De moord bij morgenrood
Jontsy
1.De Moord.
De hand van de man laat de
keel van het meisje los.
Met angstige ogen kijkt de
man naar het meisje, is ze echt dood? Heb ik haar nu echt gewurgd? denkt de man
met afschuw en angst.
Hij kijkt om zich heen, voor
de eerste keer van de avond ziet hij de kamer echt goed en niet in een waas.
Het is een vreemd huis waar
hij gehurkt zit. De kamers zijn allemaal rond in plaats van vierkant of
langwerpig.
De voorwerpen die in de
woonkamer staan zijn allemaal rond, zelf de tv en de pc zijn rond.
Aarzelend loopt hij naar de
wasbak zorgvuldig wast hij zijn handen, ze zijn helemaal vies van het bloed en
andere viezigheid van de worsteling.
Daarna pakt hij een doekje en
maakt alles grondig schoon waar hij langs is gekomen en waar vingerdrukken
zouden kunnen hebben gekomen.
Snel pakt hij zijn spullen bij elkaar, kijkt nog één keer
rond werpt nog een laste blik naar het meisje die doodstil naar het plafon
kijkt en trekt de voordeur met een bedrukt gevoel achter zich dicht, om geen
verdere vingerafdrukken achter te laten heeft hij nog steeds het doekje om zijn
hand.
Schichtig loopt hij naar zijn Mercedes nadenkend over de
laatste 12 uur die hij heeft meegemaakt.
Dat er zijn baas hem belde, wat hij hem allemaal hoorde
zeggen, wat hij allemaal moest doen, waarom hij dit meisje moest vermoorden en
wat hij moest doen wanneer hij het gedaan had.
Snel stapt hij in zijn Mercedes en start hem en rijd met
scheurende banden de straat uit.
Wat hij niet gezien heeft is dat er een vrouw die tegen over
het huis van het meisje woont, angstig haar hoofd weg trekt voor het gordijn.
Ze heeft alles gezien.