ja natuurlijk. Bedankt. Ik zal het erg waarderen als je voor mij een woordje zou doen. Ik leef er toch al jaren mee.' Hanitis zuchtte. 'Ik zal even de gastvrouw betalen en dan kunnen we gaan.'
Hanitis en Legolas stonden op. Legolas gaf de helft van het zakje met geld aan Hanitis. Hanitis knikte en liep naar de gastvrouw om daarna aardig wat muntstukken op de bar te leggen. Legolas ging er vanuit dat hij vast veel had gedronken. Hanitis liep naar de deur en Legolas liep achter hem aan. Toen ze weer op de volle straat kwamen zei Hanitis: 'Ik denk dat we het beste ter paard kunnen gaan. Die van mij staat in de stal links van de markt. Dan ontmoeten we elkaar bij de Jilkos kerk aan de Ooster kant.' Hanitis wees naar een hoge toren, die sierlijk was versierd met barokke details. Legolas knikte en zei: 'Ontmoeten we elkaar daar.'
Beiden liepen ze een andere kant op bij de t-splitsing. Legolas haalde zijn paard op en klom op hem. Hij reed richting de toren, die goed te zien was boven de huizen uit. Toen hij daar eenmaal was kwam Hanitis net aangereden. 'We moeten naar de rand van de stad rijden en daar is een steegje met het bordeel. Laten we gaan.'
Beiden reden ze te paard naar de zijkant van de stad. Eenmaal aangekomen in een stil zijstraatje, voelde Legolas zich toch niet helemaal meer veilig. Maar hij vertrouwde Hanitis. Ook al vond hij het vreemd dat hij zo veel over hem wist. Alsof hij al die tijd al achter hem had aangereden. Hanitis wees naar een bordje met: 'L'orealo Du decolate' en zei: 'We zijn er. Als we hier onze paarden vastbinden en naar dat gordijntje lopen, komen we in het steegje. In ieder geval dat zei mijn bron. Wankelend liep Hanitis naar het gordijntje en gebaarde naar Legolas dat hij voor mocht gaan. Legolas liep door de opening. Het heel erg donker. Het enige wat het steegje verlichtte was een klein stompje kaars boven op een krat die op z'n kant was gezet. Hij hoorde Hanitis achter zich wankelend lopen. Hij draaide zich om. En precies op dat moment hoorde hij rennende voetstappen achter hem. Hanitis hield een mes vast. 'Op met dat geld. Vieze elf.'
Legolas wist dat hij Hanitis wel aan kon. Maar precies op dat moment werd er een mes op zijn nek gezet. Hij hoorde een deur achter zich openen. En op zijn rechter slaap werd een pistool gezet. Hij kon niks meer doen. Het laatste wat hij zei was: 'Wat?!' Voordat hij met de andere kant van het pistool in zijn slaap werd geslagen en op de grond viel. Al zijn ledematen werden vastgehouden en al zijn kleding tot aan zijn ondergoed werd van hem afgerukt, terwijl hij in elkaar geslagen werd. Opeens was het stil in het steegje. Legolas was bewusteloos. De mannen waren er vandoor gegaan met alles wat ze van Legolas konden pakken. Zijn zwaard, zijn boog, zijn paard, zijn kleren. Alles. Legolas opende pas na een paar minuten heel moeizaam zijn ogen weer. Alles deed pijn. Hij probeerde op te staan. Maar kon dat niet. Zijn zicht was wazig. Maar achter hem hoorde hij lichtte voetstappen. Bang voor nog een aanval probeerde Legolas nog een keer pot e staan. Maar zonder succes. In zijn wazige zicht zag hij een paarse waas. Een gezicht. Het was een vrouw met een paarse jurk. Ze legde haar hand op zijn borst. 'Blijf maar liggen. Het is oke. Je hebt me gevonden.' Zei een zachte, gemoedelijke stem. 'Je moet me helpen oke? Raak niet in paniek. Maar ik ga je op mijn paard toveren. Je zult even zweven. Wees niet bang.' Legolas knikte. Hij wist dat hij veilig was. Hij deed zijn ogen dicht en voelde geen grond meer onder hem. Hij zweefde en een seconde later voelde hij hoe hij in het stro werd gelegd op een harde achtergrond. 'Ik kan je nu niet helpen. Wees alsjeblieft stil. Ik zal je de stad brengen. Nog even volhouden. Ik doe een zeil over je heen. Doe je ogen maar dicht en slaap.' Legolas zag hoe de vrouw een klein flesje pakte en de dop ervan aftrok. Ze hield het hem onder de neus. Het rook naar lavendel met nog iets, maar voordat hij het zich kon bedenken was hij in slaap gevallen. Hij was veilig.Beste lezer, ik ben een beginnende schrijver die haar best doet zo goed mogelijk te schrijven. Ik zou het super leuk vinden als jullie reageren en ook feedback geven. Gr, pinkxxxunicorn22
JE LEEST
De witte heler
FanficEr gaan de geruchten dat Thranduil de elfenkoning van de bossen snel zal sterven door een vloek, die de zwarte tovenaar over hem heeft versproken. Thranduil probeert zijn zwarte hand te verbergen, maar het gaat snel slechter met hem. De helers uit h...