Ik zat haar al een paar dagen te achtervolgen in mijn pikzwarte busje. Een geërfd stuk van mijn vader. Hoeveel dagen ik haar precies was aan het achtervolgen wist ik niet meer. Ik ben geen paranoïde stalker die het aantal dagen van de achtervolging bij houdt. Zo’n type ben ik niet. Wat voor type ben ik dan wel? Goeie vraag maar daar weet ik niet echt een antwoord op te geven. Begrijp me niet verkeerd. Ik houd het niet achter voor jou, zo ben ik niet. Ja, oké, ik geef het toe, sommige dingen houd ik wel achter voor jou, voor de hele mensheid, maar dat heeft een wel bepaalde reden.
Ik zou het maar raar vinden als ik het soort van stalker was dat elke dag van de achtervolging neerpende, in een agenda van een klein formaat en met een roodkleurig uitstraling, zodat ik heel mijn leven wist wat ik met mijn slachtoffer allemaal had gedaan. Zodat ik het elke keer kon neerpennen als mijn slachtoffer iets speciaal deed, iets afwijkend van de normale routine, bedoel ik. Als ze bijvoorbeeld voor een speciale gelegenheid een nauwsluitende jurk aan deed waar haar borsten en haar achterwerk bijna uitsprongen. De voorstelling daarvan maakte mijn lul bijna levende. Of als ze bijvoorbeeld helemaal naakt stond voor het raam zonder te beseffen dat de gordijnen niet gesloten waren. Zonder te beseffen dat er een toeschouwer was die zijn hangend ding bijna in een erectie voelde komen zou ze daar dan staan. Maar die agenda liet ik achterwegen. Ik zou alles wel onthouden, als dat nodig was, tenminste. Mijn werkende hersenen zouden alles wel opslagen als dat nodig was en als het niet nodig was zouden ze de gegevens waarschijnlijk niet opslagen, gewoonweg vergeten. Zo ging het nu eenmaal met het abstracte mensenbrein.
De nacht begon aan te breken. Een brede glimlach verscheen op mijn gezicht. Hier had ik op gewacht. Hier had ik naar uitgekeken. En het begon er op te lijken dat vanavond dé speciale avond was aangebroken. Alles had er toch op gewezen dat mijn slachtoffer klaar was voor de dood. Klaar voor het einde van haar leven. Het was eigenlijk wel triest. Heel deze situatie was triest. Zo jong en toch al zo vol van het leven. Net zoals een alcoholist die genoeg heeft van zijn alcohol en besluit om van zijn verslaving af te komen door het mes zijn huid te laten raken. Meerdere keren. Zoveel keren dat het mes in een moordwapen veranderde in plaats van een voorwerp dat was gemaakt om de choco op je boterhammen te smeren. Maar zo ging het nu eenmaal bij die jongeren van deze tijd. Een kleine tegenslag en ze zagen hun leven al niet meer zitten. Eén kleine tegenslag die het gevolg zou zijn van ergere dingen. Veel ergere dingen dan een mens zich ooit had kunnen voorstellen met behulp van zijn of haar abstracte brein. Maar dat was dan weer voor later. Je zou er later wel achter komen wat voor erge dingen er na haar dood zouden volgen...