Terance Austin
Ze waren er alle 3 doorheen gekomen met wat spullen en wat wapen. Hij, Maggie en Jannie.
Ze hadden vlak nadat de foto’s in de lucht waren verdwenen twee kanonnen gehoord en vlak daarop nog een.
En dat maakte als hij het goed had bijgehouden 12. Ze waren al op de helft.
‘En wat doen we nu jongens?’ vroeg Maggie. Jannie rolde met haar ogen. Iets wat ze altijd leek te doen als Maggie ook maar iets zei of deed.
Maar hij kende Janie en beetje en zo was ze. Ze kwam uit de hoge stand in district 7. Haar vader runde een van de grootste fabrieken en haar moeder was secretaresse van de burgmeester. Twee banen die zowel veel respect als veel haat met zich mee dragen. En als je daar dan de dochter van was werd je ook met die zelfde respect en haat behandeld. In Janie’s geval vooral veel haat.
Terance was al een tijdje bevriend met haar en kende haar als een lieve meid, maar hij moest ook toegeven dat ze soms heel neerbuigend kon zijn naar wat zij “het gewone voetvolk” noemde en daarbij had ze ook nog eens een kort lontje.
Terance zat zelf ook in de hogere kringen. Zijn moeder was manager op een van de plantages en dat bracht genoeg geld binnen.
Maar hij had in tegen stelling tot Janie nooit problemen gehad met “het gewone voetvolk”.
Hij had er genoeg vrienden tussen zitten en dat tot walging van Janie. ‘Hoe kun je toch met dat soort volk omgaan?’ vroeg ze altijd als hij weer op pad ging.
Hij haalde altijd zijn schouders op.
Maar nu was Janie, om te overleven, gedwongen met “het gewone voetvolk” om te gaan. En dat kostte haar heel veel moeite.
‘Ik denk dat we gewoon door gaan.’ Zei Terance. ‘We lopen door tot we iets of iemand of wat dan ook tegen komen.’
‘En dan laten we kanonnen af gaan.’ Zei Janie met een grijns.
Maggie keek haar een beetje geschrokken aan. ‘Maar mijn oma zei altijd dat je het niet op moest zoeken. Maar moest wachten tot het naar jou toen kwam.’
Janie rolde weer met haar ogen. Maar Terance keek haar beschuldigend aan. Ze hadden Maggie niet voor niks gevraagd. Ze had de informatie van haar oma die hun zou kunnen helpen aan deze wollige nachtmerrie te ontsnappen.
‘Maar ik vind wel dat we een beter schuilplaats moeten zoeken, niet?’ zei Janie
Maggie knikte.
Ze stonden alle drie op en gingen op pad.
Niet lang nadat ze op weg waren begon het te regenen. Binnen de kortste keren was de wollige bodem van de arena drijfnat en leek hij hem op te zuigen bij iedere stap die ze zetten.
Lopen werd loodzwaar en na niet een al te lange tijd zei Janie: ‘ik heb hier genoeg van.’ En ze ging op de grond zitten.
Nu was het de beurt aan Terance om met zijn ogen te rollen. ‘Kom op Janie, we hebben geen tijd voor deze onzin.’
‘Welke onzin!?’ zei ze kwaad. ‘Waarom zou ik nu deze arena in moeten he? Weten ze wel wie mijn vader is? Dat is pas onzin!’
Terance voelde zich kwaad worden. ‘Fijn dan blijf zitten. Maggie kom mee.’
Maggie had dit alles aangekeken van een afstandje, en liep uiteindelijk achter Terance aan.
‘Hoe hou je het met haar uit?’ vroeg Maggie zachtjes. Terance haalde zijn schouders op. ‘Ze kan heel aardig zijn hoor, soms, als ze wil.’
Maggie gniffelde.
‘Lach me niet uit kreng!’ schreeuwde Janie plots achter hun. Terance en Maggie draaide zich allebei om. Terance zag Janie met getrokken zwaar naar voren springen in de richting van Maggie.
Maggie slaakte en kreeg en hield haar eigen zwaard voor zich uit, alsof ze Janie er mee wilde opvangen.
Terance wilde nog schreeuwen dat Janie moest stoppen, maar het was te laat.
Janie sprong in het gestrekte zwaard van Maggie. Het leed door haar buik en kwam er aan de andere kant weer uit.
Maggie slaakte nog een gilletje en liet haar zwaard los.
Met een gezicht vol tranen en woede keek Janie naar Terance. Terance voelde de tranen opkomen vanachter zijn ogen.
Toen ging het kanon af en viel Janie achterover in de natte wol.Drake Janses
Drake bestede geen aandacht aan het kanon dat af ging. En de regen en de natte wol leek me niet te deren. Hij had zijn boog gespannen staan en hij had zijn ogen gericht op het doelwit voor hem. Ze kon rennen wat ze wou maar hij haalde haar toch wel in.
Per toeval was hij haar tegen gekomen. Ze had ingedoken tegen een steen gezeten en als hij niet had omgekeken had hij haar niet eens gezien.
‘Ren maar hoor!’ schreeuwde hij. ‘Ik krijg je toch wel.’
Hij grijsde breed en stopte met rennen. Hij trok de boog strak en mikte. Door de natte wol was ze niet al te snel en dat was nu zijn voordeel.
hij liet de pijl los en zag hem door de lucht suizen. Raak.
Hij gaf een triomfantelijke kreet terwijl zijn prooi languit op de grond viel. Hij liep er op zijn gemak naartoe. Die ging toch nergens meer heen.
Sammy lag op de grond met een pijl in haar rug. Ze huilde.
‘Stel je niet zo aan. Het is maar een pijl.’ Sammy probeerde omhoog te komen maar Drake zetten zijn voet op haar rug en duwde haar tegen de grond.
hij spande zijn boog opnieuw.
‘Nou dag he.’ Zei hij en hij liet zijn pijl los.
JE LEEST
The 100th Hungergames '4e kwartskwelling'
FanfictionHet is honderd jaar gelden dat de bevolking van Panem zich tegen het Capitol keerden. Nu ervaren ze de gevolgen in de 4e kwartskwelling.