Uitgehuwelijkt
Hij lacht. Hij pakt me bij mijn heupen vast en komt nog dichterbij me staan. 'Sluit me niet buiten, schoonheid.' Fluistert hij in mijn oor. Ik voel zijn warme adem in mijn nek en zijn vingers glijden naar mijn rug. Ik krijg er rillingen van. Nog steeds zeg ik niets. 'Schoonheid.'