Ik trappel om boven te komen. Overal om me heen is water. Het beukt op me in en drukt me naar beneden. Tenminste, ik denk dat het beneden is. Wanhopig trappel ik om boven te komen. Het water verstikt me. Ik heb zuurstof nodig. En gauw ook. De randen van mijn blikveld worden al zwart. Woest schop ik met mijn benen. Omhoog! schreeuwt mijn lichaam. Het word steeds helderder. En net als ik mijn hoofd boven water wil steken, om die o zo belangrijke lucht in mijn longen te pompen, knalt mijn hoofd ergens keihard tegen aan. Au! Het lijkt wel alsof er over de gehele oppervlakte van het water een laag ijs ligt. Langzaam dringt het besef tot me door. Er is geen uitweg. Ik ga hier dood. En snel ook, aangezien ik geen adem kan halen. Ik zie ook nog maar heel weinig, de zwarte randen om mijn blikveld worden dikker en dikker. Ik wil nog niet dood! Ik ben nog maar 16! Bijna 17, maar dat zal ik nu dus nooit worden. Mijn hart bonkt in mijn borstkas. Mijn longen smeken gewoon om lucht, en branden als ze die niet vinden. Water dringt mijn mond binnen. Ik probeer het uit te spugen, maar er komt alleen maar meer binnen. Het verstikt me. Maar vlak voor mijn blikveld helemaal zwart word, zie ik nog een arm. Half versuft vraag ik me af hoe die arm door dat...dat spul komt. De graaiende arm vindt mijn pols en pakt hem stevig vast. Het laatste wat ik voel, is de warmte van zijn hand. Het laatste wat ik zie, zijn zijn zwarte ogen, die diep in de mijne kijken terwijl hij me naar boven trekt.
JE LEEST
My Dark Side
Science FictionWat doe je, als niets is wat het lijkt. Wat als je niemand kan vertrouwen, zelfs je bloedeigen ouders niet. Wat als mensen ineens je huis kunnen platbranden, met niet meer dan hun gedachten. Of je tegen een muur kunnen rammen, met niets meer dan een...