Het is een vroege lenteochtend in maart 2017. Burgemeester Machteveld, de burgemeester van het westernstadje Ratville, loopt door zijn stad. De zon schijnt, de lucht is blauw... niets kan deze dag nog verpesten. Dan ziet hij opeens hoe er een man op hem af komt rennen. Hij knijpt zijn ogen samen en ziet dat het Willy is, zijn administratief medewerker. "Meneer Machteveld," hijgt hij buiten adem. "Er is... een opstand... een reuze opstand..." Burgemeester Machteveld kijkt Willy verschrikt aan. "Een opstand? Wat... waar heb je het over? Van wie?"
Willy zucht diep. "Hottentottenterdam, Westermark, Queriusades... De bewoners uit meer dan tien verschillende steden zijn hier in tweetallen binnengedrongen en hebben de bevolking vermoord! Ze willen onze welvaartsstad overnemen en staan op het punt om ook de mensen uit andere steden te vermoorden!" Burgemeester Machteveld gaat harder lopen. "Ik heb een idee. Luister..." Op dat moment staat de burgemeester stokstijf stil. Willy kijkt hem verbaasd aan en ziet dan dat er een pijl uit zijn rug steekt. Hij rent naar hem toe. "Meneer Machteveld!" De burgemeester valt machteloos op de grond. Er sijpelt bloed uit zijn wond. "Willy," zegt hij schor, als Willy de pijl ondeskundig probeert te verwijderen. "S-stop... Vlucht, voordat ze jou ook pakken..." Willy kijkt de burgemeester bang aan. "Maar..." Burgemeester Machteveld kreunt. "Maak van Ratville geen oorlogsstad, Willy. Zorg dat iedereen verdwijnt, tot er één tweetal overblijft. De sluwste, de slimste, de sterkste, de meest tactische... alle andere moeten Ratville voorgoed verlaten. De overwinnende twee mogen de nieuwe bewoners van Ratville zijn."
"Maar burgemeester..." stamelt Willy, "...hoe moet ik dat ooit doen? Zodra ik me daar vertoon, word ik in de pan gehakt!" "Doe het dan stiekem," werpt de burgemeester zwakjes tegen. "Het moet, Willy. Ratville mag geen Verlaten Stad worden. Ik reken op je." Daarna sluit hij zijn ogen en zegt hij niks meer. Nooit meer.
" Ik hou van je Matt" zeg ik als ik naar de schuur wil lopen. Ik voel iemand zijn handen om mij heen slaan. Niet veel later hoor ik een stem. "Ik ook van jou kleintje" ik wurm me uit zijn knuffel en loop weg. "Ik ben NIET KLEIN!" roep ik nog even lachend voor dat ik weg fiets. Ik hoor Matt zijn lach nog in de verte. Maar ik wist niet dat dat misschien wel de laatste keer zou zijn dat ik dat tegen hem zeg.