≬24≬ Een hele belangrijke Vraag.

3.1K 194 84
                                    

≬24≬ Een hele belangrijke Vraag.

'Oké, dus ik sta hier en u staat daar' zei ik ter verduidelijking. Ik had heerlijk uitgeslapen vanochtend maar omdat er morgen weer wat op de agenda stond moest er dus gewerkt worden. Of in mijn geval, ik moest dingen doornemen voor morgen.

'Ja' zei Thalion. We zouden dit op een plein doen wat wat verder lag van het kasteel. Elfen van andere plekken waar ook uitgenodigd dus moesten we de ruimte hebben daarvoor. 'Zijn er veel elfen morgen?' vroeg ik hem vervolgens.

'Er zullen wat elfen aanwezig zijn ja van verschillende streken. Maar niet iedereen want sommige plaatsen liggen aardig ver weg. De Rode Bergen bijvoorbeeld, daar zal niet iedereen van komen' ik knikte begrijpend toen hij dat zei. En eerlijk gezegd vond ik het ook niet zo'n ramp want dan had ik nog meer ogen op mij gericht. Ik vond die van gister meer als genoeg eigenlijk.

'Elnnyd en Elifín zijn beide enorm verheugd om je te zien' zei hij met een glimlach. Elnnyd was het broertje van Thalion en hij en Elifín waren de ouders van Bellas. Ik had ze nog nooit gezien en ik was enorm nieuwsgierig naar ze. Bellas was een charmante, beleefde en aardige jongen en als zijn ouders ook zo waren dan zou ik hun gelijk mogen. Ik was ook wel benieuwd hoe ze eruit zagen. In de Mardé Hal, oftewel familie hal, had ik een portret zien hangen van een jonge Thalion en Elnnyd en je kon overduidelijk zien dat ze broers waren. Het enige verschil was dat Thalion zwart haar had en een wat smaller hoofd. Voor de rest hadden ze dezelfde ogen, neus en mond.

'Ik ben benieuwd wat je van Alevera gaat vinden' zei hij en hij knipoogde. 'Wacht, hij heeft een zusje?!' riep ik verbaasd uit. 'Ja, wist je dat niet?' vroeg hij verbaasd. 'Nee, hij heeft het nooit over haar gehad. Zijn ouders eigenlijk ook niet en ik heb er nooit naar gevraagd. Maar hoe is ze dan? Je geeft me een beetje het gevoel dat ze niet is als Bellas'. Thalion begon zachtjes te lachen. 'Dat laat ik je zelf maar ondervinden dan, het enige wat ik zeg is dat je je handen vol hebt aan die jongedame'. We namen het nog even door en kwamen uiteindelijk bij de eed terecht.

'Nou moet ik dat allemaal in het elfs doen en ik wil het ook best in het elfs doen maar dan verkracht ik jullie hele taal ben ik bang' zei ik een beetje teneergeslagen. Ik had aardig wat lessen gehad en kon me ook wel een beetje redden met de taal, maar een eed, iets formeels, iets belangrijks, in het elfs? Dat wou ik goed doen, en zo goed is mijn elfs nog niet.

'Dan doe je het in je eigen taal Lilyiana' zei hij geruststellend. We liepen ondertussen van de grote, brede trappen af. 'Dat vind u niet erg?' ik merkte dat ik weer werd aangestaard door elfen waar we langs liepen. Baran liep op een afstandje van ons. Hij moest mee van Maeron. Ik kreeg het gevoel dat hij nu meer als bodyguard fungeerde dan als rechterhand van een Enrai.

'Natuurlijk niet. Ik snap dat je het goed wilt doen en ik weet dat je onze taal nog niet volledig beheerst. Als je het met volledige overtuiging wilt zeggen dan kan je dat het best in je eigen taal doen. Als ik jou was zou ik het ook zo doen, zelfs al zou ik onze taal volledig beheersen' zei hij. Ik keek hem dankbaar aan. Uiteindelijk waren we terug in het kasteel en ruimde ik de boeken op die ik had moeten bekijken van Maeron, waar hij was wist ik niet. Al snel moest ik aan de tafel verschijnen want we gingen eten.

'Ik wil je wat laten zien' zei Thalion tegen mij toen de borden weg gehaald werden. Ik keek hem nieuwsgierig aan. 'Zou je even met me mee willen lopen?' vroeg hij vervolgens. 'Natuurlijk' zei ik en ik stond op om hem te volgen. Maeron kwam ook mee. Al gauw merkte ik dat we richting de paskamer liepen. Ik was daar ondertussen zo vaak geweest, al die jurken die gemaakt moesten worden, dat ik deze kamer wel gemakkelijk kon vinden. Dat gold niet voor elke kamer, hal of wat dan ook.

Toen we binnen kwamen zag ik mijn jurk al klaar hangen voor morgen. Gelijk kwamen de kriebels. Als het morgen maar goed gaat dacht ik. Thalion liep naar twee kasten en opende er één. De kast die hij nu opende was niet geopend in mijn bijzijn, de andere trouwens ook niet, dus ik wist niet wat daar lag. Meteen zag ik dat daar de mooiste sieraden lagen. Mooie armbanden, prachtige kettingen en oogverblindende kroontjes. Thalion draaide zich om naar mij.

ElmesariWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu