Lucas is een doodnormale jongen, die, net als andere normale jongens, wel van kattenkwaad houd. Samen met een groepje jongens duikt hij 's nachts de stad in om vanalles over hoop te halen. Maar op een gegeven moment gaat het helemaal de verkeerde kant op. De jongens, die vele malen ruiger zijn dan Lucas dacht, dwingen hem dingen te doen die Lucas helemaal niet wilt, en die veel maar dan ook veel te ver gaan.
En zo gaat het op een nacht helemaal mis, Lucas word opgepakt en beland in de cel. Hij heeft het moeilijk, maar op een goede dag komt hij in contact met rechercheur Menno Kuiper. Het begint met een doodgewoon verhoor, waar Lucas al aan gewend is, maar steeds vaker komt Menno uit het niets bij hem langs. Allebei hebben ze hun eigen verleden te verwerken, en mede daardoor voelen ze elkaar ook zo goed aan..
Hoe redt Lucas zich met behulp van Menno uit deze situatie? En wat bloeit er op tussen Lucas en Menno, blijft het bij een gewone vriendschap?