Select All
  • alles is weg..
    2 1 1

    Ik zit op mijn kamer. Op mijn favoriete plekje, in het kozijn. Ik pak een boek, ik moet nog een heel boek lezen voor morgen. Ik kijk naar de voorkant en lees de achterkant, wat een sufboek.. Ik gooi het boek op mijn stapel met kleren, waarover mijn moeder vaker boos werd. Ze was de laatste tijd niet zo lekker in haar...