Ik zit naast je. Jij en ik altijd onafscheidelijk. Tenminste dat dachten we, totdat het lot ons het tegendeel bewees. Dit voorheen nog sterke meisje loopt op de rand. Op de rand van een klif. Een hoge klif. Telkens dreig ik te vallen. Maar jij bent degene die mij redt. Keer op keer. Maar wat, wat als jij er niet meer bent?