i am living in a deathly diseased world with my older brother, Minho. people are disappearing left and right. how hard could surviving be?

'Het is jou schuldt!' roept Ben naar me. Hij knijpt mijn keel bijna helemaal fijn. Ik schreeuw nog een keer hard. Ik hoor allemaal voetstappen om me heen. Net boven mij, zie ik Newt aan komen rennen met een schep en hij slaat Ben van me af. Dit gebeurd er op een dag in de Laar. Dit verhaal gaat over Daisy, en ze is het tweede meisje dat in de Laar kwam.

This is a maze runner fanfic!! Let's just say Teresa was not the first girl in the maze and Chuck was not the youngest. Alice is, from what the other gladers guess, about 11 or 12 years old. The creators must truly be sick creatures to send such a young little girl into the maze... I only own Alice, all the other characters belong to the author of The Maze Runner series (James Dashner). Side note: A few kind of key details of the plot of The Maze Runner will be slightly altered...

4 year old Jodi woke up in a box to a one way trip to hell a.k.a the glade. she will soon find out that she is related to one of the gladers and,will change the glader's lives forever.

Laura is dood geschoten door Gally, dankzij het gelukspoppetje van Chuck heeft ze het op 'n een of andere manier overleefd. Hoe zal dat komen? 2 mensen namen haar mee naar buiten, ze waren bijna bij de helikopter, en Laura rukte haar uit de armen van de mannen. En rende van hun weg. Maar door zand lopen met een wond, dat gaat niet lukken en besluit toch om mee in de helikopter te gaan. Als ze daar in zit houd ze het poppetje goed vast en kijkt ernaar, de man vraagt ernaar. En ze zegt 'het is een gelukt poppetje van een vriend van me, en ik moet het hem terug geven' als ze te horen krijgt dat ze niet kan landen, word ze ergens anders afgezet. Haar vrienden kunnen niet geloven dat ze er staat. Wat zullen ze nu mee maken, zullen er meer doden vallen? Of zak iedereen het redden? Dit is deel 2 van de Maze Runner.

Naast het bed zit een jongen op een houten stoel. Zijn haar ligt warrig alsof hij net is opgestaan en hij heeft een twinkeling in zijn ogen. De jongen draagt een rafelige broek en een versleten hemd dat ooit wit was. Als hij ziet dat mijn ogen open zijn, krullen zijn mondhoeken een beetje omhoog.