Tess gelooft in Voodoo. Niet een beetje. Niet dat ze denkt: Het zou wel eens echt kunnen werken. Ze weet dat het echt werkt. Ze heeft het gezien, toen die mysterieuze jongen in de klas een naald in een piepklein poppetje stak, dat sprekend op de leraar leek. En dat de leraar toen naar zijn buik greep en schreeuwend op de grond viel. Tess probeert contact te krijgen met deze mysterieuze jongen, maar dat mislukt. Tot Tess op een dag per toeval een pak kaarten in handen krijgt, die in plaats van de normale tekens, tekeningen van mensen bevatten, met teksten eronder. Ze gaat ermee naar de mysterieuze jongen, die eindelijk zijn naam verteld. En hij vertelt haar dat dit niet zomaar kaarten zijn en ze er goed op moet letten. Deze kaarten zijn van levensbelang. Hoogste ranking: #13 in Paranormal